118. Kapitalisme, communisme: zelfde revolutie

1. De historici stellen de 19de eeuw voor als de eeuw van het liberaal kapitalisme, dat de invloedssfeer van de beschaving van de oude christelijke monarchieën binnendrong en zich uitbreidde naar de koloniale wereld. Ze maken duidelijk (waarbij ze de zaken zwarter voorstellen dan ze zijn) dat de overheersing van de « grote burgerdynastieën » en, in de wereld, van de grote industriële en handeldrijvende naties een zware tol heeft geëist: onmenselijke onderdrukking en uitbuiting, roofbouw en uitputting van de natuurlijke rijkdommen. Zeldzaam zijn daarentegen de geschiedschrijvers die blijven stilstaan bij het feit dat het Geld ook leidt tot de verslechtering van de sociale betrekkingen, de corruptie van het politieke leven, het aanzetten tot de zelfmoordpraktijken van het malthusianisme, de achteruitgang van de godsdienst die « opium voor het volk » (Marx) genoemd wordt.

Volgens diezelfde historici moest de 20ste eeuw wel de eeuw van het communisme worden. Op de kapitalistische uitbuiting zou de emancipatie van de volkeren volgen, na de vervuilende en corrumperende anarchie van het westers liberalisme zou de bijzondere gestrengheid van een machtige collectieve orde komen. De bloedige revoluties, de veroveringsoorlogen, de volkerenmoorden, het opnieuw invoeren van de slavernij op staatsniveau: evenveel etappes op weg naar een « nieuw humanisme » (Paulus VI). 

De overgang van het kapitalisme naar het communisme is voor hen even normaal als de revolutionaire vervanging van het katholicisme door het protestantisme en van de monarchie door het liberalisme!

2. De falangist protesteert hiertegen: het is een bijzonder ernstige fout te geloven in de onwrikbare tegenstelling tussen kapitalisme en communisme.

De grondstoffen van de wereld en de noden van de mensheid bieden het kapitalisme een exploitatiegebied en een markt die immens en zonder limiet zijn. Het vermogen van de menselijke geest tot uitvindingen is geen gevolg van de eisen van de industrie en de consumptie, maar gaat eraan vooraf. De kapitalistisch-industriële organisatie is bij machte alle uithoeken van de wereld te bereiken, de informatisering gaat onze mogelijkheden tot het gebruik ervan te boven. De geïndustrialiseerde samenleving lijkt de noodzakelijke middelen te hebben voor haar verdediging. De globalisering sinds het laatste decennium van de 20ste eeuw toont dat aan.

Economisch gesproken is de toekomst van het kapitalisme schijnbaar onbegrensd. Doordat het zo machtig is, heeft het van het communisme een betrouwbare bondgenoot kunnen maken in zijn altijddurende oorlog tegen God, tegen de vorsten, tegen de mens. Dat is het verborgen gelaat van de geschiedenis van de 20ste eeuw: terwijl het leek alsof het communisme in zijn geheel strijd leverde tegen het blok van de kapitalistische wereld, steunden de leiders van dat blok op de communistische agressor om hun eigen overheersing over de volkeren, waarvan ze nooit de echte meesters geweest zijn, te kunnen voortzetten.

Om dat te bereiken, hebben ze het ene na het andere volk aan het communisme uitgeleverd, als aan een noodzakelijke bondgenoot, niet als aan een vijand. De kapitalistische machten gaan op die manier in de ogen van het christelijke Westen door als verdedigers van de vrije wereld, terwijl ze zich in werkelijkheid met het communisme geëngageerd hadden in een gemeenschappelijke revolutie tegen God, de vorsten en de mens.

3. Enkel door het akkoord van de internationale financiële wereld met het Sovjetimperialisme moedig aan te klagen had men het unieke reddingsmiddel kunnen scheppen: de religieuze en politieke reactie van de volkeren, van de historische naties tegen hun overheersers van gisteren en morgen, tegen hun gemeenschappelijk atheïsme en materialisme. Die reactie had de politieke en sociale aanvulling kunnen zijn bij de gehoorzaamheid van de pausen aan de boodschap van Fatima, die al in 1917 had kunnen triomferen over « de dwalingen van Rusland ». In plaats daarvan heeft de partij van de intellectuelen en de progressisten zich overal in de wereld neergelegd bij de schijnbaar onvermijdelijke overwinning van het communisme. Daardoor heeft zij de algehele overwinning van het kapitalisme onder de vlag van de globalisering vergemakkelijkt. Van die globalisering bestrijdt zij trouwens enkel de excessen en niet het principe zelf!