PAULUS VI
Sodom en Gomorra
Welk standpunt nemen de katholieke bisschoppen in tegenover het homohuwelijk ? Bij ons hebben we hen niet gehoord toen de paarse regering Verhofstadt I het in 2003 doordrukte. Bij onze zuiderburen, waar de socialisten het onlangs gewettigd hebben, lieten ze wél van zich horen... maar de vraag is of ze de juiste argumenten gebruikten. En of Rome in de praktijk geen dikke stok in de wielen steekt.
HENRI Cavaillet, een voormalig centristisch senator, drukte onlangs zijn vreugde uit over wat er in Frankrijk gebeurt : « Wij beleven haast revolutionaire gebeurtenissen. Wij veranderen van samenleving, ondanks de filosofische en politieke tegenstand. » Een dergelijke tegenstand is er vanwege kardinaal Vingt-Trois, voorzitter van de bisschoppenconferentie van Frankrijk, die het homohuwelijk als « bedrog » bestempelt. Dat is inderdaad slechts een « filosofische » tegenstand, of een « politieke », maar in elk geval geen godsdienstige. Want vanuit religieus standpunt gaat het om sodomie, naar de stad Sodom die, wegens die zonde, het vuur van de Hemel over haar inwoners afriep, zoals het in de Bijbel wordt verhaald (Genesis 19).
Op reis in het buitenland dicteerde José Gulino, grootmeester van de loge van het Grootoosten, onmiddellijk een communiqué waarin hij « de verouderde en obscurantistische standpunten » van kardinaal Vingt-Trois aan de kaak stelde. Aan Figaro Magazine verklaarde Gulino : « Wij zijn van oordeel dat de godsdiensten geen standpunten mogen innemen over iets dat behoort tot de publieke sfeer en het burgerlijk recht. »
Volgens Vaticanum II heeft hij nog gelijk ook ! Het Concilie proclameerde immers de “ godsdienstvrijheid ”... binnen de grenzen bepaald door het burgerlijk gezag, wat in Frankrijk neerkomt op de Republiek van de vrijmetselaars !
Uiteindelijk zijn de Franse Republiek en het Vaticaan het trouwens zo volledig eens dat ze allebei de sodomie canoniseren. Want Benedictus XVI wil zijn voorganger Paulus VI zaligverklaren :
« Het is zonder verrassing dat Benedictus XVI op donderdag 20 december de decreten heeft bekend gemaakt met betrekking tot de erkenning van de “ heldhaftige deugden ” van Paulus VI. Voor Benedictus XVI gaat het er duidelijk om de fundamentele continuïteit in de houding van de Kerk sinds het Tweede Vaticaans Concilie te onderstrepen » (La Croix, 21 december 2012).
« Zonder verrassing » inderdaad voor hen die de hierna volgende regels gelezen hebben van wijlen abbé de Nantes, die twintig jaar geleden – op het moment waarop Joannes-Paulus II het proces tot zaligverklaring van Paulus VI opende – schreef :
« Als Joannes-Paulus II Montini durft heiligverklaren, dan moet het pausdom Caligula niet meer benijden, die na zijn oom Tiberius en zichzelf vergoddelijkt te hebben niet aarzelde om zijn paard Incitatus tot consul te benoemen, onder het betaalde applaus van het Romeinse plebs » (CRC nr. 293, juni-juli 1993, p. 13). Zover zijn we dus gekomen...
« Hoe kwam het dat Mgr. Montini, na zijn verplicht vertrek uit Rome op bevel van Pius XII, verder een eersteplansrol kon blijven spelen en zijn weg naar de top kon verderzetten ? Hoe kwam het dat het conclaaf van 1958 al zozeer zijn zinnen op hem zette dat kardinaal Roncalli [Joannes XXIII] enkel verkozen werd met de belofte dat hij de weg voor Montini zou vrijmaken ? Hoe kwam het dat deze paus hem niet alleen onmiddellijk kardinaal creëerde maar ook zo'n beslissende verantwoordelijkheden gaf voor en tijdens de eerste zitting van het Concilie dat hij daarmee de aartsbisschop van Milaan eigenlijk als zijn verplichte opvolger aanduidde ? En hoe kon het conclaaf van 1963 hem uitverkiezen voor het hoogste ambt terwijl iedereen afwist van het bestaan van een dossier over Montini bij de zedenpolitie van Milaan ? Dit feit werd me bekend gemaakt aan de vooravond van het conclaaf door E.P. de Saint-Avit, [grootpenitencier] van Sint-Paulus-buiten-de-muren, die mijn sombere pronostiek krachtig tegensprak : Het kon en zou Montini niet zijn » (ibid.). Maar op 21 juni 1963 verscheen Giovanni Battista Montini op de loggia van de Sint-Pieter als de nieuwe Opperherder van de Kerk...
