DE LIJKWADE VAN TURIJN IS AUTHENTIEK

HET BEDROG VAN DE KOOLSTOFDATERING ONTMASKERD

Van 19 april tot 24 juni 2015 kan de Lijkwade van Turijn opnieuw vereerd worden. « Maar het gaat toch om een vervalsing uit de middeleeuwen ? » Dat is inderdaad wat een aantal fraudeurs ons meer dan een kwarteeuw geleden probeerden wijs te maken. Hieronder volgt een samenvatting van de bevindingen van abbé de Nantes en broeder Bruno over de grootste wetenschappelijke misdaad van de twintigste eeuw.

IN oktober 1981 publiceerden de leden van de STURP (Shroud of Turin Research Project), een multidisciplinair team van een der­tigtal wetenschappers, op een symposium de resultaten van hun onderzoek : « We kunnen op dit ogenblik besluiten dat de beeltenis op de Lijkwade die van een echte gegeselde en gekruisigde man is. Het gaat niet om het werk van een kunstenaar. De bloedvlekken bevatten hemoglobine en geven ook een positief resultaat op albuminetesten. »

Daags na het symposium gaf het bestuur van het British Museum aan de directeur van zijn onderzoekslaboratorium, Dr. Michael Tite, de toelating om op te treden als supervisor bij een project om de Lijkwade te dateren met behulp van de koolstofmethode. Van wie dit initiatief uitging en met welke bedoeling bleef een mysterie.

Toen kardinaal Ballestrero, de aartsbisschop van Turijn, op 13 oktober 1988 bekendmaakte dat het onderzoek met de koolstofmethode uitwees dat het beroemde lijnwaad uit de middeleeuwen dateerde, fronsten velen die op de hoogte waren van de formidabele ontdekkingen die kort tevoren door de STURP gedaan waren, dan ook verbaasd de wenkbrauwen. Van twee mogelijkheden één : ofwel waren alle wetenschappelijke bevindingen die wezen in de richting van de authenticiteit van de Lijkwade op de een of andere manier fout... ofwel klopte er iets niet met de koolstofdatering.

Abbé Georges de Nantes en broeder Bruno Bonnet-Eymard voerden een grondig onderzoek uit rond de hele kwestie van de datering. Hun conclusie liet geen twijfel bestaan : er werd bewust en met duistere bedoelingen geknoeid. Niet de Lijkwade is vals, wél de datering ervan door de laboratoria van Tucson (Arizona), Zürich en Oxford.

INBREUKEN OP HET AFGESPROKEN PROTOCOL

De plek waar Riggi op 21 april 1988 een fragment uit de Lijkwade knipte.
De plek waar Riggi op 21 april 1988 een fragment uit de Lijkwade knipte.

In september-oktober 1986 werd onder het gezag van kardinaal Ballestrero een minutieuze procedure op punt gesteld tussen de zeven laboratoria die aangeduid waren voor de koolstofdatering en de Pauselijke Academie voor wetenschappen. Merkwaardig genoeg werden de geleerden van de STURP volledig uitgesloten.

Het Protocol van Turijn, 800 bladzijden dik, voorzag echt alles, vanaf het nemen van een staal van de H. Lijkwade door Mechtilde Flury-Lemberg van de Abegg Stiftung (Bern), de hoogst gekwalificeerde autoriteit ter wereld voor het uitvoeren van zo’n delicate operatie waarvan al de rest afhing, tot de twee dateringsmethodes die zouden gebruikt worden.

