De katholieke Contrareformatie
binnen de Kerk

Abbé de Nantes aan het venster van zijn kamer, tussen de twee broeders die hem verzorgen,
op de feestdag van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemel-Opgenomen 2004

TERREUR, aanslagen, ontvoeringen, oorlog, geweld… De actualiteit toont een beeld dat somberder is dan ooit tevoren. Moet ons dat verwonderen ? « De wereld kan niet zonder de Kerk. » Dit woord van abbé de Nantes wordt elke dag duidelijker bewaarheid : de wereld verkeert in crisis omdat de Kerk in crisis verkeert, en hoe slechter het met de Kerk gaat, des te fataler de wereld in een bodemloze afgrond ten onder gaat.

De heropleving van de Kerk is dus een zaak die iedereen aanbelangt. Aan die zending heeft abbé de Nantes zijn hele leven gewijd.

TEGEN DE KETTERIJ

Aan de vooravond van Vaticanum II, op 14 september 1958, stichtte Georges de Nantes als pastoor van het dorpje Villemaur de congregatie waarvan hij al sinds zijn jeugdjaren droomde : « les petits frères du Sacré-Cœur », monniken-missionarissen naar het grote voorbeeld van Charles de Foucauld, « de universele broeder ». Veel leden telde de nieuwe congregatie in het begin niet : naast abbé de Nantes enkel de twee leerlingen die hem als leraar filosofie aan het college van Pontoise hadden leren kennen en bewonderen : Gérard Cousin en Bruno Bonnet-Eymard, die ondertussen kunnen terugblikken op 50 jaar trouwe dienstbaarheid aan hun geestelijke vader.

De stichting gebeurde met de goedkeuring van de bisschop van Troyes, aan wie de voorlopige Regel was voorgelegd. Van bij het begin stelde de nieuwe congregatie zich ten dienste van de Kerk, in de ruimste betekenis van het woord. Artikel 23 van de Regel zou een profetische draagwijdte krijgen : « De broeders zullen deelnemen aan het leven van de strijdende Kerk. Zij zullen er de gevechten en de zorgen van kennen… »

Toen kwam het Concilie. Al vlug stelde de theoloog Georges de Nantes vast – samen met vele anderen, maar hij was de enige die het durfde zeggen en schrijven ! – dat het met Vaticanum II de verkeerde richting uitging. In de debatten en later in de decreten doken ideeën op die lijnrecht ingingen tegen de Traditie van de Kerk en de leerstellige orthodoxie. Blijkbaar was een handvol vastbesloten modernistische en progressistische hervormers erin geslaagd het Concilie volledig naar hun hand te zetten. En wat het ergst van al was : de Pausen, Joannes XXIII en vooral Paulus VI, gaven aan deze hervormers hun volle steun en legden elke kritische stem het zwijgen op. Met de redenering : « Ik heb liever ongelijk mét de Paus dan gelijk tégen hem », capituleerde heel de katholieke clerus, van hoog tot laag, voor de conciliaire Diktaten. Slechts één man durfde het aan zijn stem te verheffen om de Waarheid te verdedigen : de eenzame en ondankbare strijd van de stichter van de Katholieke Contrareformatie was begonnen…

Van toen af kwam de dienst van de Kerk voor zijn congregaties – naast de broeders later ook de « kleine zusters van het H. Hart » – en voor zijn vele volgelingen, verenigd in een derde orde, neer op een niet aflatende strijd tégen de conciliaire ketterijen en vóór de heropleving van de Una Sancta.

In het begin werd abbé de Nantes weggehoond als een onheilsprofeet, maar veertig jaar postconciliaire neergang op alle vlakken geeft hem uiteindelijk gelijk. Het Concilie heeft zich als een boosaardig woekerend kankergezwel in het lichaam van de Kerk genesteld, waardoor deze steeds zieker geworden is en alle leven uit haar wegvloeit : « L’Église malade du Concile… ». Iedereen die objectief de feiten analyseert, moet de waarheid erkennen : alles wat door de geest van het Concilie besmet is, wordt dodelijk ziek en sterft.

