De dienst van de Kerk
2. Een toegewijde bisschop in Chiclayo

We weten opvallend weinig van het gedachtengoed van Mgr. Prevost om te kunnen raden, zelfs in grote lijnen, wat zijn leer vanop de H. Stoel zal zijn nu hij paus Leo XIV geworden is. Hij heeft geen gedenkschriften gepubliceerd, geen enkel boek geschreven, geen persoonlijke doctrine in een studie uiteengezet. Onze H. Vader is een model van discretie, ook met betrekking tot zijn persoonlijke adviezen, beslissingen en benoemingen. In ons vorige nummer bestudeerden we de eerste etappes van zijn leven, dat geheel gewijd is aan de dienst van de Kerk. We waren aanbeland bij zijn aanstelling tot bisschop van het Peruviaanse bisdom Chiclayo in 2014.
STILLE REVOLUTIE IN CHICLAYO ?
GELEGEN in het noorden van Peru, langs de kust van de Stille Oceaan, omvat het bisdom Chiclayo de stad zelf en haar omgeving. Ongeveer 40 % van de bevolking woont in landelijke gebieden of kleine stadjes, waarvan sommige zeer moeilijk bereikbaar zijn en doorgaans erg arm. Het bisdom werd opgericht in 1956 en na het overlijden van de eerste bisschop, een volgeling van de H. Pius X, benoemde Paulus VI in 1967 Mgr. Ignacio María de Orbegozo, lid van het Opus Dei. Hij stichtte een seminarie dat bijzonder succesvol was en zo’n tachtig seminaristen aantrok. Mgr. Orbegozo overleed in 1998. Zijn opvolger, Mgr. Jesús Moliné, lid van de Priesterlijke Sociëteit van het H. Kruis (verbonden aan het Opus Dei), stond bekend om zijn leerstellige orthodoxie. Zo bestuurden deze twee prelaten het bisdom gedurende 45 jaar in dezelfde geest en lieten zij een duidelijke stempel na op de geestelijkheid, waarvan de groei gelijke tred hield met de bevolking die toenam van 400.000 tot één miljoen zielen, met een verdubbeling van het aantal parochies.
Mgr. Moliné diende in 2014 zijn ontslag in en paus Franciscus benoemde pater Robert Prevost als zijn opvolger. Alle waarnemers waren het erover eens dat dit een bewuste keuze was voor iemand van buiten het Opus Dei. « De paus benoemde hem tot bisschop van Chiclayo, een bisdom in het noorden dat decennialang geleid was door de conservatieve beweging Opus Dei. Daarmee brak Franciscus met deze beweging, die in de Peruviaanse Kerk sterk aanwezig was », aldus Véronique Lecaros, doctor in de theologie en docent aan de Pauselijke Katholieke Universiteit van Peru.
« Hij [Mgr. Prevost] werkte aan meer betrokkenheid van leken en vrouwen in zijn bisdom, door hen uit te nodigen deel te nemen aan de vernieuwing. Hij zette een beweging naar synodaliteit in gang en stimuleerde de oprichting van pastorale raden in de parochies. Zo brak hij met de sterk hiërarchische, klerikale en normatieve stijl van het Opus Dei in Peru [...]. Vroeger mocht een vrouw bv. niet meerijden in de auto van een priester [een wijze maatregel die overigens vóór Vaticanum II in heel de Kerk van kracht was !]. Pastorale zorg was vooral op jonge mannen gericht ; de zorg voor jonge vrouwen werd vermeden. In de geest van paus Franciscus veranderde Mgr. Prevost die koers. Hij stelde het bisdom open, gaf leken een plaats die er voordien niet was en benoemde leken en vrouwen op verantwoordelijke posities » (La Croix, 11 mei 2025).
