5 FEBRUARI 2017

Sint-Paulus, licht van de wereld,
zout van de aarde

« Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten ? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt ! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is. »

Door dit onderricht, dat onmiddellijk volgt op de Zaligsprekingen, openbaart Jezus aan zijn leerlingen de eisen van hun roeping, terwijl hij streng met de vinger wijst naar hen die in de verleiding zouden zijn zich hieraan te onttrekken.

Wat is dit « licht van de wereld » waarover Christus spreekt ? Is het dat van de apostelen van gisteren of dat van de “ apostelen ” van vandaag ? Als er één apostel is van wie we in detail alle omzwervingen kennen, dan is het wel Sint-Paulus. Als er onder de kerken die hij gesticht heeft één is die gelijkt op die welke we vandaag ten prooi zien aan hoogmoed en immoraliteit, dan is het wel de Kerk van Korinthe. Laten we bekijken hoe de apostel van Christus zich in zo moeilijke omstandigheden « licht van de wereld » en « zout van de aarde » getoond heeft.

In tegenstelling tot wat hij te Athene gedaan heeft, zal Paulus niet langer proberen te dialogeren met zijn toehoorders of hen te vleien. Hij wil nog slechts spreken over Jezus, de gekruisigde Jezus. De H. Geest zegent deze prediking, er is een overvloed aan wonderen, de zondaars bekeren zich, de Kerk van Korinthe wordt gesticht.

Nauwelijks is Paulus echter vertrokken naar Efeze of de christenen van Korinthe raken verdeeld. De enen kiezen partij voor Apollos, want “ hij komt er goed voor en is welbespraakt ”. Anderen houden het op Petrus : “ Met Petrus vergist men zich niet ; hij is het hoofd van de Kerk, de opvolger van Christus... Dus ik ben voor Petrus. ” Aansluitend op het Concilie van Jeruzalem is Petrus meer in het bijzonder belast met de bekeerde Joden en Paulus met de bekeerde heidenen. Al deze christenen leefden in dezelfde gemeenschappen en er waren dikwijls wrijvingen, misverstanden... Zo is Petrus misschien naar Korinthe gegaan om zijn apostolisch bezoek te brengen, zoals hij overal deed.

Er waren er ook die zich rechtstreeks beriepen op Christus omdat Petrus en Paulus slechts mensen waren, hetgeen hen toestond aan niemand te gehoorzamen, te denken en handelen in alle vrijheid : zij waren protestanten avant-la-lettre...

Hoe zal de apostel dit aanpakken om een einde te maken aan zovele bekrompen verdeeldheid ?

Sint-Paulus herinnert hen aan het ware karakter van de apostel. Het is niet hij die mooie toespraken houdt, die er goed voorkomt zoals Apollos, het is hij die de dwaasheid van het Kruis predikt, hij die als het vuilnis van de wereld wordt aanzien... Want het is wanneer men aldus teniet gedaan wordt dat men werkelijk Gods werk verricht... Sint-Paulus ziet heel goed dat met Apollos het christendom een ideologie dreigt te worden, een tribune voor de mooipraters... Neen dus ! Sint-Paulus kiest ervoor om de dwaasheid van het Kruis en de wijsheid van de mensen, Grieken of Hebreeën, contradictorisch tegenover elkaar te plaatsen. Die mooipraters denken wijs te zijn, maar ze prediken niet de dwaasheid van het Kruis, hun toespraken zijn dus ijdel, zonder vrucht. Sint-Paulus werpt zich op, hij is de vader, het licht van Christus, het zout voor de Kerk van Korinthe.

Sint-Paulus gaat zijn vaderlijk gezag uitoefenen om alle meningsverschillen, alle hangende problemen te regelen. Hij zal zijn onderricht geven over de heiliging van de leden van de Kerk door de kracht van de H. Geest.

  1. Hij verwijt de Korinthiërs zich te laten berechten door heidense rechtbanken. In plaats van hen prozaïsche argumenten die getuigen van enkel menselijke wijsheid te geven, herinnert hij hen voortdurend aan de meest geheimzinnige maar meest diepgaande, krachtigste redenen : « Weet gij niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen ? En als het oordeel over de wereld bij u berust, zoudt gij dan niet bevoegd zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken ? Hoeveel te meer dan over alledaagse dingen !» (I Kor 6, 2)
  2. Ander probleem : de Korinthiërs komen van ver ; ze zijn nog zinnelijk ingesteld en sommigen hervallen in hun ondeugden. In plaats van te zeggen dat de ontucht problemen stelt, dat de prostitutie gevaarlijk is, dat er risico’s van ziekten zijn... spreekt Sint-Paulus op een hoger niveau. Hij legt aan die grote zondaars uit dat hun lichamen de ledematen van Christus zijn en dat ze die dus niet kunnen prostitueren. Het is het prachtigste onderricht over de zuiverheid.

