4 DECEMBER 2022

Johannes de Doper:
bewonderenswaardig en na te volgen!

IK zou jullie tijdens deze Advent Johannes de Doper als model willen aanbevelen. Hij is de Voorloper, de anachoreet, de kluizenaar in de woestijn, de grootste en de laatste, de geweldigste en de eerste in heiligheid onder de profeten van het Oude Testament, de Voorloper van de Messias, diegene in wie het hele Oude Testament wordt samengevat en zijn kracht krijgt. Hij was een man met een buitengewone, onvergelijkbare, ja, niet te evenaren ascese. Laten we Johannes de Doper bewonderen en trachten zijn deugden na te volgen.

Deze onvergelijkbare heilige leefde zo ascetisch dat iemand op eigen kracht daar niet toe in staat zou zijn geweest, daartoe was Gods hulp nodig. Maar we mogen niet vergeten dat Johannes, om zijn roeping als voorloper te kunnen vervullen, tijdens het bezoek van Maria geheiligd werd in de schoot van zijn moeder. Het was de roeping van deze man uit het Oude Testament om de komst van de Messias voor te bereiden, totdat Christus zelf zich op 30-jarige leeftijd aan hem openbaarde.

Johannes bracht deze dertig jaar door in de woestijn in pijn, lijden en strenge boetedoening, met voedsel dat méér dan sober was, en toonde zo aan dat het Koninkrijk Gods slechts met geweld kan worden gewonnen. Laten we niet vergeten dat het Evangelie begint met de zeer harde woorden van Johannes de Doper, die ook vandaag nog iedere gedoopte zouden moeten aanspreken: «Boete, boete, bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is nabij!». En ook: «Elke boom die geen goede vruchten voortbrengt, zal worden omgehakt en in het vuur geworpen.» Deze waarschuwing, deze oproep tot berouw, tot bekering, zal door Christus zelf, door Paulus en door alle heiligen van generatie op generatie worden herhaald.

We horen het tegenwoordig minder vaak, als het al gebeurt, maar dit gebod van Christus blijft nog steeds de kern van de christelijke prediking.

De figuur van Sint-Jan de Doper is fascinerend in zijn gehoorzaamheid aan God. Heldhaftig is hij doordat hij in de woestijn God alléén gehoorzaamde. Zeker, hij ontving ingevingen en bevelen van Hem, maar dan moest hij gehoorzamen, onontkoombaar, onvoorwaardelijk. Laten we dus niet denken dat het zo gemakkelijk is om God alléén te gehoorzamen, maar dat is wat Johannes deed in zijn woestijn. Levend in de eenzaamheid rukte hij zich los van zichzelf, dag na dag, deed hij buitensporige inspanningen tegen zijn eigen natuur in. Laten we niet vergeten dat hij een gelijkaardige natuur had als de onze, een natuur die verlangde naar gezelschap en troost van anderen. Hij moet ook geconfronteerd geweest zijn met het verschrikkelijke waanbeeld van hoogmoed van iemand die gedurig alleen leeft, terwijl hij weet dat hij een zending moet volbrengen.

Zijn nederigheid is het bewijs dat hij bekoringen weerstond, dat hij altijd trouw bleef aan God. Toen hij begon te prediken en beroemd werd, is Christus gekomen en Johannes herkende hem en wees Christus aan als degene die moest gevolgd worden: «Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt» (Jo 1, 29). «Ik doop u met water, opdat ge u bekeren moogt; Hij die na mij komt, is sterker dan ik, en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen» (Mt 3, 11).

En zijn beste leerlingen verlieten hem om Jezus te volgen. Johannes de Doper had een gehoorzaam hart en deze gehoorzaamheid leidde hem tot een weergaloze onthechting en zuiverheid van hart.

Weergaloze kuisheid van een man die sinds zijn prille jeugd in de woestijn had geleefd. Toen hij na 30 jaar verschrikkelijke eenzaamheid Jezus zag en wist dat Hij het Lam Gods was, werd hij dan niet gegrepen door liefde, natuurlijke, menselijke liefde voor Jezus, zijn neef?

Als we een mens ontmoeten wanneer we uit onze eenzaamheid komen, gaan we naar hem toe, we omhelzen hem, we volgen hem onophoudelijk, we willen hem nooit meer verlaten. Waarom trad Johannes niet in de voetsporen van Christus? Omdat Christus hem niet vroeg Hem te volgen. Het moet voor hem een bovenmenselijke opoffering zijn geweest Jezus te verlaten om zich opnieuw terug te trekken in zijn woestijn, om “mechanisch” te blijven prediken voor ongelovige en verharde Joden, totdat hij zich zou laten arresteren en in de gevangenis gooien.

Ach, de kuisheid! Onverdeeld en zonder een sprankel menselijke troost zijn hart aan Christus geven. Laten we echter niet denken dat Johannes niet honderdvoudig werd beloond. Hij heeft niet geaarzeld in vertrouwen te zeggen: «De bruidegom is hij die de bruid heeft, maar de vriend van de bruidegom, die staat te luisteren of hij hem hoort, is al vol blijdschap wanneer hij de stem van de bruidegom verneemt. Zo nu is mijn vreugde en ze is volkomen. Hij moet groter worden, maar ik kleiner» (Jo 3, 29-30).

Dit is Sint-Jan de Doper, die zo zuivere held dat Christus hem prees als de meest volmaakte heilige van het Oude Testament. 

Johannes’ armoede? Men kan ze zich nauwelijks voorstellen, maar laten we toch proberen er een idee van te krijgen. Hij is een man die leeft van wilde honing en geroosterde sprinkhanen! Hij kent geen van de gemakken die wij als onmisbaar beschouwen. Laten we gegrepen worden door de armoede waarin God deze man heeft doen standhouden, een armoede van geest en uiteraard armoede in alle lichamelijke behoeften.

We moeten ons leven herzien. Dat betekent: ons niet terugtrekken in de woestijn, maar ons hart zuiveren van aandacht voor onszelf, van eigenliefde, van eergevoel, kortom van onze hoogmoed. Men kan niet veilig zijn in het kloosterleven, en vooral niet in de wereld, als men zijn trots niet heeft verpletterd, of beter gezegd, als men die door Gods genade niet elke dag overwint.

We vieren op 8 december het feest van de Onbevlekte Ontvangenis; de liturgie van de Kerk wil onze aandacht richten op dit mysterie, het grootste voorrecht van de Maagd Maria. Laten wij ons tot Kerstmis toeleggen op ascese, zuivering, boetedoening en versterving met de hulp van de H. Maagd die, als de Onbevlekte Ontvangenis, al deze stadia in een oogwenk heeft doorlopen op het moment van haar menswording. Vanaf het begin had ze volkomen volmaakt al deze deugden, maar ze had ze door de vrijheid van haar hart. Dat is haar onvergelijkbare geheim.

Beschouwen we de Maagd Maria die uit liefde alles aan God gaf zonder ooit iets achter te houden, en Johannes de Doper die zulke genaden niet had, maar door een levenslange, heldhaftige inspanning de liefde van Christus waardig was.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 6 december 1992