Nadien werd dit protocol op een aantal punten echter niet gerespecteerd :

  1. Waarom werd mevrouw Flury-Lemberg opzij geschoven ten voordele van de volslagen onbekende signor Riggi uit Turijn ?
  2. Waarom werden slechts drie laboratoria (Tuc­son, Zürich en Oxford) weerhouden en gebruikte men slechts één dateringsmethode ?
  3. Waarom werd de hele coördinatie uitsluitend in handen gegeven van Michael Tite ?
  4. Waarom werd de enige écht internationale instelling, de Pauselijke Academie voor wetenschappen – die een zeer grote faam geniet – uitgesloten ? We weten enkel dat kardinaal Casaroli in opdracht van Joannes-Paulus II in mei 1987 een brief aan de aartsbisschop van Turijn schreef waarin het bevel werd gegeven de Academie te schrappen (de labo’s kregen een kopie van die brief).

Door deze inbreuken op het protocol kreeg Dr. Tite de vrije hand. Hij kon alle initiatieven nemen die hij wilde, zonder controle van wie dan ook. En vergeten we niet dat hij een ideologische tegenstander is van ons katholiek geloof met zijn devoties en “ relikwieën ”.

Voor we overgaan tot de reconstructie van deze wetenschappelijke misdaad is het wellicht nuttig alle gebeurtenissen met betrekking tot de datering op een rijtje te zetten.

CHRONOLOGIE VAN DE KOOLSTOFDATERING

1988

Januari. Tite belegt in Londen een vergadering met de vertegenwoordigers van de drie laboratoria (Oxford, Zürich en Tucson) die geselecteerd werden voor de koolstofdatering van de H. Lijkwade. De Italiaan Luigi Gonella, wetenschappelijk adviseur van kardinaal Ballestrero, is ook uitgenodigd.

Februari-maart. Tite gaat, vreemd genoeg, op zoek naar een stuk lijnwaad dat als twee druppels water gelijkt op de Lijkwade ; dat blijkt uit een brief die hij op 12 februari naar de Franse onderzoeker Jacques Evin schrijft. De zoektocht van Tite gebeurt in het geheim : als hij in maart naar het tijdschrift Nature een brief schrijft, is daarin geen sprake van een “ dubbelganger ”, hoewel hij er volop naar op zoek is. Deze geheime zoektocht naar een monster dat in het protocol niet voorzien is, vormt op zichzelf al een bewijs van de bedrieglijke intentie van de Engelsman.

21 april. In de Dom van Turijn, waar een groep van vijftien personen samengekomen is, gaat Gio­vanni Riggi over tot het uitknippen van een fragment van de H. Lijkwade, dat hij vervolgens in drie gelijke delen verdeelt. Hij doet hetzelfde met de twee controlemonsters die Tite heeft meegebracht... en waarvan de Engelsman als enige de herkomst en de datum kent. In een zijvertrek mengt Tite, volgens het officieel verslag uitsluitend in aanwezigheid van de kardinaal, de fragmenten van de Lijkwade met de controlemonsters, waarop hij alles in negen stalen kokertjes opbergt. Maar dan gebeurt iets onverwachts : één van de aanwezigen, textielexpert Gabriel Vial, komt plots op de proppen met een “ dubbelganger ” van het linnen waaruit de H. Lijkwade vervaardigd is : een fragment van de koorkap van de H. Lode­wijk van Anjou (1274-1297). Hij heeft het bewuste fragment meegekregen van Evin, aan wie Tite het gevraagd had. Maar Tite had er op gerekend dat het hem persoonlijk via de post zou bezorgd worden, zonder getuigen... Algemene verwarring. Iedereen merkt de woede van Riggi en de ergernis van Tite op, die het weefselfragment eerst weigert en tenslotte toch maar aanneemt op aandringen van Vial. De draden van de koorkap worden in drie kleine omslagen gestoken.

6 mei. In Tucson worden de eerste metingen verricht.

8 juni. Nadat Tucson het onderzoek beëindigd heeft en de resultaten aan het British Museum heeft meegedeeld, is ook Zürich klaar met de metingen ; deze worden eveneens aan Londen doorgegeven.

13 juli. Verbranding van de stalen in het laboratorium van Oxford.

