Lourdes oktober 2025

EEN BEDEVAART TOT EERHERSTEL 
VOOR HET ONBEVLEKTE HART VAN MARIA

De vaandels van De Katholieke Contrareformatie
vóór de Rozenkransbasiliek en die van de Onbevlekte Ontvangenis.

EEN GROOT MIRAKEL

IN de nacht van 18 december 1899 vond er een  frontale botsing plaats tussen twee treinen op de lijn Bordeaux-Parijs. De klap was verschrikkelijk : de postwagon werd door de locomotief aan stukken gereten en spatte uiteen als een lucifersdoosje. In die wagon bevond zich Gabriel Gargam, een postbeambte, die 18 meter ver werd weggeslingerd. Pas de volgende dag werd hij teruggevonden in de sneeuw, bewusteloos, met een verbrijzelde schouder en zwaar bloedverlies. Een arts boog zich over hem, voelde zijn pols en zei : « Het is een echt wonder... Hij leeft nog ! »

Hij leefde inderdaad, maar al snel bleek dat de toen 27-jarige Gabriel van de heup tot aan zijn tenen verlamd was en enkel nog de dood te verwachten had, op korte of lange termijn. De gangreen tastte zijn wonden aan, eten werd haast onmogelijk en in twintig maanden verloor hij bijna 50 kilo. Zijn toestand was zo hopeloos dat de rechtbank van Angoulême de spoorwegmaatschappij van Orléans veroordeelde tot het betalen van 60.000 goudfrank schadevergoeding en een levenslange rente van 6000 goudfrank – in de veronderstelling dat het slachtoffer daar niet lang van zou genieten.

In de zomer van 1901 stond een gevaarlijke operatie aan een van zijn ruggenwervels op het programma. Uit angst voor deze ingreep besloot zijn moeder hem naar Lourdes te brengen, in de overtuiging dat wat de geneeskunde niet kon, Onze-Lieve-Vrouw misschien wel zou verrichten. Gabriel zag het echter somber in : zijn geloof was lauw en aan de genezende kracht van het water van Lourdes geloofde hij nauwelijks. Toch stemde hij toe : « Mijn dagen zijn geteld », zei hij tegen zijn vrienden. « Of ik nu hier sterf of in Lourdes, wat maakt het uit ? Als mijn dood daar mijn moeder troost kan geven omdat ze denkt dat ik als goed christen gestorven ben, dan is dat al iets. »

Verschillende religieuze gemeenschappen baden toen voor hem, niet alleen voor zijn genezing, maar vooral dat zijn geloof mocht herleven.

Op 19 augustus 1901 werd zijn draagbaar in de trein van de nationale bedevaart gehesen. Zijn lichaam was één grote wonde ; de gangreen vrat zijn ledematen aan en zijn spieren waren bijna volledig verdwenen. De reis was uitputtend. Maar eenmaal in Lourdes had hij nog de kracht om te vragen dat men hem naar de grot zou brengen, waar hij biechtte en de heilige communie ontving. Op datzelfde moment voelde Gabriel iets diep vanbinnen gebeuren. Een onweerstaanbare drang om te bidden greep hem aan. De genade van God overspoelde zijn ziel met licht en bovennatuurlijk leven. Toen hij daarna in de baden in het wonderbare water werd ondergedompeld, sprak hij op luide toon de aanroepingen uit : « Moeder, ontferm U over ons ! Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, genees ons ! Heil van de zieken, bid voor ons ! »

Om vier uur ’s middags, tijdens de sacramentsprocessie, lag Gabriel vóór de basiliek tussen de andere zieken. Hij was zo uitgeput dat zijn moeder en de brancardier dachten dat hij stervende was. Maar toen de priester met Jezus Eucharistie in de monstrans voorbijkwam, bewoog Gabriel plots. Hij greep de rand van zijn draagbaar vast, probeerde wanhopig overeind te komen... en ging rechtop zitten ! Zijn benen, die al twintig maanden verlamd waren, begonnen langzaam te bewegen en te ontspannen.

Voor de ogen van zijn moeder, zijn begeleider en duizenden getuigen zette hij één voet op de grond, dan de andere. Zijn arme voeten waren zojuist nog open, etterende wonden geweest ! Hij stond op, zette voorzichtig een paar passen en liep dan, slechts gekleed in zijn hemd, als in een droom achter het H. Sacrament aan. Tegelijkertijd mompelde hij enkele onverstaanbare woorden : zijn eerste dankgebed tot Haar die hem genezen had.

WAT WE AAN ONZE-LIEVE-VROUW MOETEN VRAGEN

E kan Maria alles vragen : Zij kan door haar gebeden evenveel als God door zijn macht. De kerkvaders noemen haar : Omnipotentia supplex, “ de smekende almacht ”. Ga naar Maria, zegt de H. Johannes Damascenus, ga vol vertrouwen naar haar toe ; vraag haar om alle wonderen die je maar wil, er is niets dat Zij niet kan doen. Zij is het grote laboratorium van Gods wonderen : Miraculorum officina.

