TIEN LEUGENS TEGEN FATIMA

De bekendmaking van het Derde Geheim van Fatima op 26 juni 2000 werd voorafgegaan en begeleid door een mediacampagne vanuit het Vaticaan. De bedoeling was de invloed van het Geheim te neutraliseren door het te bedelven onder een stortvloed van leugens, vervalsingen en onwaarheden. Met andere woorden: een echte doofpotoperatie! In dit artikel worden tien frappante leugens aan de kaak gesteld.

 

 

1. Niet bindende « privé-openbaring »

« DE boodschap van een privé-openbaring is een hulpmiddel dat aangereikt wordt zonder dat men verplicht is er gebruik van te maken », schrijft kardinaal Ratzinger in zijn Theologisch commentaar op het Geheim. Alsof de gezagsdragers van de Heilige Kerk niet de taak en de verplichting hebben aan de wil van Gods Hart en aan de verzoeken van de Hemel te voldoen!

Joannes Paulus II en Onze-Lieve-Vrouw van FatimaAbbé de Nantes heeft het in herinnering gebracht in zijn Aanklachtenboek wegens ketterij, gericht aan de Auteur van de zogenaamde Catechismus van de katholieke Kerk, dat overhandigd werd aan de Congregatie voor de Geloofsleer op 13 mei 1993: « Het katholiek Leergezag is bevoegd én verplicht om de openbaringen die oneigenlijk “privé-openbaringen” genoemd worden te onderzoeken, maar eens het deze erkend heeft als “authentiek” en vrij van dwaling, heeft het niet de vrijheid deze openbaringen ondergeschikt te maken aan zijn eigen gezag en herderlijke macht om ze te negeren of te bestrijden. Het is de taak van het Leergezag om de waarheid en echtheid van deze openbaringen te bestuderen, maar niet om te beslissen over de opportuniteit of het belang ervan voor de Kerk. Wat van de Hemel komt, is bindend voor iedereen » (Franse CRC nr. 291, april 1993, p. 5).

2. « Denkbeeldige visioenen »

Volgens kardinaal Ratzinger waren de taferelen en de gedaanten die de drie zieners van Fatima aanschouwd hebben slechts “innerlijke of denkbeeldige visioenen”; ze bevonden zich « niet uitwendig in de ruimte, zoals dit bijvoorbeeld het geval is met een boom of een huis » (Theologisch commentaar op het Geheim). De kardinaal situeert de verschijningen van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima dus niet in de ruimte. Er dient gezegd dat hij ze ook niet in de tijd situeert: heeft hij niet op een dag – het was in 1985 – verklaard dat Fatima een verschijning van de negentiende eeuw is!

De getuigenissen van de drie kinderen tonen daarentegen aan dat het wel degelijk ging om reële en objectieve verschijningen van een levend lichaam, dat door de zieners werd waargenomen als zich bevindend buiten hen. En de talrijke gelovigen die bij de verschijningen op de Cova da Iria aanwezig waren, hebben met verbazing de waarneembare tekenen gezien van de komst en de aanwezigheid van de Heilige Maagd in haar verheerlijkt lichaam.

3. Verzinsels van Lucia

Kardinaal Ratzinger insinueert vervolgens dat de visioenen van het Derde Geheim slechts verzinsels zouden zijn van Lucia, ontsproten aan vage herinneringen aan de devotie uit haar kindertijd: « Het besluit van het Geheim doet denken aan de afbeeldingen die zuster Lucia kan gezien hebben in godsdienstige boeken en waarvan de inhoud voortkomt uit oude intuïties van het geloof. »

Zuster Lucia heeft het voorrecht gehad om, tenminste tot aan haar intrede in de Karmel, begeleid te zijn door een reeks priesters van wie de intelligentie, de bovennatuurlijke wijsheid, het onderscheidingsvermogen en dikwijls zelfs de persoonlijke heiligheid unaniem erkend werden. Geen enkele van deze geestelijken heeft ooit getwijfeld aan de authenticiteit van de verschijningen en de hemelse boodschappen waarvan zij het voorrecht genoot. Citeren we het getuigenis van kanunnik Formigao:

« Elk antwoord van de zieneres, elk woord van haar geeft blijk van een niet te miskennen eerlijkheid in haar uitspraken, van de echtheid van haar getuigenis. Ze drukt zich uit met een opvallende sereniteit, rust en eenvoud, op een vastberaden toon en met een diepe overtuiging, en terzelfdertijd met een grote nederigheid alsof het om zaken ging die haar niet aanbelangden. Haar getuigenis laat dan ook niets te wensen over en is op geen enkele wijze, op welk punt ook, minderwaardig aan dat van de zalige Bernadette Soubirous, de engelachtige zieneres van Lourdes, tijdens haar canoniek proces dat gevoerd werd in opdracht van Mgr. Laurence, bisschop van Tarbes » (Processo canonico diocesano, uitg. Santuario de Fatima, 1999, p. 207).

