11 FEBRUARI 2024

Het Hart van Jezus in het Evangelie

GELIEFDE broeders en zusters, ik heb in mijn leven veel christenen ontmoet die koud leken te blijven als ze het Evangelie of het commentaar erop lazen. Ze vonden Jezus niet beminnelijk. Hoe kan je dit verklaren?

Misschien zijn er te veel eentonige verhalen, misschien worden ze onoplettend gelezen... Wij worden gestraft waar we gezondigd hebben. In plaats van er dieper op in te gaan, in plaats van onszelf te verrijken door het Evangelie te lezen en erover te mediteren, raakten we eraan gewend; en toen kwam de zonde, misschien de verharding van ons hart, de middelmatigheid. Uiteindelijk raakt de onvergelijkelijke schat van de Evangelies, de Openbaring van Christus, de Zoon van God die mens is geworden om ons te redden, ons niet eens meer.

Laten we in dit jaar waarin de Kerk ons uitnodigt om te mediteren over het Evangelie van Marcus, luisteren naar het kloppen van het Hart van Jezus.

Jezus heeft gewoon een goed Hart. Hij staat op het punt het huis van Petrus binnen te gaan om er de maaltijd te gebruiken, maar Petrus neemt Jezus terzijde en zegt verlegen: «Neem me niet kwalijk, mijn huis is niet echt in orde, het eten is nog niet klaar, mijn schoonmoeder is ziek. – Hoe bedoel je, ze is ziek? – Ja, ze heeft griep en hoge koorts. Ze ligt te bed, ze kan niet meer

Jezus gaat naar binnen, neemt de hand van de vrouw, helpt haar overeind en zegt: «Vrede zij met u!» En meteen is ze genezen.

Jezus heeft werkelijk een goed Hart. De goede mensen, de aardige mensen houden onmiddellijk van Hem. Hij is gemakkelijk te benaderen. Je zou niet geloven dat Hij de Zoon van God is: de mensen duwen en trekken zo aan Hem dat Hij bijna stikt. Ze dringen zich op.

Nadat Hij zijn apostelen een tijdje op missie naar de dorpen heeft gestuurd, denkt Jezus eraan om hun daarna een welverdiende vakantie te geven: «Kom met Mij mee, laten we uitrusten en samen een goede maaltijd nuttigen op een eenzame plek...» Maar daar komt het volk weer opzetten... Jezus wordt door medelijden overvallen: «Het zijn schapen zonder herder.» En dus begint Hij hen uitvoerig te onderwijzen... Gedaan met de vakantie van de apostelen! Ze zullen begrijpen, zij en hun opvolgers, dat ze Jezus’ goede Hart moeten navolgen en altijd klaar moeten staan om zich in te zetten voor de zielen.

Jezus heeft een mild Hart. Hij is geen liberale geest voor wie de waarheid van geen belang is, maar heeft een gul hart. Hij wil de mensen bevrijden van alle geboden die de valse traditie van de Farizeeën hun had opgelegd, met andere woorden van de regeltjes, het ene nog kleingeestiger dan het andere. Die hielden de arme mensen gevangen en verhinderden hen zich op hun gemak te voelen bij de goede God, omdat ze altijd een of ander voorschrift hadden overtreden, want er waren er wel vierhonderd! Hoe kan je vierhonderd voorschriften tegelijk naleven? Jezus wilde hen bevrijden uit dit keurslijf dat niet van God kwam, maar van mensen: Hij was mild.

Jezus heeft een medelijdend Hart, oneindig medelijdend, zo medelijdend dat Hij dingen doet die Hij eigenlijk niet wil doen. Op een dag liep een melaatse naar Hem toe en raakte Hem aan. In plaats van hem weg te duwen, omdat hij een besmette man was die zijn wettelijk vastgestelde onreinheid op Hem zou overdragen, met alle gevolgen van dien – Hij zou de steden niet meer binnen kunnen – liet Jezus zich aanraken. Hij had het niet moeten doen, maar het was te laat! Hij was door medelijden bewogen, vertelt het Evangelie ons. Hij luisterde enkel naar zijn ontroerde en barmhartige Hart en genas de melaatse.

Jezus is heel liefdevol. We dringen steeds dieper door tot in zijn Hart als we beseffen hoeveel Hij geeft om zijn apostelen en de heilige vrouwen die Hem volgen. Zij doen Gods wil en Jezus houdt meer van hen dan men van een broer of zus houdt.

Geliefde broeders en zusters, onze conclusie is dat wij vasthouden aan de intieme overtuiging dat het Hart van Jezus mateloos verliefd is op de mensheid. Hij wil dat wij Hem liefhebben zoals Hij zijn hemelse Vader liefheeft, zodat wij één worden met Hem, zoals de Vader helemaal één is met Hem. Zijn hele leven en verlossingswerk is een mysterie van liefde.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 14 september 1986