Zien om beter te geloven en meer te beminnen

DIERBARE broeders, voor de viering van de honderdste verjaardag van de eerste foto van Christus [de foto van de H. Gelaat op de Lijkwade], die Hem aan ons geopenbaard heeft met zijn onbeschrijflijke, onuitwisbare trekken van mensgeworden Zoon van God en Verlosser, zijn mij enkele minuten gegeven, niet om de emotie op te roepen die ons heeft gegrepen toen we tegenover de goddelijke Relikwie stonden, niet om de aanbidding te beschrijven die Hem is verschuldigd, maar om enkele overwegingen te maken opdat we zouden geloven in de heilige Relikwie en haar zouden beminnen. Ik heb daarom, in alles wat men hierover zou kunnen zeggen, gekozen om een gangbare, universeel verspreide vergissing te ontkrachten en haar te vervangen door een mooie waarheid geput uit het Evangelie van Sint-Jan. Ik zal veeleer didactisch dan welsprekend zijn. Ik wil dat jullie allen na deze luttele minuten vertrekken met een geest die gezuiverd is van een misvatting en verheugd over de waarheid.

Het is een vergissing te zeggen dat het beter is te geloven zonder te zien. Het gaat om een woord uit het Evangelie dat gericht geweest is tot de H. Thomas. Thomas wilde het Lichaam van Christus aanraken, Thomas wilde het tegen zich aangedrukt voelen om te geloven en Jezus heeft hem geantwoord: « Zalig zij die geloven zonder gezien te hebben. » Het is een uitspraak van Christus en het spreekt vanzelf dat het beter is te geloven zonder te hebben gezien. Wat echter de uitspraak betreft dat wie gelooft er geen nood aan heeft te zien, daar gaat het om een grondige vergissing. Men leidt er ten onrechte uit af dat de Maagd Maria niet opgezocht is door Jezus op paasmorgen omdat ze daar geen nood aan had!

Vandaag zijn er helaas talrijke slechte priesters die, over heel de wereld, zeggen dat men de Lijkwade niet nodig heeft, en dat men de openbaringen van Fatima niet nodig heeft en dat men er geen nood aan heeft dat de Hemel zich aan ons op een stoffelijke manier openbaart. Want zij hebben het geloof en wanneer men gelooft, heeft men dat alles niet nodig! Ze minachten zo de prachtige tussenkomsten die de Hemel in de twintigste eeuw doet voor onze redding, de laatste elementen van hoop in deze tijden van geloofsafval.

De wetenschap bewijst de echtheid van de Lijkwade door “ a+b ”. Maar het is waar dat de wetenschap die zich teveel richt tot het verstand niet de nodige vruchten voortbrengt. Wat vrucht voortbrengt, broeders, dat is ons hart vervuld van liefde voor Christus. Natuurlijk hebben wij het geloof als een intuïtie van het hart. Maar deze intuïtie is op zich niet voldoende. Ik sta hier niet om hoogmoedig te zeggen: ik heb wetenschappen gestudeerd en ik heb aangetoond dat de Lijkwade authentiek is. Dat brengt niemand iets bij en als we naar hier komen om aan wetenschap te doen en ons verstand te prijzen, dan vergissen we ons. We komen naar hier om op onze knieën te vallen voor de H. Lijkwade, op de knieën te vallen uit liefde voor Jezus die ons vandaag, om ons te redden van de algemene geloofsafval, zijn Wonden en de pijn van zijn Hart toont, de Wonde van zijn Hart en de grenzeloze liefde die afstraalt van zijn Gelaat. En wanneer we Hem gezien hebben, willen we Hem nog meer zien. En hoe meer we zullen geloven, des te meer zullen we beminnen, des te meer zullen we willen zien en uiteindelijk zien van aangezicht tot Aangezicht: Jezus Christus die ons zal verschijnen en zich aan ons zal geven op het einde van ons leven.

Dan zullen de woorden die zo’n groot gevaar vormen van eeuwige vervloeking (« Ik, ik heb aan dat alles geen nood om te geloven! ») in ons hart omgezet worden in een vurige kreet: « Ik wil Hem ooit zien, ik wil Haar zien, ik zal op een dag naar de hemel gaan om Haar te zien ». En mocht Hij mirakels doen in de hemel, mocht Hij zijn echtheid aantonen tegenover de ongelovigen; het is hun laatste kans. Maar wij die geloven, worden het niet moe te kijken naar het Gelaat van Christus en het beeld te aanschouwen van de Maagd Maria in haar Onbevlekt Hart, om ons reeds voor te bereiden op die opperste vreugde die erin bestaat te zien wat we op verdienstelijke wijze gedurende heel ons leven hebben geloofd. Amen!

abbé Georges de Nantes
sermoen in de basiliek van Maria Hulp der Christenen (Valdoccowijk, Turijn), 9 mei 1998