Pater Hubert Boulangé Allègre, sinds meer dan dertig jaar werkzaam in Peru, bevestigt dit : « In Chiclayo, waar hij opvolger werd van zeer conservatieve bisschoppen, opende hij de Kerk naar dienstbaarheid en diaconie. En terwijl hij bisschop van Chiclayo was, 780 km van Lima, stuurde de paus hem gedurende een jaar naar een bisdom nabij Lima om er ernstige problemen op te lossen. Hij werd administrator van dat bisdom, waar een diepe kloof bestond tussen samenleving en Kerk. Het was een complex probleem en hij verrichtte er geweldig werk, altijd gericht op consensus, dialoog en luisterbereidheid. Hij is iemand die met grote aanwezigheid en discretie luistert, ook naar zaken die hij misschien liever niet wil horen [...]. Hij kan tegelijk het gesprek voeren én vastberaden zijn over wat de katholieke identiteit van de Kerk uitmaakt » (Vatican News, 14 mei 2025).
Yolanda Diaz, hoofd van de Commissie menselijke mobiliteit van het bisdom : « Eén keer per jaar wordt een grote vergadering gehouden – zo’n duizend mensen – om samen de grote lijnen uit te zetten. Daar komen uiteenlopende gevoeligheden met elkaar in contact en in discussie. Bij het benoemen van de hoofdproblemen verschillen de diagnoses : “ De gelovigen verliezen hun geloof ”, vrezen sommigen. “ De Venezolaanse migranten hebben geen middelen ”, benadrukken anderen. Dat was de visie van Mgr. Prevost : dat iedereen naar elkaar luistert. Het ging er niet om conflicten te ontkennen, maar om de dialoog aan te gaan » (La Croix, 15 mei 2025).
Opmerkelijk : ook de priesters die door de Opus-Dei-bisschoppen waren gevormd, bleken tevreden over Mgr. Prevost. Zij hadden kunnen vrezen dat hij hun gewoonten drastisch zou veranderen. Integendeel, alles verliep uitstekend :
« Vanaf het begin waardeerden we zijn nabijheid – en zijn Spaans », zegt pater Millán, rector van de kathedraal van Chiclayo. « Hij was heel open, heel toegankelijk, er waren geen barrières tussen hem en zijn priesters. We konden hem allemaal bellen of een bericht sturen, hij stond dicht bij ons [...]. Hij werkte met iedereen samen : met ons, priesters van Opus Dei en de Priesterlijke Sociëteit van het H. Kruis, met alle religieuze congregaties in het bisdom, ondanks de verschillen in gevoeligheid. Hij was heel open, sprak met iedereen, ontving iedereen, maar was ook heel duidelijk in leerstellige kwesties. Hij bouwde voort op wat er eerder was gedaan, zonder radicale veranderingen. Hij wilde eerst het bestaande leren kennen en bracht dan stap voor stap zijn eigen accenten aan, maar nooit met vooroordelen omdat wij “ conservatief ” zouden zijn. Integendeel, hij schonk ons altijd vertrouwen » (The Pillar, 20 mei 2025).
Erika Valdivieso, voormalig hoofd van het Instituut voor het Gezin aan de katholieke universiteit Santo Toribio de Mogrovejo in Chiclayo, bevestigt dit : « Mgr. Roberto stond open voor dialoog met iedereen, maar hij verdedigde tegelijkertijd het traditionele gezin. Hij was altijd geïnteresseerd in wat wij deden, moedigde ons aan te werken aan publieke beleidslijnen ter ondersteuning van gezinnen en promootte een pastoraal die de familie verdedigde. Hij was altijd heel trouw aan de sociale leer van de Kerk. Hij riep ons op om het gezin te beschermen en te verzorgen, maar altijd met naastenliefde. Ik heb hem nooit kwetsende woorden horen gebruiken, ook al was hij heel helder over de leer van de Kerk. Hij beschouwde iedereen als een kind van God, maar sprak altijd ondubbelzinnig over leerstellige kwesties » (ibid.).
Het seminarie van Chiclayo functioneerde goed bij zijn komst en hij bleef er zorg voor dragen. Het aantal seminaristen, net onder de veertig, bleef stabiel gedurende heel zijn ambtsperiode. « Dat is nog steeds een goed aantal voor Peru. Dit jaar hebben we 18 nieuwe eerstejaars, een bemoedigend teken dat roepingen weer toenemen », benadrukt pater Zamora. « Hij stimuleerde altijd roepingen bij de groepen jongeren wanneer hij het seminarie bezocht. Hoewel hij een drukbezet man was, kwam hij elke keer langs wanneer de jongeren hem uitnodigden. Ik herinner me dat hij de voetbalwedstrijden van het seminarietoernooi bijwoonde ; hij vierde steeds de mis bij de twee grote benefietactiviteiten van het seminarie en nodigde mensen uit om er op aanwezig te zijn », vult pater Millán aan (ibid.).
