Koninkrijk Gods
Het Koninkrijk Gods op aarde
Het woord “Koninkrijk” (Koninkrijk Gods of Koninkrijk der hemelen, deze twee uitdrukkingen zijn overduidelijk synoniemen) is het woord dat Jezus zelf boven alle andere gekozen heeft om zijn eigen, onvergelijkelijk werk aan te duiden. De term “Kerk” zal pas na zijn Hemelvaart gelijkgesteld worden met “Koninkrijk” en hem vervolgens zelfs helemaal vervangen in de taal van de predikaties en de brieven van de apostelen. In elk geval staat het vast dat, in tegenstelling tot de bewering van de modernisten vanaf Loisy, eerst het Koninkrijk is gekomen, zowel in de werkelijkheid als in het taalgebruik, en pas daarna de Kerk.
Inleiding: van het Oude naar het Nieuwe Testament
De godsdienst van het Oude Testament omvat heel wat wrede en soms schandelijke gebeurtenissen, afschuwelijke voorschriften, de begunstiging en bevrediging van al te menselijke en losbandige verlangens. Maar hoe zou de mens de wegen van God, die de mensheid langzaam naar de volheid van waarheid en goedheid verheft, durven bekritiseren?
Het Koninkrijk Gods op aarde
1. De stichting van het Rijk Gods
Het Koninkrijk Gods is, zoals de evangelisten getuigen, het ideale, utopische beeld van wat het Volk van God was. En Jezus, de stichter en wetgever van dat Koninkrijk, is de «andere Profeet» die Mozes aankondigde en die groter is dan hij, in werken en woorden, in wonderen, profetieën en genaden – ja, de allergrootste!
Het Koninkrijk Gods op aarde
2. Het Koninkrijk Gods wordt afgewezen
Reeds voor het drama zijn beslag kreeg door de dood van Jezus was het duidelijk dat het joodse volk en zijn traditionele leiders de wet van het Koninkrijk Gods niet konden aanvaarden. Al degenen die verknocht zijn aan de oude gang van zaken omwille van de middelmatige en betwistbare elementen ervan, zullen opstaan tegen Jezus en zijn Koninkrijk afwijzen in de naam van Mozes zelf.
Het Koninkrijk Gods op aarde
De triomf van het Rijk Gods
Het Koninkrijk Gods, dat was Jezus alleen. De informele groep rondom Hem, die elke dag opnieuw in Jezus de weg, de waarheid en het leven vond, vertegenwoordigde het Israël van God. Deze kern van volgelingen van Christus was geen parasiet of vijand in de schoot van het joodse volk, maar de «kiem» die door de profeten was aangekondigd.