17 JANUARI 2015

De bruiloft te Kana

HET verhaal op deze bladzijde van het Evangelie is eenvoudig: er heeft een bruiloft plaats in het kleine dorpje Kana, dat zich niet ver van Nazareth bevindt, in Galilea. Jezus en zijn leerlingen en de Maagd Maria werden uitgenodigd. Men heeft, naar wat gebruikelijk is in het Oosten, alles ruim voorzien want de bruiloft kan acht dagen duren. Welnu, na enkele dagen is er een tekort aan wijn. De Maagd Maria bemerkt hoe de mensen in verlegenheid gebracht zijn, ze hebben geen wijn meer. Ze zegt het aan Jezus die haar antwoordt: « Vrouw, wat is er tussen u en mij? Is mijn uur niet gekomen? » Kortom, het is een beetje geheimzinnig. Maria laat zich hierdoor niet van de wijs brengen. Deze woorden waren niet echt een afwijzing vermits ze aan de dienaren zegt: « Doe alles wat Hij u zeggen zal. » Jezus laat enorme kruiken (die gemaakt waren voor de reiniging, om de voeten te wassen van hen die aankwamen) met water vullen. Dan zegt Hij: « Schep er wat uit en breng het naar de tafelmeester ». En het blijkt nu dat het uitstekende wijn is. De tafelmeester begrijpt er niets van, laat de bruidegom roepen en doet hem opmerken dat men geen rekening heeft gehouden met zijn aanbevelingen: men heeft de beste wijn voor het einde bewaard terwijl men gewoonlijk het tegenovergestelde doet. De leerlingen van hun kant wisten goed wat er gebeurd was. Dit eerste mirakel van Jezus was voor hen een teken dat hen aanspoorde om in Jezus te geloven. Tot daar het heel eenvoudige verhaal.

Wat moeten we hieruit halen qua mystieke theologie? Voor Sint-Jan, de grote mystieke Evangelist, gaat het om de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament. Het is de overgang van de oude orde van de dingen, van een middelmatige naar een betere wijn, het Nieuwe Testament. In een nog treffender uitleg zijn de Bijbel, het Woord Gods van het Oude Testament als water, en nu komt Christus, de Zoon van God, door een mirakel op aarde om dit water in wijn te veranderen, dat wil zeggen ons de grond van de zaken laten zien, de grote rijkdom van het Oude Testament die verborgen was en zichtbaar wordt in het Nieuwe. Het mirakel van Kana toont dat een nieuwe wijze om zijn godsdienst te beleven ingevoerd wordt en dat die superieur is: er bestaat eenzelfde verschil tussen de oude joodse godsdienst en de nieuwe als tussen het water en de wijn.

Laat ons nu komen tot de moraaltheologie. We gaan zien wat verborgen zit achter dit verhaal dat historisch is, maar waarvan Jezus gewild heeft dat het vol symbolen steekt. Jezus, de nieuwe Adam, identificeert zich met de bruidegom. Hij heeft de voornaamste rol. Hij doet wonderen en zal alles redden. En wie is de bruid, de nieuwe Eva van deze nieuwe Adam? Dat is de Maagd Maria, die een buitengewone plaats bekleedt. Ze bekleedt in wezen dezelfde plaats als die van Eva in het aards paradijs: zoals Eva als eerste haar ongelukkige echtgenoot heeft meegesleept in de zonde, zo is het hier de Maagd Maria die Jezus meevoert in de redding van de mensheid, zoals de Kerkvaders en de H. Bernardus het heel goed zeggen. Het is dankzij haar dat Jezus het mirakel zal doen.

De woorden van Jezus zijn beslist sensationeel. De protestanten geven er een valse interpretatie aan omdat ze weigeren de traditie van de Kerk te volgen. Maria zegt Hem: « Ze hebben geen wijn meer. » Uiteraard betekent dit dat men iets voor hen moet doen. Maar ze beveelt Jezus niet! Jezus antwoordt haar: « Vrouw... » De protestanten zeggen: dat is een beledigende of minachtende uitdrukking. Hoegenaamd niet! Het is juist dat Jezus niet zegt “ mama ”, maar dat is omdat Hij de Vrouw van de Apocalyps wil oproepen die Koningin van de Hemel is, de unieke en volmaakte Vrouw. En omdat Jezus zelf ook de volmaakte, unieke Man is, zullen ze beiden, in deze relaties, absolute voorbeelden zijn, onze modellen.