27 juli. David Sox, gezworen vijand van de Relikwie, probeert (weliswaar vruchteloos) op de BBC een uitzending te laten programmeren over het “ verdict ” dat over de Lijkwade uitgesproken is... nog voor het onderzoek afgesloten is ! Hij schrijft bovendien een boek, The Shroud Unmasked (“ De Lijkwade ontmaskerd ”), dat gedrukt wordt twee weken vóór de officiële bekendmaking van de resultaten van de koolstofdatering.

Triomf van de « carbonari » : Hall, Tite en Hedges tijdens hun persconferentie, vóór het bord waarop de vermeende datum van de Relikwie geschreven is... met een spottend uitroepteken er achter.
Triomf van de vervalsers : Hall, Tite en Hedges tijdens hun persconferentie van 14 oktober 1988, vóór het bord waarop de vermeende datum van de Relikwie geschreven is... met een spottend uitroepteken er achter.

26 augustus. Twee miljoen Britten lezen in de Evening Standard een grote kop : « Lijkwade van Turijn is vervalsing ». Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje. Vanaf dat ogenblik wordt elke vertraging in de publicatie van de resultaten door het grote publiek gezien als een poging van de katholieke Kerk om de waarheid verborgen te houden. De woordvoerder van de Rooms-katholieke kardinaal van Westminster zegt wel dat « de hiërarchie geen commentaar zal geven alvorens het volledige rapport van het onderzoek gelezen en bestudeerd te hebben », maar het kwaad is geschied.

13 oktober. Kardinaal Ballestrero heeft noch de wijsheid, noch de moed om zich te verzetten tegen de georkestreerde chantage. Hij verklaart dat het weefsel van de H. Lijkwade uit de middeleeuwen dateert... Op dat ogenblik is er nochtans nog altijd geen wetenschappelijk verslag gepubliceerd. De pauselijke bewaarder van de Relikwie veroorlooft zich ook totaal ongepast commentaar, waaruit zijn gering geloof blijkt : « Ik denk niet dat het hier een zaak van wereldwijd belang betreft. Als ik een rondschrijven over de H. Lijkwade aan de bisschoppen zou rich­ten, zouden ze denken dat ik tijd op overschot heb. »

14 oktober. Persconferentie in het British Museum. Tite, geflankeerd door de professoren Hall en Hedges van het laboratorium van Oxford, troont vóór een zwart bord waarop met krijt geschreven staat : 1260-1390, met een spottend uitroepteken erachter. « Geen enkele wetenschapper die naam waardig kan nog geloven in de authenticiteit van de Lijkwade », aldus Hall.

17 november. In de zaal van de Mutualiteit in Parijs gaan abbé de Nantes en broeder Bru­no in de tegenaanval. Zij wijzen op het gebrek aan overeenstemming tussen de resultaten van de koolstofproef enerzijds en álle bevindingen die bij vroeger onderzoek van de Lijkwade gedaan werden anderzijds. Bovendien menen zij een aanwijzing van mogelijk bedrog te vinden in het bestaan van een vierde, “ clandestien ” monster : dat van Gabriel Vial, dat overigens duidelijk te zien is op een foto genomen in het bureau van Wölfli in Zürich.

1989

In het koorgestoelte van de kanunniken in de Dom van Turijn. Van links naar rechts: Hedges, Donahue, Hall, Damon en Wölfli.
In het koorgestoelte van de kanunniken in de Dom van Turijn. Van links naar rechts: Hedges, Donahue, Hall, Damon en Wölfli.

16 februari. Eindelijk verschijnt het verslag van het onderzoek in het tijdschrift Nature. Het is ondertekend door 21 geleerden die verbonden zijn aan één van de drie laboratoria of aan het British Museum.

24 maart. Goede Vrijdag. Professor Hall ontvangt zijn beloning : 45 zakenlui en « rijke vrienden » schenken hem één miljoen pond voor zijn goede diensten, meer bepaald « het feit dat hij het jaar tevoren bewezen heeft dat de lijkwade van Turijn een vervalsing is ». Hij regelt dat bij zijn emeritaat in Oxford een nieuwe leerstoel archeologische wetenschap zal opgericht worden, bekleed door... Michael Tite.

