Medjugorje promoten
om Fatima te doen vergeten

OP 19 september 2024 publiceerde de dicasterie voor de Geloofsleer een document met de titel : « De Koningin van de Vrede. Nota over de spirituele ervaring verbonden met Medjugorje ».

kardinaal Fernández met een boek over Medjugorje 

Deze tekst volgt logisch op de nieuwe Normen voor het onderscheiden van veronderstelde bovennatuurlijke fenomenen die kardinaal Fernández in mei van vorig jaar bekend maakte en die radicaal breken met de vroegere werkwijze van de Kerk : niemand heeft nog het recht om het bovennatuurlijke karakter van een verschijning te erkennen ; men dient enkel te focussen op de mogelijke weldoende invloed ervan op de gelovigen. Het relativisme dat zo gepropageerd wordt, ontslaat de kerkelijke hiërarchie van wat altijd haar kernopdracht geweest is : uitmaken of een verschijning van God komt of van de duivel.

De kardinaal kan in zijn inleiding bijgevolg ongestraft schrijven dat met betrekking tot Medjugorje « er een lange en complexe geschiedenis geweest is [...] tijdens dewelke uiteenlopende meningen van bisschoppen, theologen, commissies en analisten elkaar opgevolgd hebben ». Dat die “ meningen ”, en eerst en vooral het grondige onderzoek door de plaatselijke bisschop, Mgr. Zanić (1918-2000), tot het beargumenteerde besluit leidden dat het niet de Hemel is die in het bedevaartsoord aan het werk is, wordt schaamteloos van de tafel geveegd als niet ter zake.

Wél van belang zijn, volgens het document van het Vaticaan, de vruchten die Medjugorje bewerkt : « Een onmiddellijk effect [...] was het grote en steeds groeiende aantal overtuigde aanhangers over de hele wereld en de talrijke personen die er op bedevaart gaan » (nr. 3). Niemand zal dat ontkennen, net zomin als het feit dat velen in Medjugorje het geloof herontdekken of verdiepen en dat zij opnieuw komen tot traditionele geloofspraktijken zoals de biecht of het bidden van het rozenhoedje. Maar betekent dit dat Onze-Lieve-Vrouw er echt verschijnt ? Soms gaat het om de duivel die bepaalde goede zaken toelaat met het doel de gelovigen af te leiden van waarachtige verschijningen. Of hij wil, wanneer het bedrog uitkomt, een enorm schandaal en reputatieverlies voor de Kerk veroorzaken.

« Als besluit kan een positief beeld geschetst worden van de positieve vruchten van deze spirituele ervaring, die zich intussen heeft losgemaakt van de ervaring van de zogenaamde zieners ; zij worden niet langer beschouwd als de centrale bemiddelaars van het “ fenomeen Medjugorje ” » (nr. 5). Meteen wordt duidelijk dat Rome afstand wil nemen van Vicka, Ivanka, Mirjana, Ivan, Jakov en Marija, de zes zieners die samen duizenden verschijningen kregen. Die reserve is logisch, want het aantal tegenspraken, herroepingen en zelfs vervalsingen in hun getuigenissen is legio (zie het dubbelartikel Medjugorje, de grote leugen in Hij is verrezen ! nrs. 108 en 109, nov.-dec. 2020 en jan.-feb. 2021). Maar uit de onbetrouwbaarheid van de “ zieners ” conclusies trekken, daarvoor past Fernández.

Volgens hem is alles wat de Gospa zegt bewonderenswaardig, vooral omdat « de tussenkomst en het werk van Maria duidelijk ondergeschikt zijn aan Jezus Christus als bewerker van de genade en het heil van elke persoon » (nr. 12). Dat kadert perfect in het protestants geïnspireerde christocentrisme dat Vaticanum II bijzonder dierbaar was. Zo dierbaar zelfs dat aan de Allerheiligste Maagd Maria geen afzonderlijk conciliedocument gewijd werd : ze werd letterlijk verwezen naar de laatste plaats, hoofdstuk 8 van Lumen gentium !

Daarom waarschuwt Fernández voor enkele boodschappen waarin het woord “ middelares ” voorkomt : « Hoewel het waar is dat in het geheel van de boodschappen alles wordt toegewezen aan Jezus Christus, terwijl Maria meewerkt door haar moederlijke tussenkomst, zijn er toch bepaalde uitdrukkingen die niet in overeenstemming lijken met het geheel : “ Ik ben de middelares tussen jullie en God ” (17 juli 1986) en “ Ik wil de band zijn tussen jullie en de hemelse Vader, jullie middelares ” (18 maart 2012). De uitdrukking “ middelares ” zou er verkeerdelijk toe kunnen leiden aan Maria een plaats toe te kennen die uniek is en in feite gereserveerd aan de mensgeworden Zoon van God » (nr. 36).

Dat is precies het punt waarin Medjugorje wezenlijk verschilt van Fatima, sterker nog, waarin het verschijningsoord in Bosnië-Herzegovina moet beschouwd worden als anti-Fatima : in Portugal openbaart de H. Maagd zich als Middelares van alle genaden, in Medjugorje zegt de verschijning dat zij « niets kan doen zonder de hulp van God », dat zij « ook moet bidden juist zoals jullie », dat zij « niet over alle genaden beschikt, maar van God verkrijgt wat zij bekomt door het gebed » (29 en 31 augustus 1982). Dat is een onaanvaardbare “ minimalisering ” van de Moeder Gods !

God wil in de wereld de devotie tot het Onbevlekte Hart van Maria instellen. Zij is het die de vrede zal schenken : « Zeg dat wij de vrede moeten vragen aan het Onbevlekte Hart van Maria, want het is aan Haar dat God de vrede heeft toevertrouwd », drong de H. Jacinta van Fatima aan bij haar nichtje Lucia. Waarom eigent de Gospa zichzelf dan zomaar de titel van “ Koningin van de Vrede ” toe ? En over wat voor “ vrede ” gaat het dan ?

Paus Franciscus weigert hardnekkig om gevolg te geven aan het dringende verzoek van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima om de eerherstellende devotie van de eerste zaterdagen te verspreiden. Zijn voorkeur gaat ongetwijfeld uit naar de Gospa, die het helemaal eens is met zijn streven naar harmonieuze co-existentie tussen alle religies : « Alle godsdiensten zijn gelijk voor God », verklaarde de verschijning op 1 oktober 1981.

De Maagd Maria beloofde aan de H. Bernadette dat ze haar « niet gelukkig zou maken in deze wereld, maar in de andere ». Dat het Tweede Vaticaans Concilie de opdracht van Christus aan zijn Kerk verraden heeft door haar aandacht te verleggen van het bovennatuurlijke naar het aardse, van het eeuwige geluk naar het welzijn in deze wereld, vindt zijn bekrachtiging in een uitspraak van de Gospa die volstaat om haar boodschap te ontmaskeren als fundamenteel tegengesteld aan het katholieke geloof van altijd : « Ik wens dat ieder van jullie gelukkig is op deze aarde » (25 mei 1987).

redactie KCR
Hij is verrezen ! nr. 133, januari-februari 2025