9 APRIL 2017

De smarten van de H. Maagd Maria
tijdens de passie van Jezus

O Allerheiligste Hart van Jezus en Maria, op deze Palmzondag, aan de vooravond van de Goede Week, willen wij eer brengen aan de droeve mysteries van onze rozenkrans. We stellen ons daarbij open voor uw almachtige genade opdat we zouden delen in de gevoelens van uw zeer uniek Hart, dat zozeer heeft willen lijden voor onze redding.

We overwegen de smarten die u doorstaan hebt terwijl uw allerzoetste Hart, o Maria, aan Jezus de zuiverste liefde heeft betoond. O H. Maagd Maria, u was niet in de hof van de doodsstrijd, maar vanop afstand werd uw Hart extreem gekweld toen u Jezus gehoord had in het cenakel en Hem beter dan wie ook begrepen had. U begreep dat Judas verraad ging plegen, dat de apostelen uw Zoon in de steek gingen laten en dat Hij helemaal alleen zou zijn. En uw Hart kende op dat moment dezelfde angsten als uw Zoon. Ongetwijfeld ervoer u in het binnenste van uw ziel een uitwisseling van zeer grote vreugde tussen uw en zijn ziel. U stond Hem bij zoveel een schepsel zijn Schepper kan helpen, maar ook zoveel een moeder haar door verdriet getroffen kind kan helpen.

Hart van Jezus overrompeld door angst en schaamte omdat Gij mijn zonden draagt, Hart van Maria in duisternis gehuld en smartvol omwille van mijn zonden, geef mij spijt, geef mij berouw omdat ik onze goede Jezus gekwetst heb en ook u, o Smartvol en Onbevlekt Hart van Maria. Geef mij de kracht die nodig is om u niet meer te kwetsen.

Als het ware stap voor stap hebt u uw Kind gevolgd dat door de wachters naar het paleis gevoerd werd, gemeen uitgescholden werd, geslagen. U hebt niet één enkel ogenblik geslapen gedurende deze nacht tijdens dewelke Hij zijn wrede Passie doorstond. U droeg al dit lijden op en aanvaardde de vreselijke dag die aanbrak en die voor eeuwig die van Goede Vrijdag zou zijn.

De aankondiging van de geseling: wat een verschrikking voor een moeder om een dergelijke straf te vernemen! En dat alles omwille van mijn zonden en die van de wereld. Welke kracht, o Maria, geven u uw smarten om van uw Zoon de redding te vragen van de mensheid die het niet verdient! Ik erken uw weergaloze grootheid door dit vreselijk mede-lijden. Met groot vertrouwen vraag ik u tussenbeide te komen voor de wereld opdat gij, door uw barmhartigheid en liefde, van het Hart van Jezus de bekering ervan moogt bekomen die de wereld niet verdient en hem bevrijdt van zovele oorlogen en lijden.

De kroning met doornen: uw hoofd veranderde in een hoofd van smarten door de kracht van liefde en mededogen. U was zelf op van de pijn, maar wist dat het om een sterke innerlijke verbondenheid met Jezus ging en dat u hiervoor geschapen was, om heldhaftig deel te hebben aan het Lijden van uw Zoon. Ook stemde u met al de vurigheid van uw Hart in met al dat lijden dat u met Hem deelde en opdroeg aan de Vader.

De kruisdraging: toen u gezien hebt hoe Jezus door de stad liep terwijl Hij zijn Kruis droeg, hebt u zich moedig gehaast tot bij uw Zoon bedekt met bloed, geslagen, beschimpt, gehoond, gekwetst, gehaat door het volk dat Hij kwam redden. Wie zou deze ontmoeting kunnen uitbeelden, die blik, die wederzijdse gave, die uitwisseling van Harten, die verbondenheid zonder weerga? Wat een eer voor een vrouw geroepen geweest te zijn voor deze roeping, voor een schepsel om deel te hebben aan dit werk van verlossing, om dochter, moeder en echtgenote tegelijkertijd te zijn!

Hoezeer zet dit me aan, o H. Maagd Maria, o Jezus, u te beminnen, u eeuwig te loven, voor u een onvergelijkbare bewondering te hebben en in mijn hart onuitwisbaar die ontmoeting te bewaren van Jezus en Maria die ons allen redden als hun kinderen, door het offer van Jezus op het Kruis en de medeverlossing van Maria aan de voet van het Kruis!

Dood van Jezus: Stabat Mater. Ze bevond zich aan de voet van het Kruis om er alle lijden van te delen, maar ook alle gebeden, alle gevoelens, alle gedachten. Bewonderen, aanbidden we Jezus en aanschouwen we samen met Maria nog slechts één enkel Hart, één enkel Kruisoffer!

Laat ons als vrucht van deze meditatie, aan de vooravond van de Goede Week, een afschuw vragen voor de zonde en laten we ons moedig voornemen te verkiezen samen met Jezus en Maria te lijden in deze wereld door de deugd te beoefenen veeleer dan hen door zonde te kwetsen.

Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 2 oktober 1982