Joannes-Paulus II heilig ?
KARDINAAL Ruini, vicaris-generaal voor het bisdom Rome, heeft op 30 mei 2005 een edict uitgevaardigd over de procedure tot zaligverklaring van wijlen Paus Joannes-Paulus II. In dat document nodigt hij alle gelovigen uit om aan hem persoonlijk of aan het diocesaan tribunaal van het vicariaat van Rome alle inlichtingen te verschaffen die gunstig of ongunstig zijn voor de faam van heiligheid van de voornoemde dienaar Gods.
Broeder Bruno Bonnet-Eymard heeft deze gelegenheid aangegrepen om, in naam van de beide communauteiten die abbé de Nantes gesticht heeft, aan het hoger vernoemde tribunaal een tekst over te maken waarin hij uitlegt welke de tegenargumenten van de Katholieke Contrareformatie zijn tegen de zaligverklaring van de overleden Paus.
De tekst, die gedateerd is op 6 augustus 2005, begint na een korte verwijzing naar het edict als volgt :
« Wij, de Kleine broeders en de Kleine zusters van het Heilig Hart, die deze tekst ondertekenen, zijn Rooms-katholiek. Wij zijn onderdanig aan het onderricht van de Kerk volgens de richtlijnen van het Motu proprio « Ad tuendam Fidem », wat betekent dat wij niet alleen de geopenbaarde waarheden als onfeilbaar beschouwen, maar ook de waarheden die door het Leergezag van de Kerk op definitieve wijze voorgesteld worden. Bovendien gaan wij akkoord “ met de leerstellingen die worden geformuleerd door de Opperherder van de Kerk of door het College van bisschoppen, wanneer zij hun authentiek leergezag uitoefenen, zelfs wanneer zij niet de bedoeling hebben deze leerstellingen af te kondigen door een definitieve daad. ”
« Hoe komen wij er dan toe aan uw tribunaal leerstellingen voor te leggen die tegengesteld zijn aan de faam van heiligheid van de voornoemde dienaar Gods, die gedurende meer dan een kwarteeuw wettige Opperherder van de Kerk was ? Omdat wij er in geweten van overtuigd zijn dat de leerstellingen en de daaruit voortvloeiende daden van Paus Joannes-Paulus II in tegenspraak zijn met de geopenbaarde waarheden vervat in het Woord Gods of doorgegeven door de Traditie.
« Talrijke opwerpingen tegen het onderricht van Joannes-Paulus II werden al tijdens diens leven geformuleerd door abbé Georges de Nantes, Frans priester en theoloog, en stichter van onze communauteiten. In 1983 stelde hij een Liber accusationis samen, een uitvoerige “ aanklacht wegens ketterij, schisma en schandaal tegen onze broeder in het geloof Karol Wojtyla ”. Op 13 mei van dat jaar maakte hij dit Aanklachtenboek persoonlijk over aan de H. Stoel, in het gezelschap van tweehonderd afgevaardigden van de Liga van de Katholieke Contrareformatie. Hoewel dit initiatief in overeenstemming was met de canons 212, 221 en 1417 van de codex van canoniek recht, heeft het gezag altijd geweigerd deze aanklacht tegen de heersende Opperherder te onderzoeken of zelfs in ontvangst te nemen.
« Vandaag is abbé de Nantes door ziekte verhinderd om vóór u te verschijnen. Wij zijn echter overtuigd van de juistheid van zijn argumentatie en wij stellen vast dat geen enkele theoloog tijdens het leven van voornoemde dienaar Gods in staat is geweest om deze argumenten te weerleggen. Het is daarom onze plicht om het diocesaan tribunaal de motieven voor de aanklacht door abbé de Nantes in herinnering te brengen. Sinds 1983 hebben talloze geschriften, woorden en daden van voornoemde dienaar Gods deze motieven alleen nog maar zwaarwichtiger gemaakt, waaruit duidelijk diens volharding blijkt in de leerstellige dwalingen die hem bij het begin van zijn pontificaat door onze geestelijke vader verweten werden.
« Wij ondernemen dit initiatief vol vertrouwen, vooral sinds we met grote vreugde vastgesteld hebben dat het Compendium van de Catechismus van de katholieke Kerk, voorbereid door kardinaal Ratzinger die vandaag door Gods genade onze H. Vader Benedictus XVI is geworden, alle sporen heeft uitgewist van de dwalingen van voornoemde dienaar Gods – dwalingen die door abbé de Nantes bij de Congregatie voor de geloofsleer werden aanhangig gemaakt op 13 mei 1993, in een aanklacht tegen de Auteur van de “ Katechismus van de Katholieke Kerk ” ».
De eigenlijke tekst van broeder Bruno omvat 15 bladzijden. In een eerste hoofdstuk, « Tegen de deugd van geloof », toont hij aan dat Joannes-Paulus II zich heeft afgekeerd van het katholiek geloof door een totaal ander filosofisch en antropologisch standpunt in te nemen : in Christus openbaart zich volgens Karol Wojtyla de transcendentie van elke mens, wat de Poolse Paus brengt tot een geloofsbelijdenis in de mens die zichzelf tot God maakt. Deze dwaling koppelt hij aan een dwaling over de natuur van Christus, wanneer hij beweert dat de Zoon van God zich door zijn menswording “ als het ware ” heeft verenigd met elke mens, en voor altijd.
In een tweede hoofdstuk, « Tegen de deugd van hoop », wijst broeder Bruno er op dat Joannes-Paulus II zijn hele pontificaat lang de christelijke hoop op het Koninkrijk Gods heeft afgeleid naar de stad van de mensen. In plaats van de gelovigen de weg naar de Hemel te tonen heeft de Paus hen onafgebroken gemobiliseerd voor de opbouw van een rechtvaardiger wereld hier op aarde. In de lijn van die utopie heeft hij het Paradijs en de hel ontdaan van elke concrete realiteit en van het bovennatuurlijk leven een hol begrip gemaakt.
Het derde hoofdstuk, « Tegen de deugd van naastenliefde », toont aan dat de nieuwlichterijen van Karol Wojtyla geleid hebben tot een breuk in de band van naastenliefde die de christenen onderling verbindt. Gelovigen die kritiek hadden, zoals abbé de Nantes, werden op geen enkel moment gehoord ; de vervolgde Kerk, met als duidelijkste voorbeeld de Oekraïense Uniaten van kardinaal Slipyj, werd verraden tot meerdere eer en glorie van de conciliaire oecumene ; en onafgebroken heeft Joannes-Paulus II geprobeerd in het gevlei te komen bij de vijanden van de Kerk door zich uitgebreid te verontschuldigen voor de « misdaden » van de katholieke Kerk in vroegere tijden.
« De argumentatie in haar geheel », aldus nog broeder Bruno, « biedt een verklaring voor het feit dat een Paus die blijkbaar wereldwijd een faam van heiligheid geniet, niettemin de Kerk heeft kunnen achterlaten in een toestand van crisis zonder voorgaande. Om het met kardinaal Ratzinger te zeggen : “ Heer, vaak lijkt uw Kerk ons een bootje dat op het punt staat onder water te verdwijnen, een schip waar het water langs alle kanten binnendringt ! ” »