OVER DE OPVOEDING VAN DE KINDEREN 
VII. HET CHRISTELIJK GEZIN, TEKEN VAN HOOP

IK ben uiterst gelukkig als ik het aantal kinderen zie dat jaar in, jaar uit in onze CRC-gezinnen geboren wordt. Jullie weten dat de toekomst waarschijnlijk verschrikkelijk zal zijn en toch roepen jullie kinderen in het leven. Dat is de overwinning van ons Geloof, de uiting van onze Hoop, een daad van Liefde.

EEN DAAD VAN ZUIVERE LIEFDE

In geen enkele godsdienstige conferentie, preek of pauselijke encycliek worden de ouders nog uitgenodigd om kinderen te hebben, veel kinderen te hebben. Eerst maakten de media de kroostrijke gezinnen alleen maar verwijten ; als men nu over het dramatische geboortecijfer spreekt, is het om laag-bij-de-grondse materiële redenen, omdat de mensen die ouder worden tussen hun twee kinderen zich afvragen wie er voor hen zal werken als ze zestig of tachtig jaar zijn en wie hun pensioen zal betalen ! Dat zijn al even onedele argumenten om het geboortecijfer op te krikken als die welke men ons twintig jaar geleden voorschotelde om ons volk tot geboortebeperking op te roepen...

Elk gezin dat een nieuw kind tot het leven roept, stelt een daad van liefde tot God en tot de naaste die ik een daad van zuivere liefde noem. Die liefde is des te groter naarmate jullie beseffen dat elk kind jullie veel inspanningen zal kosten, dat ze kommer en kwel zullen meebrengen, dat jullie niet veel lof van je omgeving moeten verwachten, dat deze kinderen vreselijke moeilijkheden zullen kennen op school en in het beroepsleven en dat ook voor hen geldt dat ze hun redding slechts met moeite zullen veroveren. Maar jullie geloof overwint alle angsten ! Dat is prachtig en jullie hebben gelijk.

Alle ouders die hun kinderen in hun wiegje zien liggen, moeten denken aan de kroon die zij voor hen zullen vormen in de hemel. Wij zwoegen niet voor de aarde, wij zwoegen voor de hemel. Deze kinderen die jullie kroon zullen zijn, worden engelen, heiligen, uitverkorenen die God voor eeuwig zullen loven. Denk aan de pracht van jullie roeping : jullie wekken een ziel tot het bestaan, niet voor de beperkte tijd op aarde, niet voor jullie pensioen, zelfs niet voor jullie vertroosting gedurende de proeftijd van het leven, maar jullie roepen een wezen uit het niets tot de eeuwige glorie in de hemel. Dat is dankzij jullie !

Ik zeg “ dankzij jullie ”, maar eigenlijk geven júllie een dankzegging aan God. Jullie vermeerderen zijn glorie. Deze kinderen zijn nieuwe, persoonlijke wezens, elk kind is verschillend van zijn broer, zus of kameraad en in deze oneindige ruiker zal in de hemel iedereen zijn plaats innemen, met zijn eigen stem zingen en iets toevoegen aan de volmaaktheid en de volheid van het mystiek Lichaam. Dat moeten wij voor ogen houden.

« LAAT DE KLEINEN TOT MIJ KOMEN »

En of hun leven nu moeilijk of gemakkelijk zal zijn, dat heeft weinig belang. We moeten op dat vlak niet pessimistisch zijn, maar optimistisch. Als christelijke ouders kinderen tot leven wekken, moeten zij weten dat, als ze voor deze kinderen bidden, ze op voorhand verhoord zijn. Jullie zijn geen verdoemden aan het vermenigvuldigen ! Je moet de moed hebben om te zeggen : God, in zijn barmhartigheid en zijn liefde, belooft ons de hemel voor de kinderen die wij tot leven roepen, enkel voor zijn glorie.

« Laat de kleinen tot Mij komen », sprak Jezus. En daarom zijn de kinderen bij ons op hun plaats, zelfs als ze een beetje rumoer maken en dingen overhoop gooien. Pas op, ik zeg niet dat zij de baas zijn, we maken er geen koningen en prinsen van, neen ! Zij moeten zeker gehoorzamen, ze moeten opgevoed worden, we moeten hun slechte gewoonten verbeteren en er goede christenen van maken. Maar al zijn ze dan geen koningen, ze zijn toch de bloemen aan onze kroon, zij zijn de toekomst van de Kerk en als ze zouden moeten lijden en omkomen in de tijden van geloofsvervolging die ons wachten, zouden ze bij de heilige onschuldigen horen en de Heilige Onschuldige Kinderen van Bethlehem in de hemel vervoegen.

Met hun aardse redeneringen wenen de mensen bitter over kinderen die vermoord worden. Maar bekijken we het in een hoger perspectief : vermoorde kinderen hebben slechts enkele minuten afgezien en zijn dan van de armen van hun moeder voor de eeuwigheid terechtgekomen in de armen van de H. Maagd en in de armen van God ! Laten wij ons daarom in God verheugen dat al onze levens bestemd zijn voor het eeuwige paradijs ! Dat is het formidabele optimisme van de Kerk in het voetspoor van Onze Heer Jezus Christus. « Laat de kleinen tot Mij komen, want hen behoort het Rijk der Hemelen » en « Hun engelen zien de Heer van aangezicht tot aangezicht. » Dat betekent dat wij machtige voorsprekers in de hemel hebben.