26 maart. Pasen. Het Italiaanse dagblad Il Mes­sagero ontketent een perscampagne rond de kwestie van het vierde, clandestiene monster. Maar Tite verliest zijn koelbloedigheid niet. Er blijft immers geen spoor meer over van de monsters, die door het onderzoek volledig vernietigd zijn.

7-8 september. Op het symposium van Parijs wordt Tite met alle eerbewijzen ontvangen. Hij moet slechts afrekenen met onsamenhangende tegenwerpingen, die het principe zelf van de koolstofdatering in vraag stellen – wat absurd is. Op dat symposium wordt ook het woord gevoerd door Franco Testore ; hij is de textielexpert die op 21 april 1988 de stalen bestemd voor de labo’s gewogen heeft. Verrassend genoeg blijken er plots twee gewichten en twee afmetingen te zijn. Er zijn vooreerst de cijfers van het officiële verslag in Nature : uit een strook van 7 cm² werden door Riggi drie gelijke fragmenten geknipt met elk een gewicht van ca. 50 mg. Testore noemt echter andere cijfers : een strook van 8,1 x 1,6 cm, wat in het totaal 12,96 cm² geeft – bijna het dubbele van de strook waarover Riggi en Tite het hadden ! Wie spreekt de waarheid, wie liegt ?

1990

Willy Wölfli, directeur van het laboratorium van Zürich, met op zijn bureau de drie kokertjes én de omslag met daarin het vierde, clandestiene staal.

Op de onophoudelijke verzoeken van broeder Bruno om meer duidelijkheid omtrent de vastgestelde verschillen in afmetingen en gewicht komt geen enkele reactie. Alle betrokkenen hullen zich in een (schuldbewust ?) stilzwijgen. De 21 onderteke­naars van het rapport in Nature geven geen van allen antwoord als ze persoonlijk aangeschreven worden. Tenslotte reist broeder Bruno naar Arizona om zelf vier geleerden te ondervragen ; ze geven alle vier tegenstrijdige antwoorden.

En de Kerk ? Voor paus Joannes-Paulus II is de zaak geklasseerd : hij wijdt er geen enkel woord meer aan. De kapel van de H. Lijkwade in de Dom van Turijn wordt op 4 mei 1990 gesloten voor alle bezoek, « wegens bouwvalligheid »...

RECONSTRUCTIE VAN DE MISDAAD

Toen Ian Wilson, een van de Amerikaanse wetenschappers van de STURP, op een dag het boek van Sox las (The Shroud Unmasked), kwam hij tot de ontstellende ontdekking dat « de laboratoria wisten welk staal van de H. Lijkwade afkomstig was », vermits de hoofdverantwoordelijken van elk labo het weefsel in Turijn hadden kunnen observeren toen er een fragment uit geknipt werd. Veel erger nog was dat zij « op de hoogte gesteld waren, zonder enige noodzaak, van de exacte ouderdom van de twee andere stalen » door een begeleidende brief ondertekend door Tite en kardinaal Ballestrero (gereproduceerd in het boek van Sox). « Waarom heeft Dr. Tite die informatie zomaar vrijgegeven ? Ik sta er paf van. »

Broeder Bruno in het kantoor van Douglas Donahue (achteraan, met gekruiste benen) in Tucson. Jull toont in het laboschrift de handtekeningen van de « getuigen » bij het openen van de kokertjes.

Er waren nog meer zaken die niet klopten. De logica zou geweest zijn dat de drie labo’s tegelijkertijd zouden werken en hun resultaten samen aan Tite zouden doorgeven. Ze werkten echter na elkaar : eerst Tucson, twintig dagen later Zürich en tenslotte Oxford. Waarom ? Om te controleren of hun resultaten wel gelijklopend waren ?

