Mgr. Viganò op het kruispunt van de wegen
In Hij is verrezen ! nr. 97 van januari-februari 2019 publiceerden wij een lovende brief van een strijdgenoot van wijlen abbé de Nantes aan Mgr. Carlo Maria Viganò, de Italiaanse prelaat die in een mediastorm terechtkwam toen hij paus Franciscus van nalatigheid beschuldigde in het dossier-McCarrick. Het diepe geloof, de rechtlijnigheid en de moed van Mgr. Viganò wekten bewondering en hoop bij veel traditionalisten. De voormalige apostolisch nuntius kantte zich de afgelopen maanden steeds duidelijker tegen de huidige paus én tegen het Tweede Vaticaans Concilie. Is Mgr. Viganò de man die moet gevolgd worden om de huidige apostasie het hoofd te bieden ?
EEN PROVIDENTIËLE ONTMOETING
OP 1 juli 1968 werd onze vader, abbé de Nantes, door het H. Officie aangemaand – ongetwijfeld op persoonlijk aandringen van Paulus VI – om zijn kritiek op de paus, Vaticanum II en de Franse bisschoppen te herroepen en hen allemaal volledige, onvoorwaardelijke en ongelimiteerde gehoorzaamheid te zweren. Onderwerping aan iedereen en aan alles ! Onze vader kreeg vier dagen om na te denken en een beslissing te nemen : een periode die hij tot de laatste minuut beleefde als « het meest dramatische alternatief in mijn bestaan, onder de blik van God die mijn Meester en Rechter is ».
Op 4 juli had hij zich uiteindelijk neergelegd bij « een volledige, blinde en definitieve onderwerping ». Maar precies op die dag kwam hij in Rome Mgr. Marcel Lefebvre tegen, in die tijd algemeen overste van de paters spiritijnen. Zonder de minste aarzeling raadde de bisschop abbé de Nantes een dergelijke herroeping af : « Dat kunt u niet doen, daar hebt u het recht niet toe. Wijzelf hebben het indertijd geschreven naar de H. Vader : de oorzaak van al het kwaad ligt in de Akten van het Concilie. Sta sterk in de waarheid ! » Daardoor nam onze vader opnieuw het kruis op zijn schouders waarvan hij zich een ogenblik “ bevrijd ” had gewaand. De volgende dag weigerde hij de verklaring van herroeping te ondertekenen, ondanks de nauwelijks verhulde dreiging met excommunicatie... die uiteindelijk nooit zou uitgesproken worden.
Ik herinner aan die feiten omdat Mgr. Carlo Maria Viganò onlangs een warm eerbetoon aan Mgr. Lefebvre heeft gebracht, die hij beschouwt « als een belijder van het geloof » ; zijn « ontmaskering van het Concilie en de modernistische geloofsafval zijn meer dan ooit actueel ». Mgr. Lefebvre belijder van het geloof... in de Kerk ? Zeker en vast niet. Mgr. Viganò deed ons hopen op de heilzame reactie van een bisschop tegen de Akten van Vaticanum II. Maar jammer genoeg volgt hij het voorbeeld van de stichter van Ecône, een voorbeeld dat absoluut moet afgeraden worden.
Want die ontmoeting van 4 juli 1968 in Rome was niet alleen voor onze vader providentieel, maar ook en misschien nog meer voor Mgr. Lefebvre, die zich zo aangespoord zag om ook zelf de richtlijnen te volgen die hij aan abbé de Nantes gaf : primo, de handtekening terugtrekken die hij als concilievader onder alle Akten gezet had, óók onder de Verklaring over de godsdienstvrijheid, waarvan hij wist dat ze ketters was omdat hij er moedig tegen gestreden had tijdens de voorbereidende discussies ; secundo, zich publiekelijk verzetten tegen de conciliaire hervorming en, naar het voorbeeld van onze vader, de persoonlijke verantwoordelijkheid van de Opperherder onomwonden in het licht stellen.
TWEE PARALLELLE KERKEN ?
We kunnen alleen maar vaststellen dat Mgr. Lefebvre niets van dat alles gedaan heeft. Hij gaf er de voorkeur aan het dubbelzinnig stilzwijgen te handhaven waarin hij zich na de sluiting van het Concilie terugtrok. Waarom ? Met de bedoeling het canoniek recht te vrijwaren om de priesterbroederschap Sint-Pius X (FSSPX) te stichten en in Ecône een seminarie te openen waar « het experiment van de Traditie » gestalte zou krijgen.
Ondertussen had abbé de Nantes al in januari 1967 een catastrofale balans van de conciliaire hervorming opgemaakt, waarbij hij had gewezen op de overduidelijke betrokkenheid van de paus zelf in de activiteiten van de ondergeschikte uitvoerders van de hele onderneming. Hij had ook besloten om een strijd van Contrareformatie aan te gaan en liet weten dat het zijn intentie was om zich rechtstreeks tot de Opperherder te richten. Mgr. Lefebvre van zijn kant wachtte tot 1974 om openlijk zijn oppositie te tonen, zonder evenwel de conciliaire Akten en de toespraken van Paulus VI ondubbelzinnig met de vinger te wijzen. De stichter van Ecône bleef schipperen en beleed een schijnbare aanhankelijkheid aan de paus, altijd met de intentie zijn priesterbroederschap te redden.