Dat zijn dus de bovennatuurlijke redenen om ons te verheugen, om nieuwe kinderen tot het leven te roepen. En voor ons, priesters, om ze te dopen, voor de broeders en zusters om te hopen dat in al deze komende generaties nieuwe kloosterlingen zullen opstaan om onze rangen te verrijken en ons apostolaat verder te zetten. Het is een Kerk die op weg is naar het eeuwige leven, maar ook een Kerk die op weg is naar het universeel Koninkrijk. We moeten deze dubbele hoop koesteren : de hoop op de hemel, zeker, maar ook de hoop op een heropstanding van de Kerk en van ons vaderland, die aan deze kinderen een groot terrein van apostolaat en kolonisatie zal bezorgen, van overwinning op de Vijand over heel de aardbol.

AFLOSSING VAN DE WACHT

We moeten onthouden dat in tijden van droefheid, of erger, van grote nood, men uiteindelijk de smaak van de gelukkige dingen verliest. Zo lang al worden wij genegeerd, belasterd en zelfs verpletterd. Ik zeg volmondig dat wij, katholieken, sinds de tijd van mijn grootouders nooit anders hebben gekend dan nederlaag na nederlaag. Wij hebben de smaak van de vreugde verloren, wij weten niet meer wat het is : een overwinnend, gelukkig volk. Wij weten niet meer wat het is : een voorspoedige Kerk.

Gelukkig heb ik zelf nog de Kerk onder het pontificaat van Pius XII gekend. Wat was de Kerk toen groot ! Zij stond op het punt de wereld te veroveren en wij waren gelukkig. Wij hebben onder Joannes-Paulus I, Albino Luciani, vluchtig diezelfde vreugde geproefd, even die blijheid gekend die ons in vervoering bracht en deed opveren. Maar dat zal terugkomen. Wij hebben het zo gemist dat wij dronken van geluk zullen zijn als het zal gebeuren.

Op dat ogenblik zullen wij naar onze jongeren kijken, die door al deze beproevingen heen zijn moeten gaan, maar die ons dan zullen aflossen en ons werk verderzetten. Zij zullen evenveel succes en zege kennen als wij nederlagen en verdriet hebben geleden. Wij moeten hen zeggen dat alles voorbij gaat en dat het goede zal overblijven. We moeten hen geen dwaze beloften doen, maar woorden spreken van bovennatuurlijke hoop. En dus veel kinderen hebben, ze voorbereiden op de grote taak die God hen zal toevertrouwen in deze wereld en op de eeuwige opdracht die ze zullen hebben om de lof van God te zingen.

Daarom dus zijn deze kinderen onder ons uitverkorenen en bevoorrechten. Daarom dus houden wij van hen. Daarom ook verkies ik dat de ouders, als ze bij de communie naar voren komen om het Lichaam van Christus, zijn Ziel, zijn Bloed, zijn Godheid te ontvangen, hun kinderen op de arm hebben en later aan de hand om hen, zo klein ze zijn, al voor te bereiden en hen smaak te doen krijgen naar de heilige Tafel om op hun beurt op een dag Onze-Lieve-Heer te ontvangen. Zo gaat de Kerk verder.

Daarom ook is het dat wij, telkens als wij hier de storm hebben ingeschat die het schip van de Kerk dreigt te doen omslaan en te verzwelgen, toch telkens vol vreugde van hier vertrekken omdat God met ons is en omdat God de redding van de mensheid wil. Dat beloofde Onze-Lieve-Vrouw ons in Fatima ! Welke ook de moeilijkheden, het verdriet en de beproevingen mogen zijn, wij weten dat het maar een ogenblik is waar we doorheen moeten, dat het maar een etappe is en een plan van God, een plan van barmhartigheid.

GELOOF IN DE TOEKOMST

In plaats van voort te sloffen, de moed op te geven en ons te laten overwinnen door het heidendom rondom ons, weten wij wat wij willen. Wij dragen een prachtige erfenis mee en die moeten wij aan de volgende generatie doorgeven. Maar als wij onderweg bezwijken, zullen onze kinderen er erger aan toe zijn dan wij. Als wij echter volhouden en ons inspannen om op de hoogte te blijven van de CRC-leer, vaak hier samenkomen om Gods lof te zingen en elkaar terug te zien, dan zullen onze kinderen in ons voetspoor stappen. Het is helemaal fout terneergeslagen van hier te vertrekken onder het voorwendsel dat de kinderen naar die school ginder moeten en naar dat kamp daar en slechte voorbeelden zullen zien en te denken dat de wereld ze zal opslokken, dat is niet waar ! Als de ouders hun plicht maar doen...

Houd van jullie kinderen, dat is het eerste wat je moet doen. Ik zeg dus niet dat je eerst en vooral je kinderen moet verbeteren, dat je hen in de allereerste plaats moet onderrichten. Neen, eerst moet je van hen houden, want de liefde van een vader en een moeder is als de ademhaling voor een kind. Het is voor hen de gloed van de zon, hun dagelijks brood, hun wijn van elke dag. Houd van jullie kinderen en jullie zullen ermee kunnen doen wat jullie willen !

Houd van hen, offer je voor hen op en als ze groter worden dan moet je hen natuurlijk verbeteren, op een vriendelijke manier, en hen onderrichten in alles wat de volheid en de vreugde van jullie hart uitmaakt. Zo’n kinderen zullen in jullie voetspoor stappen, omdat ze in hun ouders een groter vertrouwen hebben dan in wie ook.

Abbé Georges de Nantes
Hij is verrezen ! nr. 90, november-december 2017