Wie was aanwezig bij het mescolamento, het vermengen van de stalen in een zijvertrek van de Dom ? Alleen de kardinaal en Tite, staat in het officiële rapport. Maar op het symposium van Parijs beweerde Gonella plots dat ook hij aanwezig was. En nog wat later verklaarde Wölfli dat hij nog een vierde persoon in het zijvertrek had zien binnengaan : Riggi !

En dan is er natuurlijk het fameuze vierde staal. Het heeft er alle schijn van dat het fragment uit de koorkap van de H. Lodewijk van Anjou moest dienen om op het kritieke moment de plaats van de H. Lijk­wade in te nemen. Tite vroeg in het geheim – dat wil zeggen buiten het officiële protocol om – aan Jacques Evin hem een staal te bezorgen van 6 vierkante cm. De stof moest van linnen zijn, in visgraat geweven, ivoorkleurig ; kortom, in alle opzichten identiek aan de Lijkwade. En ze moest met zekerheid uit de 13de-14de eeuw stammen, bij voorkeur zelfs de 14de eeuw...

Broeder Bruno heeft getracht een volledige reconstructie van de misdaad te maken.

Fase 1. Het plan van Tite bestaat erin een verwisseling door te voeren van de stalen van de Lijkwade met controlestalen die hij zelf, zonder enig toezicht van buitenaf, mag uitkiezen. Hij moet zorgen voor twee andere weefselfragmenten. Het eerste daarvan is een middeleeuws weefsel uit de 11de-12de eeuw. Het tweede zou moeten dateren uit het einde van de 13de of de eerste helft van de 14de eeuw ; hij rekent op Jacques Evin om dat weefsel te vinden. Evin stelt de koorkap van de H. Lodewijk van Anjou voor : een ideaal staal ! Maar, o ironie, een poststaking komt roet in het eten gooien. In de overtuiging dat het fragment van de koorkap Londen niet tijdig zal bereiken, stelt Tite zich tevreden met een stukje weefsel uit de 14de eeuw dat hij naar alle waarschijnlijkheid gevonden heeft in de reserve van het Victoria and Albert Museum.

Fase 2. Turijn, 21 april 1988. Tite heeft de controlemonsters op zak. Op het pakje met het weefsel uit de 14de eeuw – afmetingen : 7 x 1 cm – heeft hij een etiket gekleefd met een valse aanduiding : « weefsel afkomstig van een Egyptische mummie, 1ste eeuw na Christus ». Iets van de 14de eeuw moet dus doorgaan voor iets van de 1ste eeuw... zodat later iets van de 1ste eeuw kan doorgaan voor iets van de 14de eeuw ! Een plan van een geniale eenvoud. Nadat een strook van 8,1 x 1,6 cm [!] uit de Lijkwade geknipt is, maakt Tite zich klaar om alle stalen, die in drie fragmenten verdeeld zijn, in de speciale kokertjes op te bergen. Maar dan verschijnt plotseling Gabriel Vial met het gevraagde fragment uit de koorkap ! Bijna verliest Tite zijn Brits flegma, maar hij beheerst zich en besluit ook dit staal te verdelen over de labo’s. Bij gebrek aan kokertjes gebruikt hij kleine omslagen.

Het resultaat van de operatie ziet er dus zo uit :

  • de 3 kokertjes met nr. 1 : de H. Lijkwade
  • de 3 kokertjes met nr. 2 : een middeleeuws weefsel (11de-12de eeuw)
  • de 3 kokertjes met nr. 3 : onder het valse etiket “ mummie ” in werkelijkheid een weefsel uit de 14de eeuw
  • de 3 omslagen : koorkap van de H. Lodewijk van Anjou (13de eeuw)