Zij die met Mgr. Prevost samenwerkten, beschreven hem ook als een bekwaam bestuurder en een goede overste. « Hij liet je je werk doen. Hij gaf nooit strikte instructies of bevelen. Het enige dat hij me in acht jaar rechtstreeks vroeg, was om samen met de gelovigen het getijdengebed in de kathedraal te bidden. Dus begonnen we lauden en vespers met de gelovigen te bidden en hij bad altijd mee » (pater Millán).
Mgr. Valdivieso, grootkanselier van de universiteit, typeerde hem als iemand die kon luisteren en zijn team vertrouwde : « Hij nam deel aan belangrijke beslissingen, maar liet ons werken. Hij gaf richtlijnen, maar vertrouwde ons en herinnerde ons eraan dat het wetenschappelijke werk van een katholieke universiteit in wezen een zoektocht naar de waarheid is. Hij kon intellectuele en pastorale aspecten goed combineren » (ibid.). Pater Bernardino Gil, voormalig vicaris-generaal van Chiclayo, werkte bijna acht jaar nauw met hem samen en noemt hem een zeer beminnelijk en toegankelijk mens : « Hij was heel geduldig, handelde snel, maar nooit overhaast. Hij was ook vriendelijk en gul... Hij had een groot vermogen om vrienden te maken » (ibid.).
EEN TOONBEELD VAN NAASTENLIEFDE
En zijn priesters erkennen graag zijn ondernemingszin en liefdadigheid bij het organiseren van hulp na de crisis in Venezuela, die de komst van een miljoen vluchtelingen naar Peru veroorzaakte. « Ik herinner me dat, toen de beperkingen vanwege de pandemie versoepeld werden, een van de eerste dingen die hij me zei was dat we de gaarkeuken van de kathedraal opnieuw moesten openen, omdat er bijna elke dag honderden arme mensen kwamen eten. » Mgr. Prevost leidde ook de hulpinspanningen van het bisdom toen een plaatselijk dorp getroffen werd door zware overstromingen. « Aan het eind van 2022 waren er overstromingen in het dorp Íllimo, ten noorden van Chiclayo, en hij ging er persoonlijk heen. U hebt waarschijnlijk de foto’s van hem met laarzen gezien, hij was daar. Hij beperkte zich er niet toe te zeggen dat we deze mensen moesten helpen, hij stond in de voorste linie en maakte zich mee vuil, naast zijn volk », aldus pater Zamora.

aartsbisschop van Lima
In 2017 en 2018 kende Venezuela, onder president Nicolás Maduro, een politieke crisis die gepaard ging met een catastrofale economische, financiële en sociale crisis, wat een massale emigratie van de bevolking veroorzaakte, voornamelijk naar Colombia en Peru. Duizenden vluchtelingen stroomden Chiclayo binnen. « In 2017 zag je Venezolanen slapen op de pleinen, voor de kathedraal, in de straten. Het waren geen alleenstaanden, maar hele gezinnen, met veel kinderen. Monseigneur zag deze situatie en belde me om te zeggen dat hij een ploeg samenstelde om dit aan te pakken », vertelt Yolanda Diaz, aan wie Mgr. Prevost het voorzitterschap van de Commissie voor menselijke mobiliteit en mensenhandel toevertrouwde.
