De apostasie van Assisië

Assisi, Piazza San Francesco, 24 januari 2002.
Assisi, Piazza San Francesco, 24 januari 2002. Centraal staat het enig voorwerp van verering dat voor « alle godsdiensten » aanvaardbaar was: een olijfboom. Niet het Kruis van Christus, die nochtans gezegd heeft: « Als Ik omhooggeheven zal zijn, zal Ik alles tot mij trekken. » De profeet Jeremias sprak harde woorden over de trouweloze Bruid: « Gij vreest Mij niet meer! Lang reeds hebt ge uw juk gebroken, uw banden verscheurd. Gij hebt gezegd: ik wil U niet dienen! Maar op iedere hoge heuvel en onder elke groene boom zijt ge gaan liggen als een hoer! » (Jer. 2, 19-20).

OP donderdag 24 januari 2002 was het Italiaanse Assisië voor de tweede keer het toneel van een « interreligieuze samenkomst » op initiatief van Paus Joannes-Paulus II. Een hoogfeest en een belangrijke bijdrage tot de wereldvrede ? Veeleer een dag van schande, want hoe moet anders genoemd worden « het afvallen van de levende God » (Heb. 3, 12) ? Eerder dan het hoofd van Christus’Kerk op aarde was Joannes-Paulus II in Assisië de president van de « MASDU », het « Mouvement pour l’Animation Spirituelle de la Démocratie Universelle ». Deze term bedacht door abbé de Nantes is helaas meer dan ooit realiteit aan het worden...

DE CULTUS VAN ASTARTE

« Onder een grote tent op het plein voor de benedenkerk van de basiliek van Franciscus zat de paus tussen de leiders van de verschillende godsdiensten. De inrichting van de ruimte was sober. Tegen een rode achtergrond was er slechts een vijgenboom [sic] als decoratie opgesteld » (Katholiek Nieuwsblad, 1 feb. 2002, p. 16).

Misschien had de redacteur van het Katholiek Nieuwsblad die zich van boom vergiste de vijgenboom in gedachten waarvan in het Lucasevangelie sprake is : de boom zonder vruchten die maar beter omgehakt kan worden (Lc. 13, 7). Het zou een symbool voor de bijeenkomst van Assisië kunnen zijn... Maar het Katholiek Nieuwsblad is zo kritiekloos positief over élk initiatief van de Paus dat het hier wel om een echte vergissing zal gaan.

In werkelijkheid zaten « de leiders van de verschillende godsdiensten » geschaard rond een olijfboom, « het symbool van de vrede ». Een vreemd beeld, die olijfboom die als een voorwerp van verering in het centrum van de bijeenkomst stond – als de heilige paal van de heidense godin Astarte, de Semitische vegetatie- en vruchtbaarheidsgodin tot wiens cultus religieuze prostitutie behoorde (cf. A. Van den Born e. a., Bijbels woordenboek). In die zin was de olijfboom van Assisië ongetwijfeld « een gruwel in de ogen van God ».

Nergens was het Kruis van Christus te zien. Jezus-Christus was ook elders in Assisië ongewenst : « Kruisbeelden waren verwijderd op plaatsen waar niet-christenen zouden bidden, zoals ook overige religieuze symboliek vrijwel geheel ontbrak », schrijft het Katholiek Nieuwsblad.

In de Hebreeënbrief spreekt Sint-Paulus met de grootste gestrengheid over hen die zich schuldig maken aan apostasie, dat wil zeggen het afvallen van het geloof in God, Vader, Zoon en Heilige Geest, dat zij bij het doopsel ontvangen hebben : « Want het is toch onmogelijk om hen die eenmaal verlicht zijn geweest, de hemelse gaven hebben gesmaakt, de Heilige Geest hebben ontvangen, het heerlijk woord Gods en de krachten der toekomstige wereld hebben geproefd, maar afgevallen zijn – het is toch onmogelijk om hen een tweede maal tot bekering op te wekken, omdat ze, zover het hun betreft, de Zoon van God opnieuw hebben gekruisigd en bespot » (Heb. 6, 4-6).

