13 NOVEMBER 2022

Meditatie over het einde
van de wereld en onze dood

ELK jaar herinnert de Kerk ons aan de eindtijd volgens de voorspellingen van Jezus. Als we huiveren voor de toekomst van onze moderne beschaving, zouden we kunnen denken dat we aan de vooravond staan van het Laatste Oordeel. Het zou niet de eerste keer zijn. Dit is de lering die de heiligen ons hebben nagelaten. Het is beter de dood te verwachten en zich erop voor te bereiden, dan steeds tegen zichzelf te zeggen: "Ik kom ermee weg" en te gaan geloven dat we onsterfelijk en onkwetsbaar zijn.

Aan het einde van elk liturgisch jaar stuiten we op dit mysterie: wanneer vergaat de wereld? Er zijn veel mensen die er helemaal niet meer aan denken. Maar het is een heilzame schok om te bedenken dat de dag zal komen waarop onze beschaving, zo opstandig tegen Christus als het Jeruzalem van het jaar 30, zo wellustig en trots als het heidense Rome van de vijfde eeuw, waarschijnlijk terecht zal worden gestraft. Deze wereld is atheïstisch en vervolgt de Kerk; het zout verliest zijn smaak. Christus in de Hemel kan zulke zogenaamde beschavingen alleen maar vervloeken, opdat de zielen worden gered.

Staan we echt aan de vooravond van het einde van de wereld? Het lijkt van niet. De profetieën van Fatima en openbaringen aan heiligen vertellen ons dat in werkelijk dramatische tijden het Evangelie zal terugkeren om de aarde te verlichten. Harten zullen worden bekeerd. En er zal een zekere tijd van vrede komen, verzekert Onze-Lieve-Vrouw van Fatima ons.

Aan het einde van dit liturgische jaar is het goed om te mediteren over onze eigen dood, die voor ieder van ons het einde van de wereld zal betekenen en ons zal leiden naar het oordeel voor het tribunaal van God, en dit persoonlijke oordeel zal de uiteindelijke catastrofe of beloning zijn.

«Wat zal Gods oordeel over mij zijn als het vandaag of morgen geveld wordt?», noodzakelijke vraag.

En ten tweede moeten we ons afvragen: «Hoe kan de mens zich in onze westerse samenleving voor God rechtvaardigen?»

Moeten wij van onze beschaving houden omdat zij in Gods lijn ligt of moeten wij haar haten en ertegen in opstand komen omdat zij miljoenen zielen verdoemt en wij onszelf willen redden en anderen willen helpen zichzelf te redden?

Vóór het Tweede Vaticaans Concilie deze vraag stellen betekende ze beantwoorden. Maar vandaag de dag is niets zo vreemd aan deze gelovige zienswijze als het moderne kerkelijke denken. Wij moeten dus strijden tegen een soort heidens, materialistisch, atheïstisch optimisme om de apostolische zuiverheid van onze godsdienst terug te vinden. Het is spannend, het is stimulerend voor ons, want Jezus heeft ons gewaarschuwd: wij weten dat er grote rampen en grote kastijdingen op aarde zullen plaatsvinden wanneer de ontrouw zich onder de volkeren verspreidt. We zullen deze slechte tijden doorstaan in de Hoop, omdat we weten dat Christus daarna zal komen om levenden en de doden te oordelen.

Wordt het een triomfantelijke terugkeer van de Kerk en de bekering van de wereld tot een nog betere christelijke beschaving? Zal het het einde der tijden zijn? Feit blijft dat het einde van ons leven het oordeel van God is, die sommigen zal straffen en anderen belonen; het is alles of niets, zaligheid of verdoemenis.

Het is absoluut noodzakelijk dat het liturgische jaar dat nu begint, ons de gelegenheid biedt om ons te bekeren als dat nodig is om God en de zielen beter te dienen, zodat Christus tot ons kan zeggen: «Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld.»

Al deze overwegingen zouden ons een zeer helder beeld moeten geven van de huidige situatie waarin Christus wordt verworpen, waarin de Heilige Lijkwade zelfs uit christelijke blikken wordt gebannen als een vervalsing, een vreselijke leugen! Laten we vol medelijden zijn met dit Heilig Aanschijn van Christus, een getuigenis van zijn liefde en barmhartigheid, en laten we deze devotie om ons heen verspreiden.

 

Abbé Georges de Nantes

Uittreksels uit de homilie van 20 november 1988