Deze commissie, die afhankelijk is van het bisdom, telt achttien leden, zowel geestelijken als leken, allen vrijwilligers. Het team dat de bisschop samenstelde, had als missie de migratiestatus van de Venezolanen te regulariseren en de erkenning van hun schooldiploma’s te versnellen, terwijl het hen ook hielp toegang te krijgen tot het gezondheidssysteem. « Mgr. Roberto zei ons : “ We moeten naar de migranten luisteren en vragen hoe we hen kunnen helpen. ” Het waren zijzelf die zeiden dat het eerste wat ze nodig hadden de regularisatie van hun migratiestatus was : zonder die status konden ze niet werken en konden hun kinderen niet naar school. We zijn hen dus in de parochies gaan samenbrengen en hebben ambtenaren van de immigratiediensten uitgenodigd om hun de procedure uit te leggen en ons te helpen die te versnellen », legt de voormalige voorzitster van de Commissie uit, die vier jaar lang belast was met het voorleggen van rapporten over het werk van deze organisatie aan Mgr. Prevost.

Maar enkele maanden later moest de toekomstige paus vaststellen dat er door de migratiestroom een aanzienlijke toename van straatprostitutie was, waaraan dringend iets gedaan moest worden. Hij zocht toenadering tot de zusters Adoratricen van het Kostbaar Bloed om hen ertoe te bewegen hun werk voort te zetten met de Commissie voor menselijke mobiliteit en mensenhandel : de betrokken vrouwen moesten gered worden uit dit mensonwaardig bestaan en ze dienden een opleiding te krijgen om te kunnen solliciteren naar een fatsoenlijke baan. In dat kader werd, met zijn hulp, het opvangcentrum San Vicente de Paul opgericht, dat tot dertig gezinnen kan huisvesten en waar bijna vijfduizend mensen verbleven hebben. En we leren uit een getuigenis dat werd verzameld door de Argentijnse krant La Nación : « Padre Roberto organiseerde ook geestelijke retraites voor de (ex-)prostituees. Die retraites werden in die tijd erg druk bezocht. »
Verder is bekend dat Mgr. Prevost zich sterk heeft ingezet om de bevolking te hulp te komen naar aanleiding van het natuurfenomeen El Niño. Geconfronteerd met het buiten zijn oevers treden van de rivieren door stortregens, die veel schade veroorzaakten aan huizen en akkers, ging de bisschop met rubberlaarzen en tot aan de knieën in het water naar de zwaarst getroffen dorpen. Hij liet noodwoningen plaatsen voor de slachtoffers en liet tonnen voedsel en matrassen uitdelen. Bij deze situatie kwam nog de gezondheidscrisis door de coronapandemie, gevolgd door twee grote overstromingsgolven in 2022 en 2023 die Chiclayo overspoelden én een epidemie van dengue (knokkelkoorts). Hij slaagde erin om binnen de tijdsspanne van enkele weken bijna 400.000 dollar in te zamelen en zo vele levens te redden.
Mgr. Jesús Moliné getuigde zelf ten gunste van degene die hem in 2014 opvolgde aan het hoofd van het bisdom Chiclayo, in een interview gepubliceerd door de universiteit van Piura op 13 mei 2025 : « Hij bezit een sociale gevoeligheid die hem ertoe bracht aanwezig te zijn in moeilijke situaties in Chiclayo, zoals tijdens de overstromingen door El Niño, of om zuurstof te verkrijgen voor de bevolking tijdens de COVID-19-pandemie, of nog om de Venezolaanse migranten te helpen via de diocesane organisatie Caritas. Mgr. Prevost heeft er altijd naar gestreefd te leven en te handelen als een vader voor allen. »

EEN ECHTE ZIELENHERDER
Ondanks zijn enorme inzet voor sociale werken, verwaarloosde Mgr. Prevost nooit zijn pastoraal ambt. Hij bezocht de vijftig parochies van het bisdom Chiclayo en, zo wordt benadrukt, « hij droeg overal zijn stool, zelfs in de meest afgelegen dorpen, om er de mis op te dragen, vormsels toe te dienen en biecht te horen. »
Pater Marcos Ballena, docent aan het seminarie van Chiclayo, legt uit : « Het gebeurde dat Monseigneur om 10 uur in de ochtend de mis celebreerde in de bergen van ons bisdom, in Santa Cruz ; om 4 of 6 uur in de namiddag droeg hij de mis op in de kathedraal ; en om 8 uur ’s avonds had hij een vergadering in een of andere parochie. Dat alles op éénzelfde dag. Hij gaf zich volledig aan het volk. »
Pater Ballena en zijn confrater, pater David Farfán, pastoor van Zaña, wezen op de frappante gelijkenis tussen Mgr. Prevost en de grote aartsbisschop van Lima, de H. Turibius van Mogrovejo (1538–1606). Deze werd in 1581 vanuit Spanje naar Peru gezonden, waar hij als aartsbisschop bijna zijn hele leven op missietocht doorbracht. Hij reisde door de bergen en vlakten, bezocht zelfs de meest afgelegen dorpen, leefde met de Inca’s in hun ayllus (plaatselijke gemeenschappen van aanverwante families), sprak Quechua en bracht talloze offers om de sacramenten toe te dienen en het geloof te verkondigen. Turibius organiseerde bovendien het Derde Concilie van Lima (1582-1583), dat beslissend werd voor de toepassing van de hervormingen van Trente in Zuid-Amerika en dat zorgde voor catechismussen en biechthandleidingen in de plaatselijke talen. Dankzij dit concilie leefden de bisdommen van Zuid- en Midden-Amerika meer dan twee eeuwen volgens de pastorale en canonieke organisatie die de heilige aartsbisschop had ingesteld.
