7 OKTOBER 2018

De onverbreekbaarheid van het huwelijk

JEZUS is op weg naar Judea. Hij trekt op naar Jeruzalem en doorkruist dus het heidense land van Trans-Jordanië. 2 Farizeeën die Hem benaderden, vroegen Hem: “Is het toegestaan aan een man zijn echtgenote te verstoten?”

We zijn beland bij een moment van openheid over de eisen van het Koninkrijk: Jezus vraagt als kinderen te zijn, geen aanstoot te geven aan zijn naaste, ten allen prijzen de deugd te bewaren – ook al gaat dit ten koste van het eigen oog, hand of voet. Zeer pijnlijke onthechtingen van de menselijke natuur zijn vereist om gered te worden, zoals in verband met de vraag zijn vrouw weg te sturen of te behouden.

De Farizeeën profiteren van die uitstekende gelegenheid om Jezus op de proef te stellen, om Hem in een valstrik te lokken en Hem te veroordelen tegenover de publieke opinie of tegenover de joodse wet, maar ook omdat dit het probleem is dat hen allemaal bezighoudt. Maar Jezus is streng: Hij doet een openbaring over de waardigheid en de heiligheid van het monogaam huwelijk.

3 Hij antwoordde hen: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” 4 “Mozes”, antwoordden ze, “heeft toegestaan een scheidingsakte op te stellen en haar weg te sturen.” 5 Ze veronderstelden dat Hij tegen de wet van Mozes zou ingaan. Jezus trapt niet in die val en heeft terstond een antwoord klaar dat hen met al hun controverses de mond snoert, een antwoord van een wijze Meester die alles weet, die vrij is tegenover alle commentatoren, die vrij is tegenover de wet van Mozes.

5 Toen zei Jezus hen: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. 6 Maar van bij het begin van de schepping heeft God hen als man en vrouw gemaakt.”Jezus herinnert aan het ideaal van de schepping en zal terug de kracht schenken om het na te leven. Jezus is Zoon van God, dat is evident.

7  “Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten 8 om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen nog slechts één vlees zijn. Jezus legt de oerwet uit, verdiept hem en toont er de volmaaktheid van aan. 9 Welnu, wat God verbonden heeft, mag de mens niet scheiden.” God maakt hen één en verenigt hen in eenheid.

10 Thuis gekomen ondervroegen de leerlingen Hem opnieuw hierover. 11 En Hij zei hen: "Al wie zijn vrouw verstoot en een andere huwt, maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk; 12 en als een vrouw haar man verstoot en een andere huwt, begaat ze overspel."

Jezus voert gelijkheid in; man en vrouw zijn met elkaar verenigd zolang ze zullen leven en in dezelfde hoedanigheid. Door deze woorden sluit Hij, om zo te zeggen, in zijn Hart de miljoenen christelijke gezinnen, christelijke echtgenoten van alle eeuwen in. Ze zijn nog slechts één vlees, dat is de wil van de Vader, maar wel moeten ze elkaar nog graag zien en zodanig en zo zuiver, zo groots dat nooit iets hen scheidt vermits God hen verenigd houdt.

Zuster Lucia, boodschapster van Onze-Lieve-Vrouw, zegt in haar berichten over Fatima niets anders en herinnert eraan dat « op onze dagen de manier waarop God het gezin heeft ingesteld slecht begrepen wordt en aangevallen wordt door valse en tegenstrijdige doctrines ten nadele van die waarvoor de goddelijke Schepper het heeft ingesteld. God heeft aan het gezin de heilige zending gegeven samen met Hem te werken aan het scheppingswerk.

« Immers, de goddelijke Schepper heeft aan het gezin een heilige zending willen toevertrouwen die van twee wezens één maakt in een dergelijke eenheid dat deze geen scheiding tussen de twee toestaat. Vanuit deze eenheid wil God andere wezens laten geboren worden: zoals planten brengt Hij bloemen en vruchten voort.

« God heeft het huwelijk ingesteld als een onlosmakelijke band. Van zodra ze het sacrament van het huwelijk hebben ontvangen is de eenheid tussen de twee echtgenoten definitief en laat geen verdeeldheid toe. Het is onontbindbaar zolang de echtgenoten in leven zijn. God heeft dit zo geconcipieerd.

« Ziehier de wet van het huwelijk: zodra de twee echtgenoten zich verenigd hebben met de zegen van God vormen ze, zowel de ene als de andere, nog slechts één enkel wezen, en deze eenheid laat geen afscheiding toe; de mens mag niet scheiden wat God verenigd heeft. Ze vormen nog slechts één enkel wezen door de band van de liefde die hen leidt tot de wederzijdse gave in eenzelfde ideaal van samenwerking met God aan het werk van de schepping, hetgeen hen leidt tot offer en opoffering die de gave van zichzelf steeds vraagt, die hen drijft elkaar te begrijpen, zich te verontschuldigen en elkaar vergeving te schenken. Aldus krijgt het huisgezin stevige fundamenten, heiligt het zich en verheerlijkt het God.

«Een huisgezin moet als een tuin zijn waar nieuwe rozenknoppen openbloeien en de wereld de frisheid geven van hun onschuld, hun zuivere aanblik en hun vertrouwen in het leven en de glimlach van hun gelukkige en zuivere jeugd. Alleen dan vindt God behagen in zijn geschapen werk, dat Hij het zegent en er zijn blik van Vader naar toewendt. Door anders te handelen wenden de echtgenoten het doel van het werk van God af, halen zijn plannen ondersteboven en schieten uiteindelijk tekort in de zending die God hen heeft toevertrouwd vermits ze haar niet vervullen.

«Dat is de reden waarom God ons in de Boodschap van Fatima oproept onze blik te wenden naar de Heilige Familie van Nazareth waar Hij wilde geboren worden, opgroeien en zich heiligen, om ons een model aan te reiken dat we kunnen navolgen op ons pad als bedevaarders op weg van de aarde naar de Hemel.»

abbé Georges de Nantes
(retraite 1986) & broeder Bruno van Jezus-Maria (15 augustus 2010)