GETUIGENIS VAN EEN INSIDER
PROF. Franco Bellegrandi, ere-kamerheer van de paus, hoogleraar aan de universiteit van Innsbruck en correspondent voor de Osservatore Romano, schreef in 1977 het boek Nichitaroncalli (over de goede verstandhouding tussen Nikita Chroesjtsjov en Angelo Roncalli). Volgende passage handelt over Paulus VI :
« In Rome en in heel Italië doet het gerucht de ronde dat Montini een homoseksueel is. En dus kwetsbaar. En dus iemand die toegankelijk is voor hen die hem zouden willen gebruiken voor hun eigen plannen.
« Toen hij aartsbisschop van Milaan was, zou hij op een nacht door de politie opgepakt zijn in burgerkleren en in verdacht gezelschap. Hij had inderdaad een speciale vriendschap met een acteur die zijn haar rood verft [Paolo Carlini, 1922-1979]. Deze man maakte geen geheim van zijn relatie met de toekomstige paus. De verhouding duurde verder en werd veel intiemer in de daaropvolgende jaren. Een lid van de Vaticaanse veiligheidsdienst vertelde me dat [na de verkiezing van Montini tot paus] de favoriet vrije toegang had tot de pauselijke appartementen, en dat hij vaak werd gezien terwijl hij 's nachts de lift van de paus nam. »
Abbé de Nantes overwoog in zichzelf de gevolgen van het conclaaf : « Ik constateerde, vanaf 1964, de uitbreiding van de homoseksualiteit en vooral de plotselinge onbeschaamdheid en straffeloosheid ervan binnen de clerus, vooral in Nederland en in de Verenigde Staten. En de passiviteit van Rome. Bijvoorbeeld toen een reportage over de Kerk in de wereld een homoseksuele priester toonde die zijn identiteit absoluut niet wegstak en die geen enkele schrik had van suspensie of excommunicatie, noch van de kant van zijn lokale Kerk (die volop rebelleerde) noch vanuit Rome. Er was dus groen licht gegeven. Het was het begin van een chantage.
« Daarop volgden, als een stortvloed, de verloedering van de zeden, het respect voor en de erkenning van de machtige homolobby, het opduiken van zijn extreme tak “ Act'up ” en tenslotte de dominantie van de lobby over de religieuze en politieke gezagsdragers, waardoor onze planeet veranderd werd in een nieuw Sodom en Gomorra » (ibid.).
In zijn Romeinenbrief sprak Sint-Paulus duidelijke taal over de heidenen van zijn eigen tijd. Wat hij schreef is evengoed van toepassing op de moderne heidenen :
« Ze hebben de waarheid van God tegen de leugen geruild, en liever het schepsel geëerd en gediend dan de Schepper, die geprezen moet worden in eeuwigheid. Amen ! En daarom heeft God hen overgelaten aan onterende driften. Hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang met de tegennatuurlijke verwisseld. Ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met de vrouw laten varen, zijn in lust voor elkander ontvlamd, en mannen plegen ontucht met mannen. Zó hebben ze in zichzelf het verdiende loon voor hun afdwaling ontvangen [vandaag : aids !] » (Rm 1, 25-27).
Wij kunnen enkel het besluit van onze geestelijke vader overnemen :
« Maak dus geen heilige van Paulus VI ! U zou zichzelf, Heilige Vader, tot het eeuwig vuur veroordelen ! »
broeder Bruno van Jezus-Maria
N.B. Deze tekst werd geschreven vóór Benedictus XVI zijn abdicatie bekendmaakte. Mogen we hopen dat de voorgenomen zaligverklaring daarmee van de baan is ?
HET GEVAL VAN EEN PAUS DIE GECHANTEERD WORDT
« Niemand heeft het recht om het oppergezag van Zijne Heiligheid Paulus VI te betwisten. Als sommigen sterke en onbetwijfelbare redenen hebben om een dwaling in zijn onderricht of een kapitale fout in zijn bestuur te ontmaskeren – zoals het openlijk tegenspreken van de leer van zijn voorgangers, of het omverwerpen van de traditionele riten, of het toegeven aan de perverse eisen van een partij die hem door een of andere geheime chantage in haar greep houdt – dan is het hun plicht deze beschuldiging vóór de Kerk te brengen.
« Formeel gesproken zou het aan de geestelijkheid van Rome, en in het bijzonder aan de kardinaal-bisschoppen, suffragaanbisschoppen van de bisschop van Rome (Journet, De Kerk van het mensgeworden Woord, dl. 1, p. 623), toekomen om zo'n gevaarlijke maar dwingende zending tot een goed einde te brengen voor de redding van de Kerk. »
abbé de Nantes in 1967