Volgens pater Millán vloeide de naastenliefde van Mgr. Prevost voort uit een diep gebedsleven : « Hij had een zeer regelmatige gebedspraktijk. Hij bad altijd ’s morgens bij het opstaan in zijn kapel, daarna ging hij naar de kathedraal voor de lauden. Na het ontbijt begon hij te werken en meestal baden we rond de middag samen de rozenkrans. Hij droeg liever ’s avonds de mis op, om acht uur. Hij zei dat zijn geest dan helderder en rustiger was, omdat hij zijn werk achter zich had gelaten. Na de mis had hij nog een moment van gebed en daarna pas nam hij zijn avondmaal. »
Sommige katholieken zijn verrast door de eerder traditionele liturgische gevoeligheid van de huidige paus, maar de priesters van zijn vroegere bisdom zijn dat niet. « Hij celebreerde altijd met de vereiste liturgische plechtigheid – niet meer, niet minder. Hij droeg steeds een kazuifel, ook al was het warm. In de kathedraal is het al jaren de gewoonte dat er biechtgelegenheid is tijdens de openingsuren. Als pastoor zat ik vaak in de biechtstoel, maar soms moest ik weg. Daarom hoorde ik de biecht gewoon met een stool, zonder albe. Toen hij me zo zag, vroeg hij mij om voortaan altijd albe én stool te dragen. Hij hielp ons vaak bij het biechthoren, vooral vlak voor Pasen en Kerstmis, maar altijd heel discreet, zodat niemand wist dat hij het was die in de biechtstoel zat », aldus pater Millán.
Pater Zamora besluit : « Ik denk dat zijn grote deugden zijn nederigheid en eenvoud waren. Hij was één van ons. En hij was een groot missionaris : hij wilde altijd degenen bereiken die Jezus nog niet kenden of die, hoewel ze Hem kenden, nog verdieping in de leer nodig hadden. »
Uit alle getuigenissen van priesters en leken die het leven van het bisdom Chiclayo deelden, klinkt een unaniem loflied op de man die gedurende bijna tien jaar hun herder was. Het beeld dat oprijst, is dat van een geestelijke vol goedheid, geduld en eenvoud, die weinig sprak, maar veel deed. Hoewel men bij de komst van een augustijn verwachtte dat er zou gebroken worden met de vorige Opus-Dei-bisschoppen, bleek er geen “ revolutie ” of breuk te zijn. Alles gebeurde geleidelijk, in continuïteit. Het liturgische en sacramentele leven bleef onder de verantwoordelijkheid van de priesters, terwijl vele sociale werken werden toevertrouwd aan leken. De bisschop verzekerde de samenhang van het geheel en ondersteunde zijn priesters, waarbij hij hun blijkbaar een grote vrijheid liet en de leken onder hun autoriteit plaatste.
