140. De oplossing van de sociale kwestie

1. De op vrije basis ontstane verenigingen, in meer of mindere mate georganiseerd, weven tussen de gezinnen en de ondernemingen een economisch en sociaal netwerk, dat heel actief en flexibel is en in staat tot voortdurende aanpassingen aan de reële noden. Het vormt het ideale kader voor de oplossing van wat men de « sociale kwestie » noemt, die het leven van onze landen vergiftigt sinds de Franse Revolutie het individualisme heeft laten triomferen en zo de dagelijkse menselijke betrekkingen omgevormd heeft tot een onafgebroken antagonisme in alle mogelijke richtingen.

De communautaire ecologie daarentegen herstelt de harmonie van het sociaal leven door de arbeid zijn ware doel terug te schenken, namelijk de welvaart van de gezinnen, en zijn voornaamste bestaansvorm, deze van vrije verenigingen van gezinshoofden voor het behoud van hun materieel leven en hun voordeel door het voorzichtig in vereniging brengen van hun goederen en hun werk.

2. Door de sociale kwestie terug te brengen tot haar meest nauwe en menselijke proporties, in de context van de lokale en regionale gemeenschappen, het ambacht, de industrie, het beroep – in plaats van deze kwestie onvoorzichtig uit te breiden tot nationaal, ja zelfs multinationaal en internationaal niveau – zullen de samenwerking en de wederzijdse dienstbaarheid onder de leden van de arbeidsgemeenschap het in de geesten én in de dagelijkse realiteit halen op het antagonisme van de privébelangen en de systematische klassenstrijd.

Een stuk land huren of bewerken, geld lenen of investeren in een bedrijf, arbeiders in dienst nemen of zijn diensten aanbieden, zijn menselijke, broederlijke handelingen, onderlinge overeenkomsten op vrije basis die een gemeenschappelijk belang tot stand brengen. De bedachtzaamheid van de begunstigden verzekert er het welslagen, de stabiliteit en de best mogelijke evolutie van. Het is verbazingwekkend dat in onze huidige samenleving deze talloze menselijke relaties van materiële aard evenveel gensters geworden zijn van een immense vuurhaard van haat, splijtzwammen tussen collectieve machten zonder gezicht en zonder ziel in een wereld die plots gegrepen is door een vernietigende dwaasheid.

3. De enorme complexiteit van het moderne economisch leven hoeft geen ontmoediging te betekenen voor hen die een beroep doen op de naastenliefde om een waarachtige broederlijkheid tot stand te brengen. Die vloeit voort uit de eerbied voor het vaderlijk gezag, dat wil zeggen de eerbied voor het gezag op alle niveaus van het sociale leven. Men moet niet bang zijn om voor de sociale kwestie heldere ecologische principes aan te reiken, eenvoudige corporatistische oplossingen die de vrucht zijn van een overdenking van de menselijke natuur en de geschiedenis. Ze zullen in elk geval juister, rechtvaardiger en meer toekomstgericht zijn dan de onmenselijke en irrationele theorieën van hen die, in naam van de vrijheid en de gelijkheid, zoveel mislukkingen op elkaar gestapeld hebben en de hedendaagse wereld naar een onafwendbare catastrofe hebben geleid.