11 MEI 2014

De Goede Herder en zij die op hem lijken

DEZE zondag wordt de zondag van de Goede Herder genoemd omwille van het Evangelie en het epistel, die aan onze Heer Jezus deze heerlijke titel toekennen die Hij zichzelf heeft gegeven. Omdat we de Bijbel niet goed kennen, hebben wij deze naam omgeven met gevoeligheid en romantiek, terwijl er eigenlijk een indrukwekkende kracht achter schuilgaat. De allegorie van de Goede Herder komt al in het Oude Testament voor, met name bij de profeten Jeremias en Ezechiël. Terwijl de priesters, de levieten en al die valse religieuze elites het volk van God op schandalige wijze onderdrukken, kondigt God aan dat er op een dag een einde zal komen aan dat onrecht. God zelf zal uit liefde voor zijn volk er zelf de leiding over nemen en er werkelijk de Herder van worden. Hij zal het voeden en op de goede weg leiden.

Paus FranciscusHet is heel nuttig dat te weten, om te begrijpen met wat een stoutmoedigheid Jezus sprak toen Hij zei: « Ego sum Pastor bonus», « Ik ben de Goede Herder». Het kwam er immers op neer dat Hij zijn goddelijkheid, zijn messiaanse roeping verkondigde in het gezicht van de Farizeeën.

Laten wij trouw zijn aan de gedachte van de Heer en niet de fout maken van hen die het Oude en het Nieuwe Testament op gelijke voet stellen. In het Nieuwe testament is er een beslissende doorbraak: Jezus Christus is niet langer de Goede Herder tégen de priesters, Hij is de Goede Herder mét zijn priesters. Daarom zei Hij tot de H. Petrus: « Weid mijn schapen, weid mijn lammeren.» Petrus is de herder van de kudde. De pausen – zijn opvolgers – en de bisschoppen – de opvolgers van de apostelen – hebben zelf de taak gekregen de kudde te weiden, in naam van de Heer.

Zo kunnen we zeggen dat de apostelen, de paus, de bisschoppen door de eeuwen heen het beeld zijn van de Goede Herder, de vertegenwoordigers, de afgezanten van onze opperste Herder, Jezus Christus. Zij zijn de plaatsvervangers van Jezus, de opvolgers van de apostelen, die zelf de getuigen en de boodschappers van Jezus Christus waren. Zo spreekt men in onze parochies nog altijd over "onze pastoor", dat wil letterlijk zeggen onze dorpsherder.

Wij, geestelijken, zijn door onze functie gevormd tot andere herders, naar het beeld van Jezus Christus. Dat is de waarheid. Maar alstublieft, maak ons geen valse complimenten!

Wij zijn geen goede herders, wij zijn arme zondaars, bekleed met een functie waartegen we graag opgewassen zouden zijn. Eén enkele is er die goed is, één enkele die echt onze herder is: Onze Heer Jezus Christus.

Ten eerste is volgens de definitie van de Heer Jezus de Goede Herder hij die zijn leven voor zijn schapen geeft. Wie heeft er ooit zijn leven gegeven voor ons, buiten Jezus Christus? De heiligen? Ja, akkoord! De heiligen zijn bergen, de heiligen zijn helden. Het is waar dat de heiligen ook hun leven gaven, dat zij hun bloed hebben laten vloeien, maar uiteindelijk deden zij dat in navolging van Jezus Christus. Er zijn niet veel mensen die hun leven voor hun broeders geven. Jezus Christus is onze Goede Herder omdat Hij zijn bloed heeft laten vloeien op het Kruis.

Hij heeft zijn leven gegeven en geeft het nog steeds op het altaar. Als zelfs vandaag de Heer Jezus in alle waarheid onze Goede Herder is, is het omdat wij te midden van alle gevaren van de wereld en alle verlokkingen van de duivel hier bijeen zijn om zijn Offer bij te wonen en eraan deel te nemen. Christus zal eens te meer zijn leven geven, op een zeer reële manier. In de Hemel en op het altaar is Jezus daar, Hij bidt tot zijn Vader voor ons. Niet alleen laat Hij ons deelnemen aan zijn verdiensten, maar Hij gaat zover dat Hij ons zijn Lichaam en zijn Bloed te eten en te drinken geeft. Niemand anders dan Hij heeft dat ooit gedaan en zal het ooit nog doen. Het gebeurt dat een apostel, een missionaris zijn bloed geeft, ja, maar men zal zijn vlees en bloed niet nuttigen. De missionaris, de apostel, is slechts een afstraling van Christus. Dat betekent dat elk van ons een volledig unieke, onvergelijkbare band heeft met Jezus.