Het lijkt er op dat alles gebeurde zonder gezagsdaden van bovenaf, in een geest van discussie, luisterbereidheid, dialoog en overleg. We horen niets over vermaningen of correcties, zelfs niet van broederlijke aard. Er waren blijkbaar geen gevallen van wanorde die moesten rechtgezet worden ; aan niemand moest vooruitgang, verbetering of bekering gevraagd worden. Op dat vlak vernemen we helemaal niets ! Maar de geraadpleegde getuigenissen zijn noodzakelijkerwijs onvolledig. We weten niet alles en Mgr. Prevost heeft de gegronde reputatie discreet te zijn.
MARIALE DEVOTIE EN EUCHARISTISCH WONDER
Wat de liefde voor Jezus en de H. Maagd Maria betreft en de offers die men hun kan brengen : blijkbaar spreekt dat allemaal voor zich, aangezien er nooit expliciet gewag van gemaakt wordt... Nu is het zo dat de Peruvianen, ondanks het zeer agressieve proselitisme van de protestantse sekten, in overgrote meerderheid katholiek zijn. De gelovigen zijn er bijzonder vroom (in de kathedraal worden doordeweeks niet minder dan vijf missen per dag opgedragen !). Met betrekking tot de katholieke devoties in het bisdom Chiclayo, zoals die tot El Señor Nazareno Cautivo van Monsefú, het Kruis van Chalpón in Motupe of El Niño Divino del milagro in Eten, verklaarde emeritus-bisschop Mgr. Moliné dat deze devoties « het hart van de nieuwe paus diep raakten tijdens zijn verblijf in het noorden van Peru en dat hij ze heeft aangemoedigd, omdat ze het christelijke leven bevorderen en het geloof van elke dag ondersteunen. »
Zonder twijfel sprak het eucharistische wonder van Eten Mgr. Prevost het meest aan. In het dorp Santa Magdalena de Eten verscheen op 2 juni 1649, tijdens de mis op de vooravond van het hoogfeest van Corpus Christi, het Kindje Jezus in een geconsacreerde hostie, die helaas niet bewaard is gebleven. Mgr. Prevost, die de formele goedkeuring van het eucharistische wonder door het Vaticaan wilde verkrijgen, legde in juni 2019 uit dat « het verhaal, de gegevens en de ononderbroken devotie gedurende 370 jaar goed gedocumenteerd zijn » dankzij getuigenissen die bewaard worden in de archieven van de franciscanen in Lima.
In januari 2019 ontving de toekomstige Opperherder in zijn kathedraal een pelgrimsbeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, te midden van een menigte gelovigen. Hij gaf lezing van een akte van eerherstel en toewijding aan God, aan het H. Hart van Jezus en aan het Onbevlekte Hart van Maria : « Met deze akte van berouw, vergeving en eerherstel jegens God vernieuw ik de toewijding van Peru aan het H. Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, in eenheid met de bisdommen, de parochies, de priesters, de diakens, de seminaristen, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen en de leken. »
Het was ontroerend om al die gelovigen te zien, verzameld rond hun bisschop, die de rol van bemiddelaar vervulde tussen zijn bisdom en de Allerheiligste Maagd. Maar is dit werkelijk ook de persoonlijke vroomheid van Mgr. Prevost ? We weten dat hij zijn rozenkrans bidt en dat hij « de Moeder van God op een bijzondere manier vereert, met kinderlijke liefde, in overeenstemming met de praktijk van de Kerk en de traditie van de orde, die haar sinds onheuglijke tijden vereert onder de titels Onze-Lieve-Vrouw van Genade, Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, Onze Moeder van Troost en Onze Moeder van Goede Raad » (artikel 106 van de constituties van de orde van Sint-Augustinus).
