24 DECEMBER 2023

Ave Maria

OP deze laatste zondag van de Advent nodigt de Kerk ons uit om te mediteren over de Maagd Maria in het mysterie van de Boodschap van de engel. En dat spoort ons aan om vaak het weesgegroet te bidden.

Wij zijn allemaal kinderen van Maria en we zouden elkaar moeten feliciteren en God bedanken dat Hij de Maagd Maria heeft geschapen. Aan het begin van al zijn wegen, zelfs nog vóór de schepping van de wereld, dacht God al aan haar en heeft Hij haar al op een of andere manier geschapen. Zij is de Moeder van alle levenden want zij is de Moeder van Christus, die de eerste is van ontelbaar veel broers en zussen. Ze is de Moeder van ons allemaal net zoals ze de Moeder van Jezus is. We zijn daarom vervuld van vreugde en blijdschap.

Het eerste wat ik vanmorgen deed, was een weesgegroetje bidden. En ik leek een geheim te ontdekken dat ik graag met jullie wil delen.

In het weesgegroet merken we hoe God bijzondere liefdes heeft. God is niet één van die grote filantropen die van de mensheid in het algemeen houden. Nee, God heeft zijn gunstelingen, God heeft zijn bevoorrechten, God heeft zijn uitverkorenen. Het Hart van God dat het model is van al onze eigen liefdes en tederheden, het Hart van God dat het model, het principe en de bron is van de liefde, dat Hart kent alleen persoonlijke gezichten. Dat Hart is verliefd geworden op één persoon in het bijzonder: Hij hield van Maria. Als God zich liet gaan, vóór alle tijden, om de Maagd Maria lief te hebben, het kleine meisje uit Nazareth – maar niet de hele reeks meisjes uit Nazareth! – dan is dat omdat God alleen van personen houdt. Hij houdt niet van collectiviteiten of grote ideeën. Hij houdt van Maria.

Zo leert Hij ons dat ook ieder van ons op een heel bijzondere manier geliefd is. En dat is ook een les voor ons eigen hart: we mogen nooit in het algemeen liefhebben of op een vage, onduidelijke manier, maar we moeten liefhebben op een bijzondere manier.

Ik zou graag hebben dat een getrouwde vrouw, die naar deze toespraak luistert, denkt: «Mijn man houdt van mij met die bijzondere liefde.» Ik zou graag hebben dat een kind dat nu aan zijn vader en moeder denkt, bij zichzelf zegt: «Mijn vader en moeder houden van mij met die bijzondere liefde», juist zoals de goede God van de H. Maagd hield en net zoals de H. Maagd van Jezus hield.

Al die vormen van tederheid, genegenheid en persoonsgebonden toewijding, van de een naar de ander, rijgen zich aaneen tot het grote snoer van de Liefde. Het Mystieke Lichaam van Christus bestaat niet uit een regiment van individuen, maar het is de familie van wezens die elkaar liefhebben met een bijzondere liefde. Net zoals God zelf ons, tot onze volkomen verbazing, zijn Liefde voor ieder van ons in het bijzonder geopenbaard heeft.

Dus als we het weesgegroet bidden, doen we een beroep op die speciale liefde, ik zou bijna durven zeggen die alles verterende, overrompelende passie van God voor de H. Maagd Maria. We vragen in ons weesgegroetje dan eigenlijk aan Onze-Lieve-Vrouw: vermits Hij zoveel van u houdt, hou dan op dezelfde manier van ons en laat ons een beetje delen in uw rijkdommen!

We weten heel goed dat daarin ons leven ligt, onze vreugde, onze vooruitgang in heiligheid, onze Hemel en ons eeuwige leven.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 8 december 1979