Kortom, de verdenkingen en het scepticisme van kardinaal Ratzinger zijn onrechtvaardig en niet te rechtvaardigen, en bijgevolg verwerpelijk.

Deze eerste reeks dwalingen, door alle intellectuelen die aangetast zijn door het modernisme vlot overgenomen, leidt tot het verbreken van elke band tussen de Hemel en de aarde.

Maar omdat er nog naïeve zielen bestaan die vurig en reactionair zijn en die ondanks alles hun devotie tot Onze-Lieve-Vrouw van Fatima bewaard hebben, heeft “men” nog een tweede reeks verdraaiingen en vervalsingen in petto...

4. De toewijding van Rusland

In de inleiding tot het Romeins dossier van 26 juni 2000 beweert Mgr. Bertone, secretaris van de Congregatie voor de Geloofsleer, dat de collegiale toewijding van Rusland door Paus Joannes-Paulus II voltrokken zou zijn op 25 maart 1984. « Daarom is elke discussie, elke nieuwe petitie ongegrond. »

Mgr. Bertone schuift slechts één argument naar voren ter ondersteuning van zijn stelling: « Zuster Lucia bevestigde persoonlijk dat deze plechtige en universele akte van toewijding overeenstemde met wat Onze-Lieve-Vrouw wenste (“ Sim, esta feita, tal como Nossa Senhora a pediu, desde a dia 25 de Março de 1984. Ja, het is gebeurd zoals Onze-Lieve-Vrouw het gevraagd had, op 25 maart 1984”, brief van 8 november 1989). »

Het getuigenis van de zieneres is vervalst. We herinneren eraan dat de Katholieke Contrareformatie zich verzet heeft tegen deze intoxicatiecampagne, meer dan tien jaar geleden, door het gekonkel van de aanstokers ervan aan te klagen. Ze was het eerste tijdschrift ter wereld dat overging tot de publicatie van de bewuste brief van 8 november 1989, gericht aan Walter N. Noekler, alsook van enkele andere brieven die in dezelfde periode verschenen, om er onmiddellijk door de interne kritiek het apocriefe en dus leugenachtige karakter van aan te tonen. Ons besluit (mei 1990) luidde als volgt:

« In deze brief wordt het belangrijke verzoek van Onze-Lieve-Vrouw aangaande Rusland verduisterd en wordt heel de boodschap van Fatima verdraaid. We hebben nogmaals te maken met een vervalsing: dat is onze vaste overtuiging. Deze zogenaamd van Lucia afkomstige brieven, gericht aan Maria de Belem, aan E. P. Leonard, aan Walter N. Noekler, aan het tijdschrift 30 Giorni, zijn vervalsingen die ongetwijfeld gemaakt werden onder de dekmantel van de hoogste gezagsdragers in Rome » (Franse CRC nr. 264, mei 1990, p. 9).

5. De eerherstellende devotie

Vijfde leugen, door verzwijging: in het Romeins dossier van 26 juni worden de verschijningen en het door Onze-Lieve-Vrouw te Pontevedra meegedeelde verzoek, te weten de goedkeuring van de eerherstellende devotie van de vijf eerste zaterdagen van de maand – waarvan de goddelijke gave van de vrede afhangt – totaal achterwege gelaten.

Helaas is dit niets nieuws. Sinds vijfenzeventig jaar heeft Rome deze devotie altijd hooghartig genegeerd. Pater Simonin, die zichzelf niet de minste kritiek toestond tegenover Z. H. Paus Joannes-Paulus II, drukte er zelf zijn verbazing over uit in 1985:

« Naast de toewijding van Rusland aan het Onbevlekt Hart van Maria vroeg zuster Lucia vanwege Onze-Lieve-Vrouw de goedkeuring door de Paus van de devotie van de eerste zaterdagen van de maand. We dienen te zeggen dat dit tot op heden nog niet gerealiseerd is, door geen enkele Paus, om ik weet niet welke reden » (aangehaald in: Franse CRC nr. 261, febr. 1990, p. 6). Pater Simonin kon zich niet voorstellen dat de Paus bedrogen en misleid kon zijn door de valse theorieën van de volgelingen van pater Dhanis.