Maar toen Mgr. Prevost zich begin 2021, midden in de coronapandemie, in een korte aansporing tot zijn kudde richtte om haar moed in te spreken, ontbrak elke verwijzing naar Onze-Lieve-Vrouw :
« Niemand had zich het afgelopen jaar kunnen voorstellen, een jaar dat gekenmerkt werd door zoveel lijden, crises, pijn en sterfgevallen. Toch stel ik voor om terug te keren naar het motto dat wij voor dit pastorale jaar gekozen hadden : “ Het Woord woont onder ons. ” Ik wil met jullie nadenken over hoe God aanwezig kan zijn te midden van zoveel lijden. Sint-Augustinus schreef aan iemand die rouwde om de dood van een dierbare : “ Men moet de pijn en de tranen van bedroefden begrijpen. Maar ween niet zoals de heidenen die geen hoop hebben, die de belofte van Christus niet kennen. Onze dierbaren die gestorven zijn, leven in de geest en wij zullen hen terugvinden in de kostbare eeuwigheid ” (Brief 263). Geliefde broeders, wij moeten nog veel leren over het lijden, maar ook over de hoop, vooral de hoop op de eeuwigheid. Het Woord, Jezus, woont onder ons om ons te leren het lijden te respecteren, in de hoop te leven en onze roeping tot de eeuwigheid opnieuw te ontdekken » (Somos Iglesia nr. 10, feb. 2021).
Na deze korte bovennatuurlijke beschouwing kwam hij meteen terug op de concrete werken, waarbij hij eraan herinnerde : « We kunnen niet geïsoleerd leven, niemand beleeft zijn geloof alleen, niemand wordt alleen gered. Het geloof is altijd kerkelijk, het geloof drijft ons naar de anderen toe, het geloof maakt ons tot broeders » (ibid.). Dit is een kerngedachte in de zienswijze van Mgr. Prevost. Volgens hem is het geloof noodzakelijkerwijs een geloof in de Kerk : het is niet te reduceren tot een louter persoonlijke relatie tussen een leerling en Jezus, maar houdt in dat men tot de Kerk behoort, dat men kind van de Kerk is.
Daaruit leidde hij af : « Elke geloofsboodschap is dus een boodschap van broederlijkheid. We kunnen geen geloof beleven zonder werken, dat wil zeggen zonder naastenliefde, zonder solidariteit, zonder broederschap [...]. De Kerk wil samen met heel de maatschappij, via de campagne “ Resucita Perú, ahora ” (“ Peru, herrijs nu ”), een concreet, zichtbaar en reëel geloofsantwoord geven. De vreugde die Christus de wereld brengt – de ware vreugde en niet zomaar een oppervlakkig gevoel – is Gods oproep om de wonden van de lijdenden te genezen, onze armoede te delen met hen die nog minder hebben, te groeien in de wijsheid van het Woord van God, ons te laten verlichten door de Heer, door Jezus, het Woord dat vlees geworden is en onder ons heeft gewoond (Jo 1, 14). »
Zeker, met de doden die de families in rouw dompelen en de vele andere tegenslagen waardoor ze worden getroffen, hebben de diocesanen het recht om hun blik naar de Hemel te richten, maar ze worden daar snel van afgeleid om door hun bisschop ingezet te worden voor liefdadigheidswerk en sociale projecten. Dat is overduidelijk. En Mgr. Prevost gebruikt die trilogie van “ naastenliefde, solidariteit, broederschap ” om een brug te slaan van de broederlijke naastenliefde van Jezus, gebaseerd op het geloof, naar de maçonnieke broederschap van Fratelli tutti van paus Franciscus, waarover de bisschop enkele pagina’s verderop in hetzelfde diocesane bulletin een nauwkeurige samenvatting geeft – weliswaar zonder overdreven enthousiasme.
En aan het einde van deze korte aansporing is er geen oproep tot gebed voor de redding van de zielen van de overledenen, geen vermelding van de H. Maagd Maria, geen oproep tot bekering.
In maart 2018 wordt Mgr. Prevost verkozen tot vicevoorzitter van de bisschoppenconferentie van Peru. Zijn terugkeer naar Rome ligt in het verschiet, het jaar daarop, met zijn benoeming door Franciscus tot lid van de Congregatie voor de clerus, en vervolgens in 2021 tot lid van de Congregatie voor de bisschoppen. Hij keert definitief terug naar het Vaticaan op 30 januari 2023, wanneer de H. Vader hem aanstelt aan het hoofd van de Dicasterie voor de bisschoppen.
broeder Pierre-Julien van de goddelijke Maria
Hij is verrezen ! nr. 137, september-oktober 2025