Vermits ze dus geheiligd zijn, tempels van de H. Geest, ledematen van Christus, geeft Paulus hen een reeks voornemens : ten eerste de ontaarde mensen vluchten, maar vooral de afgoderij vluchten want de afgoderij is de gewijde prostitutie, het is zich met lichaam en ziel overleveren aan de duivel door toedoen van een idool. Het betekent dus zich losrukken van Christus om nog slechts één lichaam met de duivel te worden ; ziedaar de uitleg van Sint-Paulus, ziedaar waarom men dit alles, deze prostitutie die een slavernij van Satan is, moet vluchten...

Zoals elke goede christelijke apostel roept Sint-Paulus de christenen van alle tijden op om heilig te leven, niet alleen innerlijk maar tot in hun lichaam ; heilig leven in het huwelijk of beter nog in onthouding (cf. I Kor 7). Hij nodigt ook de vrouwen uit tot discretie (cf. I Kor 11). Men merkt hier een zeer duidelijk wantrouwen op tegenover het vlees en tegenover de vrouwelijke hoogmoed, de vrouwelijke praalzucht en provocatie.

  1. Derde aanbeveling : dat ze de naastenliefde beoefenen. De Naastenliefde ! Sint-Paulus is onuitputtelijk over dit onderwerp. Hij spreekt erover in hoofdstuk XI, verzen 17-33, door de naastenliefde nauw te verbinden met de Eucharistie. [...] De Eucharistie is een groot goddelijk mysterie, maar waarvan de rechtstreekse vrucht de naastenliefde, het delen is. Want de naastenliefde gaat boven alles.
  2. De kracht van de H. Geest die op dat moment in de Kerk onder verschillende vormen explodeert, is voor Sint-Paulus niet anarchistisch. Al die charisma’s, die gaven, die machten mogen de christenen niet drijven tot het buitengewone en het extravagante. Neen ! Deze kracht wordt door de H. Geest niet in de richting van dwaasheid geleid, maar naar het dagelijks, methodisch werk van heiliging van de christenen. Daartoe vereist ze hun medewerking.

Dit is wat de primitieve Kerk en de Kerk van vandaag onderscheidt van pentecostalisme en gelijkaardige sekten. In sekten is er de kracht van de Geest – welke geest, dat weet ik niet – maar het is een geest die voert naar buitenissigheid, naar steeds buitensporiger zaken, maar dit heeft nooit echte heiligheid voortgebracht. Sint-Paulus beschouwt de gemeenschap van Korinthe, waar men dronken is van charisma, profetieën, wonderen, en hij zegt hen : “ Komaan, breng die geest terug onder controle en pas hem toe op de concrete taken van jullie ware bekering, jullie heiliging, de vergeestelijking van jullie lichaam. ” Men moest Sint-Paulus zijn om dit te doen en het is omdat de Korinthiërs hem gehoorzaamd hebben dat deze Kerk heilig geworden is.

Dus de Geest werkt voor de Kerk ; in de Kerk werkt de Geest voor de naastenliefde ; deze bewerkt alles en alle deugden leiden naar de Eucharistie, die toch het centrum van deze brief is. De apostelen spreken er niet veel over, maar toch is ze aanwezig, het is de maaltijd van de Heer en het is het moment waarop allen zuiver en verenigd in liefde moeten zijn. Een brief als deze is een meesterwerk !

We zijn lichtjaren verwijderd van Vaticanum II en van de verplichting die het Concilie oplegt aan zijn nieuwe missionarissen om aan de heidenen niet langer de uitzinnige liefde van Jezus te prediken om de zielen aan de hel te ontrukken. Neen ! Het Concilie wil voortaan dat de apostelen van het Evangelie de heidenen leren door « een oprechte en geduldige dialoog, welke rijkdommen God, in zijn gulheid, aan de naties heeft uitgedeeld... » (decreet over de missionaire activiteit van de Kerk, 1, 11).

Alstublieft, Sint-Paulus, kom terug onder ons, met uw hart van vuur !

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de retraite « Sint-Paulus, apostel en martelaar »