6. « In 1960 »

Zesde leugen, betreffende de datum van de bekendmaking van het Derde Geheim. In het verslag van zijn onderhoud van 27 april 2000 met zuster Lucia, schrijft Mgr. Bertone haar volgend antwoord toe:

« Het is niet Onze-Lieve-Vrouw maar ikzelf die deze datum van 1960 heb vastgesteld, want volgens mijn intuïtie zou men het vóór 1960 niet begrepen hebben, wél achteraf. Nu is men in staat om het beter te verstaan. »

Men kan moeilijk geloven dat zuster Lucia over haar « intuïtie » zou gesproken hebben, temeer daar zij woord voor woord zou tegengesproken hebben wat zij voortdurend heeft gezegd. Kanunnik Barthas schreef immers in 1952:

« “Wanneer zal het derde element van het Geheim ons onthuld worden?” Reeds in 1946 antwoordden Lucia en Mgr. de Bisschop van Leiria mij eenstemmig, zonder aarzeling en zonder commentaar: “ In 1960.” En toen ik zo stoutmoedig was te vragen waaróm we tot dan moesten wachten, bekwam ik als enig antwoord, zowel van de ene als van de andere: “ Omdat Onze-Lieve-Vrouw het zo wil ” » (Fatima, merveille du XXe siècle, p. 83).

7. De leugen van de woordvoerder

Om de modernistische sekte gerust te stellen en de trouwste volgelingen van Onze-Lieve-Vrouw in de war te brengen, kondigde Navarro-Valls, de woordvoerder van het Vaticaan, op 21 mei 2000 aan dat de openbaring van het Geheim een afkeuring zou inhouden van « het anti-oecumenisch traditionalisme ».

Dit komt erop neer te beweren dat het Derde Geheim het Tweede zou tegenspreken: « Als men luistert naar wat ik vraag, zal Rusland zich bekeren en zal men vrede kennen. » “Rusland bekeren”, dat betekent beslist het tegenovergestelde doen van de “Oecumenische Beweging”, die buiten én tegen de Roomse Kerk is ontstaan, tijdens het congres van Stockholm in 1925, en die veroordeeld werd door Pius XI en Pius XII. Van deze protestantse oecumene is men sinds het Tweede Vaticaans Concilie plots gaan beweren dat ze uitgaat van de Heilige Geest. Ze beschouwt de “afgescheiden christelijke Kerken en gemeenschappen” als even zovele afgezonderde ledematen van één enkel mystiek Lichaam dat gebroken is en terug samengesteld moet worden, door een inspanning tot bekering en verzoening van allen met allen, op gelijke voet, zonder overwinnaar of overwonnene. Dat is niet waar Onze-Lieve-Vrouw naartoe wil! « Jullie hebben de hel gezien waarnaar de zielen van de arme zondaars gaan. Om hen te redden wil God in de wereld de devotie tot mijn Onbevlekt Hart instellen. Als men doet wat ik u ga zeggen zullen vele zielen zich redden en zal men vrede hebben. »

Maar “ Men” heeft niet gewild: van Pius XI tot Joannes-Paulus II hebben de pausen Rusland niet willen toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria. Het resultaat is daar, als vrucht van het oecumenisch decreet Unitatis redintegratio dat Vaticanum II afgekondigd heeft: een immense desintegratie, een veld vol ruïnes!

Welnu, de publicatie van het Derde Geheim heeft onthuld dat dit voorzien was: Onze-Lieve-Vrouw had op voorhand aan Lucia, Francisco en Jacinta op vrijdag 13 juli 1917 « een grote stad voor de helft verwoest » getoond...

8. De beste der werelden

Achtste leugen: het Derde Geheim zou slechts betrekking hebben op een voorbije periode. Kardinaal Ratzinger: « Vóór alles (!) moeten (!) wij bevestigen (!) met kardinaal Sodano: “De omstandigheden waarnaar het derde deel van het Geheim van Fatima verwijst lijken (!) voortaan (!) tot het verleden te behoren.” In de mate waarin bepaalde gebeurtenissen voorgesteld worden, behoren deze voortaan tot het verleden. »

Men moet met blindheid geslagen zijn om in het hemelse visioen van het Derde Geheim niet de film te zien van de huiveringwekkende actualiteit van vandaag. Zijn de vlammen die uitgaan van « het vurig zwaard » van de Engel des doods niet al die oorlogen die zich wereldwijd verspreiden in Afrika, Azië, Zuid-Amerika, de Balkan, Palestina, en die de hele aardbol in een vuurzee dreigen te veranderen?