Om duidelijk te maken dat hij niet pleit voor gewoonweg een terugkeer naar de preconciliaire periode roept abbé de Nantes op om een Derde Vaticaans Concilie bijeen te roepen : Vaticanum III, het concilie van de échte vernieuwing in de lijn van de apostolische Traditie.

De congregaties van abbé de Nantes zijn volgens het kerkelijk recht toegelaten als verenigingen van katholieke gelovigen. In afwachting van hun goedkeuring door de kerkelijke overheid hebben zij een privé-karakter, wat betekent dat de plaatselijke bisschop er voorlopig geen enkele juridische bevoegdheid over heeft. « Voorlopig » betekent in dit geval al 46 jaar, sinds 1958 ! Maar dat de kerkelijke hiërarchie de erkenning al zo lang weigert, en de voorlopige toestand dus bestendigt, is in feite het geluk van de congregaties geweest. Terwijl alle andere orden en congregaties in doodsnood verkeren door hun besmetting met het Concilie, zijn die van abbé de Nantes springlevend en bloeiend. Zij zijn buiten het bereik kunnen blijven van de ramp die de Kerk getroffen heeft. Zij hebben roepingen, groeien aan en slagen er probleemloos in jongeren aan te trekken.

TEGEN HET SCHISMA

Het kan niet genoeg onderstreept worden : abbé de Nantes leeft en werkt in de Kerk, en ook zijn congregaties leven en werken in de Kerk. Van zodra de stichter van de Katholieke Contrareformatie zijn strijd tegen de conciliaire Sekte begon, zette hij zich met klem af tegen de verleiding van velen om de Kerk de rug toe te keren en « cavalier seul » te gaan spelen. Buiten de Kerk geen heil ! « Men redt de Kerk niet door ze elders op andere fundamenten te gaan opbouwen. Wij zijn niet de redders van de Kerk : haar redding ligt, zoals gisteren en zoals altijd, in haar Herders » (CRC nr. 25, okt. 1969).

Abbé de Nantes heeft die Herders dan ook altijd erkend : « Ik geloof in de Heilige Rooms-katholieke Kerk en ik erken Zijne Heiligheid Paulus VI als echte en enige Paus, en de bisschoppen die in eenheid met hem zijn als echt en legitiem » (13 juni 1978). Hetzelfde geldt uiteraard ook voor Joannes-Paulus II !

De broeders zijn daarom nog altijd niet tot priester gewijd : het is de taak van de plaatselijke bisschop om dat te doen, en de opeenvolgende herders van het bisdom Troyes houden hun weigering vol. « Wij wachten op de dag die God zal bepalen. Wanneer de Kerk glorierijk zal herleven, zullen wij klaarstaan », aldus één van de broeders.   

Het schisma van Mgr. Lefebvre werd door abbé de Nantes voorzien, hij heeft ervoor gewaarschuwd en hij heeft het krachtig bestreden, wat hem door de integralisten zeer kwalijk genomen werd. Toen de dissidente bisschop tenslotte het schisma voltrok door zonder toelating van Rome vier bisschoppen te wijden, volgde de CRC hem niet : abbé de Nantes had zijn volgelingen kunnen behoeden voor deze noodlottige afloop.

Maar hij heeft er zware offers voor betaald. Als een gehoorzame zoon van de Kerk heeft hij zich altijd neergelegd bij de onrechtvaardige sancties die hem werden opgelegd. In 1966 bedreigde zijn bisschop, Mgr. Le Couëdic, hem omwille van zijn kritiek op het Concilie met een kerkelijke straf ; abbé de Nantes deed toen een beroep op Rome om een oordeel ten gronde te vragen, maar vóór het Vaticaan zijn zaak kon onderzoeken legde de bisschop van Troyes hem de suspensio a divinis op : hij mocht in het bisdom de sacramenten niet meer bedienen. Met een grote pijn in het hart aanvaardde de stichter van de CRC deze beslissing.