« Wat is er tussen u en mij? » Dat is een Hebreeuwse uitdrukking die wil zeggen: tussen u en mij is de verstandhouding volmaakt, is er niet de minste onenigheid. Deze bijzonder positieve woorden drukken meer uit dan alleen affectie: het is een consecratie van de Maagd Maria, vol van genade.

« Is mijn uur niet gekomen? » Dat wil zeggen: « Moeder, gij hebt een dusdanige wijsheid, gij zijt dermate gelijkgezind met God de Vader, met mijn eigen Vader die God is, dat wat gij Mij vraagt exact is wat mijn Vader Mij ook vraagt. » Maria is de mystieke Bruid. Ze stelt de Kerk voor, het schepsel verbonden met zijn Schepper en zijn Verlosser door mystieke banden. Maria is volkomen tevreden met dit antwoord. Ze wendt zich tot de dienaren en zegt hen: « Doe alles wat Hij u zeggen zal. » En ziedaar vanwaar de redding van de mensheid komt.

Tot besluit: wat wil dit zeggen voor ieder van ons? We zijn de disgenoten die uitgenodigd werden voor het banket van het leven en begonnen zijn met eten en drinken van al het goede aardse voedsel. Maar er komt een dag waarop het aardse voedsel uitgeput raakt en eigenlijk moet men dat ook wensen. In die morele crisis waarin de maaltijd van het leven ons onecht voorkomt, waarin alle vormen van bruiloft, van feest, van voldoening, van natuurlijke vreugde verdwijnen, wanneer we geen menselijke kracht, geen wijn meer hebben, moeten we ons wenden naar Maria, eenvoudigweg een blik op haar werpen, een smekende blik. Ze zal zien dat we geen wijn meer hebben.

Dan keert Maria zich tot Jezus die tussenbeide komt. Van dat water dat niets was, maakt Jezus een schitterende wijn, dat wil zeggen dat Hij de gegevens van ons bestaan, de bewegingen van onze natuur omvormt in hemels voedsel. Hij neemt brood en wijn, Hij maakt er zijn Lichaam en zijn Bloed van. Hij maakt er de doorschakeling van zijn liefde van, de doorschakeling van de aardse dingen. Vervolgens bieden de dienaren – dat zijn de priesters, de apostelen ­– ons dit voedsel aan dat geen menselijk voedsel is. Het zijn de sacramenten die dragers zijn van het goddelijk voedsel. Christus voltrekt het mirakel via zijn dienaren, Hij biedt ons zijn sacramenten aan. Hij geeft ons het brood en de wijn van zijn Eucharistie. Of het nu gaat om onze huwelijksband of ons leven als kloosterling, of het nu onze gevoelens betreft, onze roepingen, onze grootmoedigheid: van dat alles wil Jezus dat we er op een dag de menselijke grens van vinden en dat we het omvormen tot een bovennatuurlijk leven door de sacramenten, door zijn Lichaam en zijn Bloed die het ware voedsel zijn van het ware bruiloftsmaal waartoe we zijn uitgenodigd.

Laten we inzien dat de sacramenten ons toelaten om deze nieuwe Wijn te ontvangen, dit Brood van eeuwig leven, dit water dat opborrelt tot eeuwig leven, geheel dit wonder van de goddelijkheid dat ons wordt meegedeeld, niet om de menselijke wereld te verlaten alvorens het uur daartoe is aangebroken, maar om in dit menselijke zelf het goddelijke te vinden dat er vlees in geworden is, opdat God alles in allen zou zijn, op Jezus Christus alles in allen zou zijn, zoals Sint-Paulus zegt, in wederzijdse naastenliefde en als voorbereiding op het eeuwig leven.

abbé Georges de Nantes
uit de homilieën van 14 en 21 januari 1979