Maar het is aan ons om te begrijpen welke wonderen we in de eerste plaats moeten vragen ; het is aan ons om te begrijpen dat de ziel voorrang moet krijgen op het lichaam.

Wat zijn wij toch blind : we gaan naar onze hemelse Moeder en vragen haar niet om de zaken van de Hemel ! We vragen haar om lichamelijke gezondheid en niet om die van de ziel ; we vragen haar om rijkdommen, om troost in deze tijd en we vragen haar niet om de rijkdommen en vreugden van de eeuwigheid !

Daarom legt de Kerk ons dit prachtige gebed in de mond : « Mijn God, leer ons eerst wat we moeten verlangen en vragen ; en verhoor dan onze gebeden. »

Als dat zo is, zullen we voortaan onze bedevaarten ondernemen met intenties die altijd verheven, altijd heilig en altijd zuiver zijn. Wanneer het om aardse zaken gaat, laten we dan niets op een absolute manier vragen, laten we ons overgeven aan de wijsheid en goedheid van God en laten we Maria eenvoudig smeken om voor ons te vragen wat voor ons het nuttigst is ; en Maria, die nooit tevergeefs wordt aangeroepen, zal het altijd voor ons verkrijgen.

Laten we niet vergeten dat lichamelijke ziekten vaak nuttig zijn voor het eeuwige heil : ze dienen om ons los te maken van de aarde, om ons in onszelf te laten keren, om onze zonden uit te boeten, om onze kroon te verfraaien. Maar ziekten van de ziel dienen alleen ons ongeluk en onze verdoemenis ; Maria zal ons daar altijd van genezen, als we haar er om vragen.

pater Marie-Antoine de Lavaur (1825-1907)

Want hij was genezen. Een kwartier later konden 63 [!] artsen, verzameld in het medisch bureau, alleen maar de plotse en volledige genezing van de “ ongeneeslijke ” verlamming en alle gangreenwonden van Gabriel Gargam constateren. In enkele ogenblikken had de man zonder spieren niet alleen zijn beweeglijkheid teruggevonden, maar was er zelfs nieuwe huid gegroeid op de tevoren open en etterende wonden !

Kruisweg van Les Espélugues
vierde statie : Jezus ontmoet zijn heilige Moeder.

Gabriel Gargam was genezen, zonder enige herstelfase. Thuisgekomen at hij met smaak, kwam weer op gewicht binnen enkele weken en hervatte zijn werk. Hij deed afstand van zijn invaliditeitspensioen en keerde elk jaar – 53 jaar lang – als vrijwillige brancardier terug naar Lourdes, vol kracht en gezondheid. « Wat God mij heeft teruggegeven », zei hij, « draag ik al een halve eeuw in mij. Meer nog dan voor mijn genezing dank ik Hem voor het herwinnen van mijn geloof en mijn naastenliefde. »

Daarin ligt precies het doel van onze Allerheiligste Moeder, die uit de Hemel neerdaalt om het dogma van het geloof te verdedigen en te herstellen in de strijd van de laatste tijden, om zo de zielen te redden.

Werd Gabriel genezen door Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en haar water of door de zegen van Jezus in de Hostie ? We kunnen met de H. Jeanne d’Arc antwoorden : « Volgens mij is het één en hetzelfde : Jezus en Maria ! »

Het is het diepste verlangen van de H. Maagd : haar Jezus doen liefhebben door alle mensen en haar kinderen verzadigen met het vlees van Gods Zoon. En omgekeerd : hoe kunnen wij Jezus-Hostie beter eren dan door het rozenhoedje op te zeggen ? Zuster Lucia van Fatima heeft herhaaldelijk aanbevolen het rozenhoedje te bidden in aanwezigheid van het uitgestalde H. Sacrament, als « de gebedsvorm die Hem en Haar het meest behaagt. »

Samen met duizenden andere gelovigen
namen wij deel aan de traditionele kaarsjesprocessie.

WERKTUIG VAN DE ONBEVLEKTE MAAGD

In oktober jl. trokken 1500 leden van De Katholieke Contrareformatie in de 21ste eeuw voor drie dagen naar het genadeoord in de Pyreneeën : religieuzen en leken, volwassenen, jongeren en kinderen, Fransen, Canadezen, Vlamingen en Walen.

In onze gebeden bij de grot, tijdens de momenten van aanbidding en de processies smeekten wij vooral de genade van de bekering van de H. Vader af. Want sinds honderd jaar is het verharde hart van de pausen de grootste bron van verdriet voor Maria en de hoofdoorzaak van de verwoesting van de Kerk.