Jezus alleen is God, met zijn Vader en de Heilige Geest. Jezus is de enige Deur van het heil, met zijn Heilige Moeder. Noch op de aarde, noch in de hemel is er een andere naam waardoor wij kunnen gered worden van de verschrikkelijke ellende waarin de wereld wegzinkt. « Ik ben de deur : als iemand door Mij binnentreedt, zal hij veilig zijn » (Jo. 10, 9).

In 1986 organiseerde Joannes-Paulus II zijn eerste bijeenkomst in de stad van de H. Franciscus. Een dag van schande voor de Kerk, die toen openlijk verraad pleegde aan het woord van Christus : « Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. »

Deze waarheid heeft de Kerk gedurende tweeduizend jaar verkondigd en beleefd. En nu zouden wij plotseling een andere « Deur » zoeken dan Jezus-Christus !

DE THEORIE VAN DE 
« ANONIEME CHRISTENEN »

De « leiders van de verschillende godsdiensten » waren met honderdvijftig : orthodoxen, protestanten, anglicanen, joden, moslims, boeddhisten, hindoes, sikhs, animistische tovenaars enz. Anders dan in 1986 ontbraken deze keer enkele grote tenoren op het appèl : de Dalaï-Lama ; de grote imam van Al-Azhar, sjeik Mohammed Sayer Tantawi ; de twee opperrabijnen van Israël, Basjki Doron en Israël Meir Lau ; en tenslotte de zelfverklaarde “ aartsbisschop ” van Canterbury, Dr. George Carey. Maar ook deze afwezigen erkennen in Joannes-Paulus II de leider van de « interreligieuze bijeenkomst ».

De Paus kent zichzelf geen hoger gezag toe boven de anderen : de godsdienstvrijheid, zoals ze geproclameerd werd op het Tweede Vaticaans Concilie, is in zijn optiek gelijk voor allen. Zo is hij ertoe gekomen het transcendente gezag en de goddelijke volmaaktheid van de Rooms-katholieke godsdienst waarvan hij de behoeder is, over te dragen op àlle religies, alsof zij allemaal in hun oorsprong gelijk zouden zijn aan het katholicisme en inhoudelijk ermee vergelijkbaar.

Hij noemde de vertegenwoordigers van die religies dan ook « broeders en zusters », zonder enig onderscheid te maken. Maar vooral kondigde hij hen aan « welke de deur van Jezus » is op een manier die radicaal tegengesteld is aan het onderricht van zijn voorgangers. Joannes-Paulus II is een aanhanger van de theorie van Karl Rahner, die alle overtuigde gelovigen en mensen van goede wil van àlle godsdiensten ter wereld « anonieme christenen » noemt. De Zoon van God heeft volgens deze theorie bij zijn menswording aan alle mensen in zekere zin zijn goddelijkheid doorgegeven. Dit is het fundament van de « cultus van de mens » die door Paulus VI gevierd werd bij de sluiting van het Concilie. De geopenbaarde godsdiensten, het jodendom en zijn opvolger het christendom, zijn in die visie geen vijanden van de (valse) godsdiensten maar hun gidsen : ze zijn als oudere zussen die geroepen zijn om « zich ten dienste te stellen van de groei van heel
de mens en van elke mens
 », zoals de Paus het al op 22 december 1986 uitdrukte.

Een verontwaardigde abbé de Nantes schreef na de eerste bijeenkomst van Assisië : « De Kerk wordt er door de Paus toe gedwongen in alle valse godsdiensten niet langer dwalingen en verschrikkingen te zien waardoor de duivel de zielen gevangen houdt. De Kerk mag deze religies niet meer aanklagen en ze mag ze niet meer bestrijden om de volkeren voor Christus, hun enige Verlosser, te winnen » (Franse CRC nr. 230, feb. 1987, p. 7).