In 1968 werd hij naar Rome geroepen waar, op zijn eigen verzoek, zijn geschriften onderzocht waren door de Congregatie voor de Geloofsleer. Men eiste van hem dat hij zijn kritiek schriftelijk zou herroepen en zich volledig en onvoorwaardelijk zou onderwerpen aan de Paus, het Concilie, de bisschoppen van Frankrijk en zijn eigen bisschop ! Het terechte « Non possum » van abbé de Nantes op deze totalitaire eis leverde hem een « disqualificatie » op – een absurde, niet-kerkelijke sanctie die voor alle tegenstanders nog altijd aanleiding is om de stichter en zijn beweging in een verkeerd daglicht te stellen. Het gaat inderdaad helemaal niet om een excommunicatie ! Rome was en is bang om te preciseren wat de vermeende verkeerde ideeën van abbé de Nantes zijn, omdat dan onvermijdelijk zou blijken dat hij de eeuwenoude katholieke leer verdedigt en het Concilie doelbewust onze godsdienst heeft veranderd !

De reactie van Rome staat gelijk met ernstig plichtsverzuim. Elke gelovige heeft het recht geoordeeld te worden volgens de bepalingen van het kerkelijk recht. Niet alleen is een « disqualificatie » een onwettelijke sanctie, maar bovendien is het niet meer dan vanzelfsprekend dat een rechter die een straf geeft klaar en duidelijk uitlegt wat het misdrijf is ! In het geval van abbé de Nantes is dit nochtans nooit gebeurd.

Anderzijds leidde de « disqualificatie » tot een soort van status quo : de hiërarchie verschool zich achter deze “ sanctie ” om abbé de Nantes volledig te negeren, terwijl de theoloog van de Katholieke Contrareformatie ondertussen ongestoord in woord en geschrift zijn strijd voor de herleving van de Kerk kon verder zetten, samen met zijn congregaties – ondertussen meer dan 70 kloosterlingen, verspreid over Frankrijk en Canada – en zijn derde orde van leken, « la Phalange de l’Immaculée ». Deze laatste groeide in de loop van de jaren aan tot een indrukwekkend grote geestelijke familie : op 13 mei 1996 namen niet minder dan tweeduizend volgelingen van de CRC deel aan een bedevaart naar Fatima !

« HET RECHT IS HET SCHILD VAN DE RECHTVAARDIGE »

In 1996 verbrak Mgr. Daucourt, bisschop van Troyes, onverwacht het bestaande status quo. Hij bepaalde dat abbé de Nantes « moest ophouden met de gelovigen te provoceren » en dat hij « onmiddellijk de geestelijke leiding van de mannelijke en vrouwelijke groeperingen [sic] bekend onder de naam van Kleine Broeders en Kleine Zusters van het H. Hart van Jezus moest opgeven ». Motieven werden ook deze keer niet gegeven. Om eens te meer zijn afkeer van elke vorm van schismatiek gedrag duidelijk te maken gehoorzaamde abbé de Nantes zonder protest en ging in vrijwillige ballingschap naar Zwitserland.

Maar de bisschop van Troyes verbrak het woord dat hij abbé de Nantes gegeven had en wilde van de afwezigheid van de overste gebruik maken om de beide communauteiten te ontbinden. Dat zou het einde van de Katholieke Contrareformatie betekend hebben met een simpel bisschoppelijk decreet, tegen elke rechtsorde in. Abbé de Nantes keerde terug om zijn kloosterlingen te verdedigen en eiste dat recht zou geschieden : eerst moest er eindelijk een vonnis komen over de grond van de zaak !

Canon 1737 van de nieuwe, door Paus Joannes-Paulus II in 1983 afgekondigde Codex van canoniek recht bepaalt dat wie het slachtoffer is van een decreet « altijd een beroep mag doen op de hiërarchische Overste van hem die het decreet uitgevaardigd heeft » ; deze laatste « moet het beroep onmiddellijk doorgeven aan de bevoegde hogere Overste ».

En wat voor abbé de Nantes nog belangrijker was : « Het beroep tegen een decreet of een juridisch vonnis waardoor een straf wordt opgelegd heeft een opschortend effect » (canon 1353). Dit wordt herhaald in de heldere formulering van canon 1638 : « appellatio exsecutionem sententiæ suspendit », « Het beroep schort de uitvoering van het vonnis op ».

