21 APRIL 2019

De diepe betekenis van de Verrijzenis

WE zingen de glorie en de vreugde van de Verrijzenis. Jezus Christus, mens geworden Zoon van God, is verrezen, opnieuw tot leven gekomen en teruggekeerd in de Hemel aan de rechterkant van zijn Vader.

Maar wat is de diepste betekenis van deze Verrijzenis? Wat is het grootste belang ervan voor ons?

Het lijkt me dat zij een realiteit definieert die op onze dagen bijzonder vergeten of betwist wordt: de essentie zelf van onze godsdienst. Men reduceert de godsdienst dikwijls tot een menselijke activiteit, door mensen uitgevoerd ter vertroosting van hun eigen hart. Dat is het helemaal niet!

De godsdienst is voortdurend een offerande van de mensheid, welgevallig gemaakt door het Offer van Jezus, opdat God zich onophoudelijk zou verzoenen met de mensheid en haar zou aantrekken tot het bovennatuurlijk leven, tot het goddelijk leven, dichtbij Hem en voor altijd, voor eeuwig.

Omdat onze Heer Jezus Christus, zoals de Brief aan de Hebreeën het zegt, de enige en unieke Middelaar tussen de mensen en God zijn Vader is, moest de op aarde gekomen Christus verrijzen. Door de genade van God de Vader, die leven gaf aan zijn Zoon, moest Christus aangesteld worden tot eeuwige Hogepriester, moest Hij steeds levend zijn om tussen te komen voor de mensheid.

Dat alles is bijzonder mysterieus, zoals alle zaken van het geloof. Het zijn geen dingen die we zouden hebben kunnen uitvinden of uit onszelf zouden kunnen vatten, door het licht van ons eigen verstand, dat van nature veel te zwak is en, wat meer is, verduisterd door de zonde.

Maar wanneer God ons zijn plan openbaart, zijn plan van barmhartigheid, worden we gegrepen door de grootsheid en de diepgang van dat mysterie: God heeft gewild dat de mensen gered worden door hun Leider, Jezus Christus, na zijn Passie en zijn Verrijzenis aangesteld tot eeuwige Hogepriester van een nieuw en eeuwig Verbond. Hij heeft gewild dat van de mensheid onophoudelijk een stem gelijkaardig aan de onze opstijgt om God te doen neigen naar barmhartigheid en medelijden en Hem te smeken ons in overvloed zijn genade te schenken. Dat is de taak van Jezus, onze Soevereine Priester.

Daartoe was het nodig dat Jezus leeft en dat Hij na de smartelijke etappe van zijn aards verblijf voor altijd bekleed werd met zijn glorie en waardigheid van Priester, waarbij Hij macht heeft over Gods Hart. Jezus heeft macht over het Hart van God op een tweevoudige manier:

  1. Hij heeft die als Zoon van God die terug ten Hemel is opgevaren waar Hij zich aan de rechterhand van zijn Vader bevindt.

Ik houd ervan Hem te zien aan de rechterhand van de Vader zoals de H. Stephanus het toont in zijn visioen op het moment van zijn steniging. Jezus is aan de rechterkant van de Vader, rechtop staand, zoals de intendant van het Koninkrijk Gods die altijd klaar staat om op te treden. Hoewel het mysterieus is, lijkt het me dat de zielen van de heiligen en de engelen in de Hemel zijn, samen met Christus en zijn Moeder, de Onbevlekte Maagd Maria, en dat ze bezig zijn met een heilswerk dat we ons niet goed kunnen inbeelden.

  1. Jezus is ook aanwezig, levend, in alle tabernakels op aarde.

Op hetzelfde moment waarop Hij in de Hemel aan de rechterhand van God is, is Hij op aarde overal waar een priester brood en wijn consacreert opdat ze opgeofferd Lichaam en Bloed van Christus zouden worden.

Dat betekent dat Jezus in de Hemel bij zijn Vader tussenbeide komt voor de mensheid en terzelfdertijd op alle plaatsen op aarde waar het H. Misoffer gevierd wordt. Dat is wat aan zijn zending van Middelaar een voltrokken volheid geeft.

Deze opoffering is een toegewijde tussenkomst van een soevereine macht over het Hart van God, en de Mis, terwijl ze terzelfdertijd het Kruisoffer herhaalt, deelt er ons de genade van uit. Jezus is als een toegewijde en grootmoedige man die onophoudelijk brood aan de armen zou geven om hen te verzadigen, te voeden, hen de gezondheid naar lichaam en ziel te geven. Onophoudelijk en tot aan het einde van de wereld is Hij die liefdevolle priester die onder ons terugkeert om ons het Lichaam en Bloed te geven van het Slachtoffer, bron voor onze heiligheid op aarde en het eeuwig leven.

Omwille van dit diep godsdienstig en bovennatuurlijk motief zijn we vol vreugde over de Verrijzenis. In al teveel kerken helaas viert men vandaag Christus Bevrijder. Men wijst er op dat Jezus bevrijd werd door zijn Vader van alle onderwerpingen, alle vervreemdingen, alle lijden waaronder het vreselijkste van alle: de dood. Daarop gaat Jezus, bevrijd van alles, ons op onze beurt bevrijden van al onze vervreemdingen, onze lasten en onze slavernijen. Men zal het daarbij laten, verstrikt in een exclusief aards en revolutionair humanisme. Het is niet nodig een God te zijn, het volstaat een energiek man te zijn om de mensen van hun slavernijen te bevrijden...

Wat vandaag ons geluk uitmaakt, is wel degelijk veeleer de godsdienstige en goddelijke gedachte van een eeuwige Priester Jezus in de Hemel en een priester aanwezig in al onze parochies waar de Mis opgedragen wordt. De verrezen Jezus sterft niet meer, maar Hij doet leven. Hij doet ons leven en deelhebben aan zijn Verrijzenis in de mate waarin wij geloof hebben.

Verheugen we ons, zingen we tot Jezus die onder ons tegenwoordig is op deze heilige dag van Pasen. Hij is onze Soevereine en Eeuwige Priester die ons het leven geeft dat Hij met de prijs van zijn dood veroverd heeft door zijn Verrijzenis.

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van de paasvespers op 14 april 1974