Van Sint-Paulus tot de H. Pius X heeft de Kerk zich altijd met klem verzet tegen de denkwijze van de huidige Paus : « Wat overeenkomst is er tussen Christus en Belial, of wat heeft de gelovige met de ongelovige gemeen ? En wat heeft een tempel Gods met afgoden uit te staan ? Welnu, wij zijn een tempel van de levende God. [...] Daarom dan : gaat van hen weg en zondert u af, zegt de Heer » (2 Cor. 6, 15-17).

OORLOG EN VREDE

Wat heeft deze bijeenkomst voor de wereldvrede opgeleverd ? In zijn slottoespraak zei de Paus : « Wij zijn als vredespelgrims naar Assisië gekomen om ons voor God te bezinnen op onze verplichting voor de vrede, om Hem het geschenk van de vrede te vragen... »

In 1916 gaf de Hemel in Fatima een duidelijk antwoord. Portugal was dat jaar in de Eerste Wereldoorlog betrokken geraakt. De Engel van de Vrede verscheen aan Lucia, Francisco en Jacinta en zei : « Bid, bid veel. De Heilige Harten van Jezus en Maria willen langs jullie om medelijden bewerkstelligen. Bied de Allerhoogste gedurig gebeden en offers aan. » Toen Lucia vroeg hoe zij zichzelf moesten offeren, sprak de Engel : « Bied God een offer aan van alles wat jullie kunnen, als eerherstel voor de zonden waardoor Hij beledigd wordt en als smeekbede voor de bekering van de zondaars. Op die manier zullen jullie vrede over jullie vaderland verkrijgen. Ik ben zijn beschermengel, de Engel van Portugal. Bovenal moeten jullie met onderdanigheid het lijden dat de Heer jullie zal zenden aanvaarden en verdragen. »

De Engel laat de herdertjes niet bidden voor de vrede. Zij moeten bidden tot eerherstel voor de zonden waardoor God beledigd wordt en voor de bekering van de zondaars. De oorlog is het loon van de zonde. Maar wie bidt en offers brengt tot eerherstel voor de zonde krijgt het geschenk van de vrede daar bovenop.

Sinds de openbaring van de twee eerste delen van het Geheim van Fatima, in 1941, weten we dat God de zorg om de vrede toevertrouwd heeft aan zijn Moeder. Zij is de Middelares : « Als men naar mij luistert, zal Rusland zich bekeren en zal men vrede kennen. » Maar nog nooit hebben de Pausen – met uitzondering van Joannes-Paulus I – naar Onze-Lieve-Vrouw geluisterd. De vrede is daarom verder af dan ooit.

In Assisië werd geen enkel gebed voor de bekering van de zondaars gezegd. Er was die dag zelfs geen Mis in Assisië. Onze-Lieve-Vrouw was er niet welkom. Het besluit dringt zich op : Assisië is het anti-Fatima !

Miljoenen mensen worden aan hun lot overgelaten. Niemand spreekt hen nog over de sacramenten van de Kerk, de rijkdom van de Eucharistie, de cultus van de H. Maagd en de heiligen, de schatten van de goddelijke openbaring die zij niet kennen. De schuld daarvoor ligt bij een Paus die bijna zonder ophouden de lof zingt van het talmoedisch, islamitisch of sjintoïstisch gebed en die zich uitput in leugenachtige complimenten aan het adres van de vertegenwoordigers van alle valse religies ter wereld – vertegenwoordigers die maar al te goed weten waarover het gaat en die er zich van bewust zijn hoe zij de goedgelovigheid van de ongelukkige massa’s uitbuiten. Dat alles is in het nadeel van de bevrijdende verkondiging van het Evangelie, dat nochtans het heil in zich draagt van de hele wereld.

naar broeder Bruno Bonnet-Eymard (ingekort)
Verrijzenis nr. 8, maart-april 2002