Sinds de verschijning van Leo XIV op de loggia van Sint-Pieter, op 8 mei van dit jaar, hebben wij hem leren kennen : vroom en goedhartig, maar nog altijd doordrongen van de conciliaire geest en vastbesloten het pad van zijn onmiddellijke voorgangers te volgen. Hoe kan de waarheid zijn geest verlichten die verduisterd is door zestig jaar dwaalleer ? Misschien verbeeldt de genezing van Gabriel Gargam wel de toekomstige werking van de genade in de ziel van de paus. Gargam had weinig geloof en zijn geest zat vol dwaling ; maar uit liefde voor zijn moeder stemde hij toe om naar Lourdes te gaan, te biechten, te communiceren en zich te laten onderdompelen in het water. De Onbevlekte deed de rest.

Daarom hebben wij gebeden dat ook de paus, ondanks het minimalisme van het Concilie dat Onze-Lieve-Vrouw letterlijk op de laatste plaats zette, door medelijden met zijn gekrenkte en bedroefde Moeder wordt aangezet om haar verzoeken in te willigen. Wij hopen – neen, wij zijn zeker – dat dit voldoende zal zijn voor de genade om zijn ziel te verlichten zodat hij, door zijn woord en bediening, de hele Kerk zal vernieuwen. Zo zal het Onbevlekte Hart van Maria zegevieren via de H. Vader !

Broeder Bruno las tijdens onze bedevaart de brief voor die hij op 13 oktober jl. aan paus Leo XIV had geschreven. Na de lectuur van de laatste apostolische exhortatie Dilexi te, gewijd aan de liefde voor de armen, waren we teleurgesteld dat we daarin al het progressisme van zijn voorgangers terugvonden, met de zo typische dubbele beweging : het bovennatuurlijke dat genaturaliseerd wordt en het natuurlijke dat bovennatuurlijk gemaakt wordt. Al in 1958 stelde abbé de Nantes dit aan de kaak in zijn eerste brieven over Het mysterie van de Kerk en de Antichrist.

Onze prior besloot niettemin gebruik te maken van deze bekommernis van de paus voor de behoeftigen om zijn aandacht te vestigen op een categorie armen waaraan hij duidelijk niet denkt, hoewel zij de meest ellendige van allemaal zijn, in ieder geval diegenen waarvoor Onze-Lieve-Vrouw van Fatima ons haar angstige bezorgdheid heeft geopenbaard : de arme zondaars die in de hel terechtkomen, « omdat er niemand is die zich voor hen opoffert en voor hen bidt » (19 augustus 1917). « Om hen te redden wil God in de wereld de devotie tot mijn Onbevlekte Hart vestigen » (13 juli 1917).

Daarom herhaalt broeder Bruno ter attentie van Zijne Heiligheid Leo XIV de dringende smeekbeden die zuster Lucia, de boodschapster van de wil van de Hemel, vroeger al tot zijn voorgangers gericht had : dat de H. Rozenkrans wordt verheven tot de waardigheid van liturgisch gebed, dat het feest van het Onbevlekte Hart van Maria wordt gepromoveerd tot de rang van plechtig feest en zelfs tot een van de belangrijkste feesten van de Kerk wordt uitgeroepen en vooral dat de devotie van eerherstel van de eerste zaterdagen van de maand wordt goedgekeurd en aangemoedigd.

DE CITADEL VAN HET GELOOF

Lourdes blijft tot op vandaag het bolwerk van het traditionele geloof van de gewone mensen. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft het modernisme en het progressisme doen zegevieren in de Kerk en de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw aan banden gelegd. De afvalligheid overspoelde Rome en verspreidde zich over de hele Kerk, waardoor de heiligdommen leegliepen. In de Stad van de Onbevlekte zelf durfde een bisschop van Tarbes ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van het Concilie verkondigen : « In Lourdes is er helemaal geen boodschap ! » De toegang tot de baden werd streng gecontroleerd en aangepast aan de gezondheidsnormen van de maçonnieke Franse staat.

Maar hier voltrekt zich niettemin het grote wonder : na zestig jaar van duivelse desoriëntatie komen elke avond duizenden gelovigen samen, onder leiding van een geestelijkheid die vaak vreemd is aan hun vroomheid, om de Onbevlekte te vereren. Zij doen dat in antwoord op het verzoek van de Schone Vrouwe van Massabielle : « Ga de priesters vertellen dat ze hier een kapel voor mij moeten bouwen en dat men er in processie naartoe moet komen. »

De gelovigen van 2025 die met hun smartphones zwaaien, zijn ongetwijfeld minder talrijk, misschien minder ingekeerd en meer afgeleid door de verleidingen van de wereld dan het geval was aan de vooravond van Vaticanum II, maar ze blijven elke avond trouw aan de afspraak die Onze-Lieve-Vrouw heeft gemaakt. De H. Maagd heeft om processies gevraagd en die krijgt ze, elke avond !

Lourdes blijft dus de citadel van het geloof waarover Satan niet zal triomferen, het onderpand van de wedergeboorte van de Kerk, van haar verrijzenis uit de puinhopen, op het fundament van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis.

broeder Bruno van Jezus-Maria
& broeder Guy van de Barmhartigheid
Hij is verrezen ! nr. 138, november-december 2025