Ten tweede: wat is de Herder, volgens de meest volledige definitie van het woord in de parabel? Hij die zijn kudde leidt omdat Hij weet wat goed voor haar is. De herder is dus degene die de waarheid vertelt aan zijn volk, die de sacramenten – dat wil zeggen het leven van de genade – schenkt, het is degene die de wet van God geeft en de te volgen weg aanduidt zodat het volk het juiste leven leidt. Deze drie dingen gaf Jezus met een onfeilbaarheid en een volheid die maken dat we ons in Hem verheugen elke dag van ons leven, ongeacht de omstandigheden. We hebben altijd een beroep op Hem gedaan en nooit zijn we teleurgesteld geworden. De zondaar vindt in de boetedoening de absolutie die hem het leven teruggeeft. De mysticus vindt in de Eucharistie de intieme vereniging met Christus die hij nodig heeft. Zo is Christus onze geestelijke leidsman, onze Meester, onze gids, de bruidegom van onze ziel. Zoek alle woorden bijeen die deze zeer intieme relatie van de ziel met zijn Schepper aanduiden: alle behoren ze Jezus toe.

En ten derde komt er in dit Evangelie op ontroerende wijze een laatste kentrek van de Goede Herder naar voren, zoals Jezus alleen die kan hebben. Jezus zegt dat Hij zijn schapen nominatim, elk bij zijn naam, kent. Zijn goddelijk Hart kan zijn liefde uitbreiden over heel zijn Kerk, dat wil zeggen over al zijn heiligen en zelfs over alle zondaars die Hij op de weg van de bekering en van de redding probeert te krijgen. Jezus alleen? Ja, want het Hart van Jezus is volledig voor ons, voor ieder van ons, in de intimiteit van het gebed. Hij is van allemaal zonder dat iemand zich uitgesloten, minder geliefd of onbemind moet voelen. Alleen Jezus kan dat!

Kijk hoe uitvoerig ik zou kunnen blijven praten om jullie uit te leggen dat één enkele onze Meester is, één enkele onze Vader, één enkele onze Herder: Jezus Christus.

Mijn conclusie zal uit twee delen bestaan.

Wat moeten we doen om Jezus, onze Goede Herder, te vinden? Het is duidelijk dat we niet alleen maar van een ontmoeting met Hem kunnen dromen. Wij zouden Hem niet werkelijk ontmoeten als wij geen leden van de Heilige Kerk waren, als we geen paus hadden die voor ons onze Goede Herder vertegenwoordigt, die tot ons spreekt, ons leidt en voedt in zijn naam, als we geen bisschoppen hadden die de herders zijn van onze lokale Kerken, als ieder van ons gewoon zijn pastoor niet had, die zijn gewone en meest nabije herder is. Zonder al deze vertegenwoordigers zou Jezus Christus naar de verre horizon verdwijnen, in tijd en ruimte. Dat is de reden waarom we ons leden van de Kerk moeten voelen, want we vieren dit feest van de Goede Herder in het lichaam en in de gemeenschap van de Kerk.

Jullie zullen zeggen: hoe weet ik dat deze mannen, van wie u zei dat ze de vergelijking met Christus niet kunnen doorstaan, echt het beeld van onze Goede Herder zijn? Ik antwoord jullie: als ze doen zoals Hij, als ze tenminste het minimum doen van wat hen werd gevraagd als een absoluut noodzakelijke vereiste. En dan gaat het om drie zaken:

-Ons het ware katholieke geloof leren. Ze hebben maar te herhalen wat anderen hen hebben geleerd. Geen enkele van hen is niet in staat om te zeggen wat hun voorgangers hen leerden.

- De sacramenten van de Kerk toedienen zoals Jezus ze heeft ingesteld. Ook dat vereist geen lange studies.

- En tenslotte ons in het leven naar de gelukzaligheid voeren door ons te herinneren aan de wet van God.

Samengevat: het geloof, de sacramenten, de moraal. Als zij dat doen, zijn ze onze goede herders naar het beeld van de Goede Herder en zullen ze naar de Hemel gaan! Als ze dat niet doen, zullen zij veroordeeld worden als huurlingen, zoals Jezus zegt, als bandieten en moordenaars, als dieven. Laten wij dus de Goede Herder herkennen in hen die God naar ons heeft gezonden en die hij in die waardigheid bevestigd heeft. Maar uiteindelijk, en dat is mijn besluit, laten we ons aan Jezus alleen hechten, en aan de mannen van de Kerk in de mate waarin ze ons naar Jezus Christus leiden.

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit een preek van 3 mei 1980