« Gewapend met het schild van het Recht » (broeder Bruno) diende de stichter van de Katholieke Contrareformatie een schriftelijk beroep in bij de Congregatie voor de Geloofsleer. Op 24 maart 1998 liet de Congregatie kort en bondig weten dat zij dit beroep onontvankelijk verklaarde – zonder enig commentaar ! Daarop richtte abbé de Nantes zich tot het hoogste juridisch gezag in de Kerk, het Tribunaal van de Apostolische Signatuur. Maar ook dit Tribunaal weigerde recht te verschaffen : « Het beroep wordt verworpen vanaf het begin bij gebrek aan fundament » (7 oktober 2000). Opnieuw een nietszeggende formule, zonder verdere uitleg.

En zo staan we weer even ver als in 1966. Nog nooit heeft Rome kunnen bewijzen dat abbé de Nantes ongelijk heeft. Men vlucht de confrontatie en scheept hem af… omdat men weet dat hij ten gronde gelijk heeft. Hij komt op voor het geloof van altijd, en de nieuwlichters in de Kerk weten maar al te goed dat zij een ánder geloof opgedrongen hebben. Een recente uitspraak van Mgr. Daucourt spreekt in dat verband boekdelen : « Wij zijn niet van plan nog ooit terug te keren naar de godsdienst van vroeger. »

bronnen : conferentie gegeven door broeder Bruno op 31 oktober 2004 en artikels CRC

ONS TIJDSCHRIFT

« Hij is verrezen ! » is de Nederlandstalige publicatie van de Beweging van abbé de Nantes en wordt samengesteld door een aantal Vlaamse vrijwilligers. Ons tijdschrift wil aan belangstellenden in Vlaanderen en Nederland de ideeën en het werk van De katholieke Contrareformatie laten kennen, door middel van vertalingen, samenvattingen, uittreksels enz. uit het originele Franse maandblad « Il est ressuscité ! ». Dit Nederlandstalige initiatief gaat terug tot oktober 1973, toen het eerste nummer verscheen van « Ecclesia credens » (zoals ons tijdschrift toen heette). Al die jaren vervulde Frans Geerts met grote deskundigheid de taak van verantwoordelijk uitgever. Hij heeft de fakkel nu doorgegeven aan een jongere generatie, maar blijft actief als gewaardeerd corrector (ondertussen overleed hij op 16 mei 2012). 

Van « Il est ressuscité ! » bestaat ook een Engelstalige uitgave, « He is risen ! ». Op de website www. crc-resurrection.org vindt u alle inlichtingen over de activiteiten van de CRC, commentaar bij de religieuze en politieke actualiteit en informatie over de verschillende publicaties. Ook alle recente nummers van de drie tijdschriften kunnen on-line geraadpleegd worden.

In meer dan veertig jaar tijd is de CRC uitgegroeid tot een indrukwekkende « école de pensée » die over de meest verscheiden onderwerpen gepubliceerd heeft. Ter illustratie geven we hierna de titels van de artikels die in de lopende jaargang 2004 van « Hij is verrezen ! » verschenen zijn :

« De “ glimlachende Paus ” is terug » (over de nakende zaligverklaring van Joannes-Paulus I). « Moeder Teresa vóór en na het Concilie ». « De wolven in de schaapskooi » (over de teloorgang van het godsdienstonderricht). « Mgr. Charles-Émile Freppel, een antiliberale bisschop ». « De sociale leer van Mgr. Freppel ». « Van het Oude naar het Nieuwe Testament : Qumrân en de Essenen ». « De Passie, teken van tegenspraak » (over de film The Passion). « De puinhopen van de godsdienstvrijheid » (over de conciliaire verklaring Dignitatis Humanae). « Het land van de H. Maagd » (over de heropstanding van Rusland onder Poetin, de teruggave van de icoon van de Maagd van Kazan en het drama in Beslan). « De “ Ostpolitik ” van Paus Pius XI, 1922-1939 ». Enz.