22 JULI 2018

De beproevingen en het lijden:
bewijzen van trouw en liefde

IK ben vaak door medelijden bewogen voor sommigen van jullie die een heel zware last te dragen hebben. Ik ben bedroefd en terzelfdertijd bewonder ik in stilte dat dit de beschikking is van de Vader van alle goeds. Ik heb zin om jullie nog eens de uitnodiging van Jezus aan zijn apostelen te herhalen: «Komt nu eens zelf mee naar een rustige en eenzame plaats en rust daar wat uit.» Die dag zag men de kleine groep vrienden van Jezus zich verwijderen in de richting van het meer en aan boord gaan van een boot om naar de woestenij te trekken. Het volk ging hen te voet terug opzoeken door de oevers te volgen. Toen ze Hem naderden, keek Jezus hen aan en kreeg medelijden «omdat ze zoals schapen zonder herder waren, en Hij begon hen langdurig te onderrichten». Tenslotte stuurde Hij hen weg nadat Hij hen een miraculeus brood, symbool van de Eucharistie, had uitgedeeld.

Het medeleven van Jezus is in alles volmaakt in overeenstemming met zijn volmaakte trouw aan de Wil van zijn Vader. Hij die gezegd heeft: « Komt tot Mij, gij allen die moe zijt en teveel belast, en Ik zal u rust geven», is dezelfde die onderrichtte: « Als iemand Mij wil volgen, moet hij verzaken aan zichzelf, zijn kruis opnemen en Mij achterna gaan». De goede Meester ziet onze lasten, onze strijd, Hij heeft medelijden met onze zwakheid. En toch zullen de verzachtingen die Hij ons schenkt ons niet bevrijden van onze kwalen vóór het door zijn Vader bepaalde tijdstip, maar er ons de prijs van openbaren.

Wat leert Jezus ons?

Tot de ziel die vermoeid is van het strijden in de storm van haar hartstochten, walgend van haar lafheid, overtuigd dat ze er nooit zal uitkomen en om die reden ontredderd, spreekt Hij langdurig. Hij toont haar zelfs in dat vreemde verloop een grote wilsbeschikking van God. Ook op dat punt kan alles het prachtige bewijs zijn van de liefde. Moet een mens niet aanvaarden die vreselijke woestijn binnen te gaan om er de overwinning van Christus op de machten van de hel te laten kennen?

Mochten allen van wie de wil sterk is, maar het vlees zwak hun precieze roeping overwegen: gefolterde getuigen te zijn van de overwinning van Christus! Het is goed deze smartelijke weg te gaan om God te verheerlijken en aldus de kracht van het Bloed van de Verlosser te laten blijken.

Tot de lijdende ziel spreekt Jezus langdurig. Besef dit goed: in onze geestelijke familie is het geen minderheid die zware kruisen draagt of meesleept. Velen zijn getroffen door ongeneeslijke rouw, sommigen zijn beangstigd voor de redding van wie hen het meest dierbaar op deze wereld zijn. Het gaat om verborgen en zware lasten. Anderen aanvaarden moeilijk een leven van verveling; voor anderen gaat het om uit elkaar gespatte dromen, bestreden roepingen, geestelijke eenzaamheid, tegenspraak of ook pijnlijke ziektes of beangstigende materiële zorgen. Getuige te zijn van zoveel dingen waaraan ik als mens niets kan doen maakt mijn hart bedrukt. Dat die mensen de heuvel beklimmen waar Jezus hen uitnodigt: ze zullen er rust vinden. Wat hen hier op aarde een absoluut kwaad leek, een zware slag van het noodlot, de last van een blinde bestemming, zal hen daar in een ander licht verschijnen.

Ongetwijfeld moet men een oplossing zoeken voor dergelijk kwaad. Maar terwijl we ons inzetten om aan dat kwaad een mouw te passen, waarschuwt Jezus ons dat zij die lijden zalig zijn... Hij lijkt mee te leven met onze droefheid en zich toch ook te verheugen omwille van hoogstaande en mysterieuze redenen: « Zalig de armen, zalig die wenen, zalig die vervolging lijden in naam van de rechtvaardigheid...» Elk woord van de zaligsprekingen roept een wereld van lasten op, elk woord roept ook een volmaakt geluk op; het ene mét het andere. Aldus sluit het lijden dat jullie dragen een weldadig geheim in. Iedereen schrijdt volgens de hem uitgetekende weg verder naar de Vrede. Als Christus moest lijden om in zijn Glorie binnen te gaan, geloof dan dat het goed is om in ons lichaam en ons hart te ervaren wat het betekent te lijden, om met Hem binnen te gaan in het mysterie van de Liefde die alles vreugdevol aanvaardt en van de Glorie die eruit voortvloeit.

Terwijl we ons inspannen om te slagen in onze ondernemingen – en dat is heel redelijk – lijkt het dat God aan dat welslagen slechts een relatief belang hecht. Of het nu gaat om de opvoeding van zijn kinderen, het bouwen van zijn huis, een zaak te leiden of heilige vriendschappen te behouden, te strijden voor zijn vaderland, te werken aan de bekering van de volkeren: God staat toe dat talrijke obstakels de inspanning afremmen en het resultaat ervan compromitteren.

Het is omdat Hij meer dan dat alles verlangt ons zijn Zoon te zien navolgen en in ons aan te vullen wat ontbreekt aan het Lijden van Christus. God verwacht iets van ons! Wie dat niet begrepen heeft en niet wil geloven in deze verwachting, weigert te geloven in de Liefde. Want de Bruidegom kent slechts vreugde in zoverre Hij uit het hart van de bruid een liefde heeft zien vloeien die gelijk is aan de zijne en dit tot de tranen toe van gemeenschappelijk gedeelde smarten.

Het mysterie van Christus hernieuwen is eenvoudig en heel ons leven ligt erin samengevat. Leven in Gods nabijheid, uit zijn schatten de energie putten voor de heiliging van ons wezen en het verloop van ons lot onderwerpen aan de hoogste wet van de Zaligsprekingen en de Verheerlijkingen die het de opperste Heer behaagt te doen voortkomen uit het menselijk lijden. Daarom moeten we de smarten die ons aangeboden worden in sereniteit beschouwen: « Vreest niet, kleine kudde», zegt onze Herder Jezus ons, « want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de «Lettre à mes amis» nr. 8 (1957)