5 mei 2024

Leven in liefde volgens Christus 
of in haat volgens Satan

«Dit is mijn gebod: hebt elkander lief, zoals Ik u heb liefgehad» (Jo 15,12). Waarom wordt dit gebod van de Heer tegenwoordig zo misbruikt, zelfs in de Kerk? Waarom vallen de arme mensen door hun ongehoorzaamheid aan dit gebod van het ene ongeluk in het andere? Om op deze vraag te antwoorden, moet ik openhartig tot jullie spreken en jullie de waarheid durven zeggen.

Wat onze moderne samenleving vergiftigt, is een dosis opstandigheid die in alle menselijke relaties wordt binnengesmokkeld. De argwaan corrumpeert de relatie tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen, tussen werkgevers en werknemers, tussen alle leiders en hun ondergeschikten, tussen staatshoofden en hun volk, tussen bisschoppen en gelovigen en ten slotte tussen God en zijn schepselen.

Wat al onze relaties vergiftigt, is de theorie van Hegel: de achterdocht, het a priori volgens hetwelk de baas of overste noodzakelijkerwijs zijn ondergeschikten onderdrukt door hen als zijn slaven te beschouwen. De meester legt zijn onrechtvaardigheid op door middel van tiranniek geweld en we zijn er eerst getuige van hoe de onderdrukker de onderdrukten verplettert. Maar dan komen de onderdrukten in opstand en beantwoorden het despotische geweld van de meester met revolutionair geweld, om uiteindelijk zijn plaats in te nemen zodat de meester de slaaf wordt! Dat is de helse cyclus die voor Hegel de drijfveer van de geschiedenis is!

Beste vrienden, zo’n voorstelling van de menselijke relaties is demonisch!

Of het nu gaat om de relatie tussen man en vrouw, waarin men de vrouwen ervan overtuigt dat ze uitgebuit worden door hun mannen, die er alleen maar op uit zijn hen te domineren: dat is demonisch!

Of het nu gaat om de kinderen die te horen krijgen dat ze rechten moeten opeisen omdat hun ouders overdrijven en er alleen maar aan denken om misbruik te maken van hun zwakheid: dat is demonisch!

En zo ook zullen mensen, wanneer de Kerk hen wil onderwijzen, zeggen: is het misschien omdat Ze denkt dat ze superieur is aan ons? Is het om ons uit te buiten? Dat is de verleiding van de duivel.

De waarheid van het Evangelie is helemaal anders. Als je echt katholiek bent, moet je tegenover het hegelianisme en marxisme, die willen dat alle menselijke relaties gekenmerkt worden door haat en tegenstelling tussen meester en slaaf, de menselijke relaties volgens Christus stellen.

De toekomst van onze godsdienst staat op het spel, want we moeten goed begrijpen dat God al onze menselijke relaties heeft gewild en geschapen gelijkend op of analoog aan die van de Vader met zijn Zoon, d.w.z. relaties van vaderschap en zoonschap, relaties waaruit de Liefde voortkomt.

En dus, als iemand superieur is, is hij het ook en moet hij het zijn op de manier van een vader die al zijn liefde legt in het geven van wat hij heeft, zoals Sint-Ignatius zegt. Fundamenteel, en volgens Christus, is de meester of leraar diegene die van zijn opdracht houdt, die de kennis die hij bewondert graag aan zijn kinderen geeft zodat zij er op hun beurt van kunnen profiteren. En de kinderen houden dankbaar van hun meester vanwege de kennis die hij hun geeft. Alleen de geest van Satan kan die wrok, die ongehoorzaamheid, die afkeer van elke ongelijkheid in onze geest opwekken.

Alle menselijke relaties moeten op die manier in de Kerk opnieuw geëvalueerd worden volgens dit idee van wederzijdse liefde in ongelijkheid. Te beginnen met de derde orde van onze eigen gemeenschap.

Wij aanvaarden en beminnen deze ongelijkheid van natuur, omdat ze ook bestaat in de Drie-eenheid zelf, die Liefde is. De Zoon zegt voortdurend dat Hij onder de Vader staat; de Maagd Maria, tempel van de H. Geest, zegt dat zij de dienstmaagd van de Heer is. En het is binnen de erkenning van deze ongelijkheid dat beiden zozeer verheerlijkt zijn door de Vader. Onder christenen wekt de ongelijkheid van natuur en talent, verre van de liefde te schaden, haar juist op en ligt ze aan de oorsprong van de mooiste offers en de mooiste toewijding. We moeten alleen al maar denken aan de ijver van de grote missionarissen van de negentiende eeuw.

Wat mij betreft: ik ben jullie meester en jullie vader in onze gemeenschap van Kleine Broeders en Kleine Zusters van het H. Hart en in de derde orde waarvan jullie deel uitmaken. Maar op mijn beurt ben ik zelf het kind van mijn vader en de geestelijke zoon van mijn meesters. Ik heb alles ontvangen. En ik heb veel ontvangen, mijn God, waarvoor ik U dank! Maar ik kan er niet tevreden mee zijn dat ik veel heb ontvangen en er als een egoïst van geniet, dus geef ik alles door, van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat, zoals jullie weten: schriftelijk, mondeling, op welke manier dan ook. Ik besteed mijn tijd met aan de broeders en zusters in onze communiteiten te geven wat ikzelf heb ontvangen.

Onze broeders en zusters hier, die naar jullie in Canada zijn gezonden, hebben veel ontvangen, omdat ze heel dicht bij de bron zijn geweest, namelijk Rome en Parijs, de oude beschaving waarvan de wieg natuurlijk in Europa staat.

En jullie? Moeten we op jullie neerkijken omdat jullie al deze theologische, menselijke, historische en kerkelijke kennis niet hebben? Integendeel, we branden van verlangen om ze aan jullie door te geven. Om jullie te vernederen? Nee, om jullie samen met ons te doen groeien. Dat alles gebeurt gewoon uit naastenliefde. Laten wij God loven en Hem bedanken!

En als ik nu meen dat ik jullie veel geef en jullie vraag om het allemaal te ontvangen met volgzaamheid, nederigheid en dankbaarheid, dan gaat ieder van jullie zich zo bevoorrecht voelen zoveel te hebben ontvangen, dat hij aan anderen gaat denken en op zijn beurt gaat proberen om hen te geven zonder zichzelf nochtans superieur aan hen te vinden! Dat is hoe waarheid en liefde hun weldaden verspreiden, voor het grotere geluk en het voordeel van iedereen.

Ik geloof dus dat het breken met die revolutionaire theorie van klassenstrijd een formidabele contrarevolutie is die we in onze samenleving en in de Kerk moeten doorvoeren, want we moeten een einde maken aan de haat!

We moeten het ware levenssap van het Evangelie herontdekken, het levenssap dat van alle menselijke relaties relaties maakt die door de liefde, uit het Hart van Jezus geput, veranderen in relaties van broederliefde. Want de liefde van en tot God moet worden verdergezet in broederliefde, anders is er geen katholieke godsdienst  meer.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit een preek aan de Canadezen op 14 december 1984