Nochtans ligt de oplossing voor ons. Het visioen van het Derde Geheim brengt het onder onze ogen: deze vlammen « doofden uit toen zij in aanraking kwamen met het schitterend licht dat Onze-Lieve-Vrouw er vanuit haar rechterhand op liet stralen ». Om veel zielen te redden en vrede te kennen is het nodig en volstaat het dat de Paus Rusland toewijdt aan het Onbevlekt Hart van Maria en de eerherstellende Communie van de eerste zaterdagen aanbeveelt. Maar daartoe moet men het geloof bezitten.

9. Leugen en doodslag

De negende leugen is moorddadig. Joannes-Paulus II zou zelf de « in het Wit geklede Bisschop » zijn die door de drie zieners op 13 juli 1917 aanschouwd werd « in een buitengewoon licht dat God is »; hij zou de uitverkorene van Onze-Lieve-Vrouw zijn, terwijl hij nochtans sinds het begin van zijn pontificaat onophoudelijk haar verzoeken misprijst! Om dit te doen geloven, verminkte de kardinaal-staatssecretaris in zijn mededeling van 13 mei 2000 de authentieke tekst van het Geheim: de « in het Wit geklede Bisschop » die wordt « gedood » wordt in zijn “vals geheim” iemand die ter aarde valt, « als [sic] dood ».

Wat kardinaal Ratzinger betreft, deze schrijft: « Toen de Paus, na de aanslag van 13 mei 1981, de tekst van het derde deel van het “geheim” liet brengen, moest hij daarin dan niet zijn eigen lot herkennen? Hij heeft zeer dicht [sic] bij de poort van de dood gestaan en zelf heeft hij als volgt uitgelegd hoe hij is gered: “Een moederlijke hand heeft het traject van de kogel geleid en de in doodstrijd verkerende Paus heeft halt gehouden op de drempel van de dood” (13 mei 1994). Dat hier een “moederlijke hand” de dodelijke kogel heeft afgeleid toont enkel nogmaals aan dat er geen onveranderlijk lot bestaat, dat geloof en gebed krachten zijn die invloed kunnen hebben op de geschiedenis, en dat uiteindelijk het gebed sterker is dan projectielen, het geloof machtiger dan de verdeeldheid. »

Welk verband is hier met de gebeurtenissen die in het visioen aangekondigd worden? Geen enkel!

De niet te omzeilen waarheid is dat de enige Paus-martelaar van de twintigste eeuw in wie het visioen van 13 juli 1917 voltrokken is, onze geliefde Joannes-Paulus I is, wiens naam in het Romeins dossier van 26 juni 2000 gewoon niet voorkomt. Als pausen van de twintigste eeuw worden daar genoemd: Pius X, Benedictus XV, Pius XI, Pius XII, Joannes XXIII, Paulus VI, Joannes-Paulus II. Eén enkele ontbreekt: Joannes-Paulus I, een tweede maal “gedood”!

Maar waarom wil men Joannes-Paulus I absoluut doen vergeten? Welk is het geheim hierachter? Mgr. Loris Capovilla, die de vertrouwelijke raadgever was van Joannes XXIII, beging de onvoorzichtigheid een tip van de sluier op te lichten. Hij herpakte zich onmiddellijk, maar het woord was eruit. Daags na de verklaring van kardinaal Sodano waarin de bekendmaking van het Derde Geheim werd aangekondigd publiceerde de Corriere della Sera (15 mei 2000) een vertrouwelijke mededeling van Mgr. Capovilla, « bisschop-emeritus van Loreto, één van de vier nog in leven zijnde personen die het document gelezen hebben dat sinds veertig jaar bewaard wordt in de archieven van het voormalig Heilig Officie: in de tekst van het Derde Geheim van Fatima had Joannes-Paulus I, paus Albino Luciani, gestorven in 1978 na enkele weken van pontificaat, een bepaalde voorspelling gelezen die op hem betrekking zou hebben gehad. »

Denken we in dit verband ook aan het verhaal van de Kruisweg die door Mgr. Felici aan Joannes-Paulus I geschonken werd: daags na zijn uitverkiezing zei Joannes-Paulus I tot kardinaal Felici dat hij de Kruisweg op zijn tafel geplaatst had, en hij voegde eraan toe: « Hij is reeds begonnen. » De kardinaal merkte op dat boven de kleine Via crucis de verrezen Christus triomfeerde. « Ja, antwoordde de Paus, maar na de dood » (Osservatore romano, 28 sept. 1980).