Fase 3. De verwisseling in de laboratoria. Tite heeft zich verzekerd van een medeplichtige in elk van de drie labo’s. Deze medeplichtigen voeren hun opdracht uit : zij verwisselen de inhouden van kokertjes 1 en 3. Op die manier neemt een weefsel uit de 14de eeuw de plaats van de Lijkwade in, terwijl de Lijkwade zelf zal gedateerd worden alsof het om een mummie uit de eerste eeuw gaat. Maar het verschil in afmetingen en gewicht tussen de strook uit de Lijkwade en die uit het 14de-eeuwse weefsel leidt ertoe dat de vervalsers elkaar voortdurend tegenspreken en zo zichzelf verraden !

redactie KCR Hij is verrezen ! nr. 75, mei-juni 2015

HET BEDROG IN BEELD GEBRACHT

HET OORSPRONKELIJK PLAN VAN DR. TITE :

a) Het is zijn bedoeling om in Turijn de stalen als volgt te verdelen :
  • in koker 1 : het staal van de H. Lijkwade.
  • in koker 2 : een middeleeuws weefsel (11de-12de eeuw).
  • in koker 3 : onder het valse etiket “ Egyptische mummie ” een stukje weefsel uit de 14de eeuw, bedoeld als dubbelganger van de Lijkwade.
b) In elk labo moeten de stalen in kokers 1 en 3 omgewisseld worden :
  • in koker 1, met het etiket “ Lijkwade ” : de pseudomummie uit de 14de eeuw.
  • in koker 2, een weefsel uit de 11de - 12de eeuw (ongewijzigd).
  • in koker 3, met het etiket “ mummie ” : de H. Lijkwade.
c) Resultaten die moeten verkregen worden :
  • staal 1 : 14de eeuw... Het gaat om de pseudomummie die Tite laat doorgaan voor de Lijkwade !
  • staal 2 : 11de-12de eeuw (het middeleeuws weefsel).
  • staal 3 : 1ste eeuw... Volgens het etiket een Egyptische mummie, in feite de H. Lijkwade !

DE PRAKTISCHE UITVOERING BEWIJST DE MISDAAD :

a) Op 21 april 1988 in Turijn heeft Tite de stalen als volgt verdeeld :
  • in koker 1 : de H. Lijkwade.
  • in koker 2 : het weefsel uit de 12de eeuw.
  • in koker 3 : een stukje weefsel uit de 14de eeuw.
  • in de omslag : draden van de koorkap van de H. Lodewijk van Anjou.
b) Na de verwisseling in de labo’s bleek dat staal 1 (de dubbelganger van de Lijkwade) een te late en dus ongeloofwaardige datering gaf : 1359-1378, terwijl het historisch vaststaat dat de Lijkwade vanaf 1350 in Lirey publiek vereerd werd ! Daarom moest een nieuwe omwisseling gebeuren : een deel van de inhoud van de omslag (koorkap) diende in koker 1 terecht te komen om als resultaat “ 1260-1390 ” te krijgen.
c) Kwetsbare resultaten, technisch perfect, maar statistisch onaanvaardbaar :
  • staal 1 : de statistische analyse bewijst dat de inhoud van de koker niet homogeen was.
  • staal 2 : zoals voorzien. staal 3 : het resultaat geeft een verbluffend juiste datering van de Lijkwade (onder het mom van “ mummie ”), nl. 11-64 n. Chr. !
  • staal 4 : perfecte datering van de koorkap.

De machines waren perfect, het waren de mensen die ze bedienden die niet deugden !

Detail van een foto genomen in het labo van Tucson. Van boven naar onder:
  • het zegel van de aartsbisschop van Turijn in rode was; het werd niet gebroken en het werd na de omwisseling van de stalen terug op zijn plaats gebracht, zodat bij de officiële opening de dag daarop de getuigen konden bevestigen dat het zegel intact was
  • het stalen kokertje
  • aluminiumfolie waarin het staal gewikkeld was
  • het fragment van de H. Lijkwade... in twee ongelijke stukjes verknipt