24 JUNI 2018

Het mirakel van de gestilde storm is voor ons
een parabel voor onze apocalyptische tijden

HET verhaal over de gestilde storm dat de Kerk ons ter overweging aanbiedt op deze 12de zondag door het jaar is wonderlijk stichtend. Het leert ons wat we vandaag moeten doen tijdens de stormen van de Apocalyps die we moeten trotseren. Daarom moeten we deze parabel, die tegelijkertijd een mirakel en een van de meest actuele onderrichtingen is, met grote belangstelling lezen.

Jezus heeft verschillende keren de storm gestild. Dat wil zeggen dat we tijdens ons leven verschillende malen grote stormen zullen moeten trotseren, maar dat tenslotte, tijdens die vreselijke storm van het einde der tijden, Jezus alleen, te midden van zijn beangstigde leerlingen – dat wil zeggen de opvolgers van de H. Petrus en van de apostelen – in staat zal zijn de wind en de zee – de ontketende helse en wereldse machten – te temmen.

Jezus bevindt zich in de boot en slaapt. Wanneer men Jezus bij zich in de boot heeft, welk onheil kan er dan gebeuren? Als Hij rustig genoeg is om te slapen, Hij die alles weet, dan betekent dit dat niets ons kwaad zal berokkenen! Ja, maar als Jezus slaapt, dan betekent dat ook dat Hij niet tot ons spreekt, ons niet aanmoedigt! Het is juist dat Jezus in het tabernakel dikwijls slaapt. We staan ervoor met onze zorgen, onze vrees, onze moeilijkheden, onze bekoringen, onze beproevingen, onze kruisen en Jezus slaapt steeds verder! Laten we dus de apostelen niet misprijzen omdat ze angstig waren. Misschien zouden we in hun plaats vreselijke angsten doorstaan hebben en het feit dat Jezus in de boot was en sliep had ons zeker helemaal van streek gemaakt... Het bewijs is dat telkens wanneer ons iets enigszins buitengewoons treft, we ons bedreigd voelen.

35 In die tijd ging Jezus aan boord van een boot en zijn leerlingen volgden Hem.

Jezus gaat hier voorop. Hij is het die in de boot stapt alsof er niets aan de hand is. De leerlingen volgen en als een meester, een pedagoog, weet Hij heel goed wat gaat gebeuren, wat Hij gaat doen.

37 Er stak een hevige storm op...

Men moet weten dat het verraderlijk meer van Genesareth, gezien zijn ligging, stormen kent die men niet kan voorzien en waarvoor zelfs de beste vissers van het meer beducht zijn.

38 De golven sloegen over de boot, zodat hij al vol liep. 38 Intussen lag Hij in de achtersteven op het kussen te slapen.

38 De leerlingen maakten Hem wakker en riepen tot Hem: "Heer, red ons, we vergaan!"

Wat een eerbied, bewondering en vertrouwen, wat een intieme band was er tussen Jezus en zijn apostelen! Het is met veel vriendschap, liefde en vastberadenheid dat Jezus iets gaat doen. Dat woord "red ons!" is het sleutelwoord van mijn onderricht omdat onze heilige godsdienst geen liefde is zoals die verwoord wordt op alle bladzijden van de nieuwe Catechismus van de katholieke Kerk: de liefde, de liefde, de liefde! De beste én de ergste dingen gebeuren in naam van de liefde. Onze godsdienst is er een van redding, dat verandert alles.

We zijn niets, maar Hij, Jezus, is onze Verlosser. Dat zijn de ware verhoudingen die elk menselijk wezen, hoe heilig ook, op elk moment van zijn leven moet ervaren. Ook al is men de heiligste onder de mensen, toch is men niets voor het aanschijn van God; zelfs zijn onschuld of heiligheid of verdiensten zijn niets tegenover de heiligheid van God.

Gelukkig komt Jezus tussenbeide. Hij bevindt zich daar in de boot samen met hen. Hij bevindt zich in onze boot en dat is om ons te redden. « Heer, Gij die de Verlosser zijt, red ons want wij vergaan!» Ze gingen fysiek vergaan en misschien op moreel vlak het geloof verliezen bij deze gebeurtenis, maar ze werden gered. Ook wij lopen tijdens de stormen van ons leven alle risico’s.

Jezus zegt hen: "Waarom zijt ge zo bang, mannen met weinig geloof?"

Het is niet dat Hij hen een groot verwijt maakt, het gaat om wat men noemt een dialoog van onbegrip. De apostelen liggen nog steeds languit op de grond. Ze bevinden zich midden in de storm, benomen door hun zorgen en Jezus voert hen naar het hoger niveau, daar waar de hemel steeds onbewolkt, steeds kalm is.

Jullie kennen het gevaar, jullie vrezen het, maar verhef jullie hart en geloof in God. Op dat punt is het onmogelijk iets te vrezen! Het is een oproep tot ieder van ons te beseffen wat ons te doen staat, die opklimming, die verheffing van ons wezen. Als jullie de ergste stormen doormaken, verhef jullie dan en wees met Jezus in de hemelse rust waarin Hij zich nu bevindt.

39 Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot de wind en sprak tot het water: “Zwijg, stil!”

Dat is absoluut indrukwekkend. Wat een tafereel! Geen cinema, maar een feit. De modernisten zeggen dat het bedenksels van de primitieve gemeenschap zijn om te doen geloven dat... terwijl wij het getuigenis van de apostelen hebben en stukken van het origineel van het Evangelie van de H. Marcus. Ziedaar wat ze gezien hebben en onmiddellijk verteld hebben en sindsdien heeft men dat steeds herhaald. Dat is formidabel in de etymologische betekenis van het woord.

De wind ging liggen en het werd volmaakt stil.

Pater de Foucauld hield van dat woord. Heel het leven van de bekeerde Charles de Foucauld wordt samengevat in de woorden die hij graag schreef aan zijn nicht en heel wat anderen: « En het werd volmaakt stil.» Het is aldus dat in zijn bijzonder bewogen leven de liefde van Jezus zich op een dag geopenbaard heeft. Zijn Verlosser is langs gekomen, heeft Hem in zijn voetspoor meegenomen en dat heeft een grote rust in zijn ziel teweeg gebracht tot aan het einde van zijn leven. Geen grote wroeging, geen overvloedige tranen van boete of grote daden van boetedoening; een volmaakte, serene rust: de naam van Jezus alleen volstond om hem te vervullen van vreugde.

40 Hij sprak tot hen: “Waarom zijt ge zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?” 41Zij werden door een grote vrees bevangen en vroegen elkaar: “Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen?”

Verbazing die beetje bij beetje zal veranderen in bewondering. Uiteindelijk zullen de apostelen het ware geloof in Jezus Christus aannemen.

We bevinden ons in de laatste grote storm van de geschiedenis. Een parabel zoals deze spreekt tot ons. In volle storm is het mooi te geloven in de macht van Christus om wind en zee tot rust te brengen. We weten niet hoe we het er zullen van afbrengen, maar met Hem zijn we zeker dat op een dag die niet veraf is, de rust zal terugkeren. We zullen wel degelijk stormen kennen, maar als we het voorrecht en de genade hebben van getuigen te zijn in dat laatste uur, dan moeten we ten volle geloven in Jezus en zijn macht om de storm te stillen en ons naar de haven te voeren.

Abbé Georges de Nantes
 uittreksels uit de homilie van 31 januari 1993