Het lijkt er op dat sommige intieme vrienden van Albino Luciani op de hoogte waren van de tragedie die zich aankondigde: « Het zijn zaken, zei hij tot Mgr. Girolamo Bartolomeo Bortignon, bisschop van Padua, die ik zal meenemen in mijn graf » (aangehaald door Regina Kummer, Albino Luciani. Una vita per la Chiesa, Padova, 1988, p. 223). Maar door de bekendmaking van het Derde Geheim is het de H. Maagd zelf die ons het martelaarschap van haar uitverkorene onthuld heeft, opdat hij erkend en vereerd zou worden zoals Zij het wil!

10. Een leugenachtig devies

De devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria wordt door Joannes-Paulus II helemaal doodgezwegen, hoewel hij nochtans volgens zijn lijfspreuk “ Totus tuus” belijdt haar « helemaal toe te behoren ». Zo miskende de Paus in de homilie van de heiligverklaring van de zieners, op 13 mei 2000, de opwellende bron van genaden die zo snel de zalige herderskinderen geheiligd heeft. Zelfde weglating in zijn Akte van vertrouwen in Maria van 8 oktober 2000. Op die manier misprijst hij de dierbaarste wilsbeschikkingen van onze God die de redding van de zielen en van de wereld verbonden heeft aan de devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria, volgens de steeds terugkerende woorden van zuster Lucia: « In de tijd die wij beleven is het deze devotie die ons zal redden. »

De Allerheiligste Maagd Maria, onze Koningin aan wie Gods oordeel over ons is toevertrouwd, heeft ons op 13 juli 1917 alles onthuld wat noodzakelijk was voor de zielen voor hun eeuwig heil, voor de naties voor hun tijdelijk welzijn, voor de Kerk voor haar overwinning op de ontketende hel.

Vooreerst heeft Zij aan die drie jonge kinderen de hel getoond. Dit visioen op zich alleen al veroordeelt het humanistisch optimisme van Paus Joannes-Paulus II. Het laat zien welk vergift dit betekent voor de zielen. Maar onze goede Hemelse Moeder biedt ons onmiddellijk het tegengift aan: de devotie tot haar Onbevlekt Hart, die een devotie van eerherstel is, volgens het gebed van de Engel die haar verschijningen voorafging: « Ik vraag u vergiffenis voor hen die niet geloven, niet aanbidden, niet hopen en U niet beminnen.

Van dit enige echte redmiddel wil de Paus niet horen. Liever zoekt hij de moslims en de joden op, de communisten en de liberalen, de anglicanen en de orthodoxen, om gestalte te geven aan zijn hersenschim van een wereld waarin de godsdiensten nog slechts één enkele “Beweging voor Geestelijke Bezieling van de Universele Democratie” vormen [in het Frans: Mouvement d’Animation Spirituelle de la Démocratie Universelle (MASDU), een door abbé de Nantes bedachte benaming om het streven van Paulus VI en Joannes-Paulus II te kenmerken – nvdr]. Onlangs nog, naar aanleiding van de zevende ontmoeting van het verbindingscomité tussen katholieken en moslims die plaats vond te Rome op 4 en 5 juli, verkondigde het slotcommuniqué « het belang van de dialoog tussen de beschavingen voor de wederzijdse kennis en de gemeenschappelijke inzet voor vrede en harmonie, om de menselijke samenlevingen te beschermen tegen rampen, armoede en morele degradatie. Wij verwerpen daarbij de stelling die de botsing tussen de beschavingen en het sociaal conflict als onvermijdelijk beschouwt. » Tegenover dit ijdel plan is er één enkele belofte die onze hoop ondersteunt en onze harten doet ontbranden met een heilige liefde: « Uiteindelijk zal mijn Onbevlekt Hart zegevieren. De H. Vader zal Rusland aan mij toewijden dat zich zal bekeren, en de wereld zal een tijd van vrede kennen. » Het plotse herstel van de Kerk zal gebeuren door de genade van de Onbevlekte. Zij zal de krachten van de hel overwinnen en de kop van de slang verpletteren.

broeder Bruno Bonnet-Eymard
Verrijzenis nr. 9, mei-juni 2002