Vergeefse moeite : de liquidatie was al lang van te voren geprogrammeerd en deed zich effectief voor op 6 mei 1975 door een beslissing van de bisschop van Freiburg, die handelde op bevel van Paulus VI. Mgr. Lefebvre beging toen twee grote vergissingen, die we in herinnering moeten brengen omdat we ze vandaag terugvinden bij Mgr. Viganò.
De eerste vergissing was te doen alsof er sinds het Tweede Vaticaans Concilie twee parallelle Kerken bestaan : « de liberale, gereformeerde Kerk » en « de Kerk van altijd ». Die laatste wou Mgr. Lefebvre redden door de instelling van een « officieuze, discrete, nederige Kerk die “ de ” Traditie zou handhaven ». Maar onze vader merkte op : « Om het nut en de levensnoodzakelijkheid van die parallelle Kerk in de verf te zetten begon men het wantrouwen van de gelovigen aangaande de nieuwe Mis aan te wakkeren. Men ging zover ze te kenmerken als twijfelachtig, beledigend voor God, heiligschennend en meestal, om niet te zeggen noodzakelijkerwijze, ongeldig en dus een vorm van afgoderij ! »
Mgr. Viganò neemt die theorie van de twee Kerken vandaag over : « Sinds Vaticanum II heeft zich een parallelle kerk gevormd, die zich afzet tegen de ware Kerk van Christus en in haar plaats wil komen. Geleidelijk aan heeft zij de goddelijke instelling die Onze Heer Jezus Christus gevestigd heeft overschaduwd om haar te vervangen door iets bedrieglijks. » En hij aarzelt niet om de priesters aan te bevelen « enkel de tridentijnse mis » op te dragen en slechts « een gezonde leer te prediken zonder ooit het Concilie te vermelden ». De leken spoort hij aan om alleen « naar de kerken te gaan waar de priesters waardig het H. Misoffer opdragen in de ritus die ons door de Traditie is gegeven [...]. Wanneer pastoors en bisschoppen zich rekenschap zullen geven van het feit dat het christenvolk het Brood van het Geloof eist en niet de stenen en schorpioenen van de “ neo-Kerk ”, zullen ze hun vrees opgeven en zich plooien naar de gewettigde eisen van de gelovigen. De anderen, echte huurlingen, zullen tonen wat ze zijn en rondom zich alleen diegenen kunnen verzamelen die hun dwalingen en perversiteiten delen ; ze zullen vanzelf verdwijnen. »
STRIJD OP LEVEN EN DOOD BINNEN DE ENE KERK
Deze theorie leidt ertoe Kerk tegen Kerk op te zetten. Onze vader antwoordt daarop : « Het is tegengesteld aan het katholiek geloof en beledigend voor het Woord Gods, door zijn beloften voor ijdel te houden, om te verklaren : “ Er zijn twee Kerken. ” Waar ziet u twee Kerken ? Enerzijds de Kerk van Rome, de historische, hiërarchische, zichtbare Kerk die over heel de aarde verspreid is en anderzijds... Wat ? En wie ? Voor de “ donatisten ” van vandaag [de aanhangers van tegenbisschop Donatus van Carthago riepen zichzelf in de 4de eeuw uit tot gelovigen van de enige ware Kerk en alle anderen tot leden van een valse Kerk] is het spreken over twee Kerken slechts een manoeuvre : zij willen zo de overgang verzekeren van de oude en universele Kerk naar hun nieuwe Kerk die even echt en trouw zou zijn, om tenslotte af te kondigen dat die nieuwe instelling de enige ware en heilige Kerk is, terwijl de Kerk van Rome helemaal niets meer is. Van schismatieke ondermijning gesproken... » (CRC nr. 107, juli 1976).
Waarover gaat het dan wel ? Om de strijd tussen twee godsdiensten binnen de Ene Kerk. « Twee godsdiensten bekampen elkaar binnen de Ene Kerk. Ze proberen het verstand en het hart van de geestelijken te winnen met de bedoeling de hiërarchische trappen te beklimmen en de hoogste macht te verwerven, de pauselijke macht, om zich zo zonder hindernissen te kunnen verspreiden doorheen heel het gelovige volk. Aan de ene kant is er de religie van de Antichrist en zijn eredienst van de Mens, aan de andere kant onze christelijke godsdienst en zijn eredienst van God alleen » (ibid.).
Na het Concilie was het duidelijk dat de eerste religie de bovenhand gehaald had en dat de Kerk meegesleurd werd in een beweging van permanente hervorming. Abbé de Nantes begon toen met de Katholieke Contrareformatie in de twintigste eeuw, met inachtneming van twee regels : 1° hij en de vrienden die hem volgden mochten nooit doen alsof zij op zichzelf de Kerk waren en « de post-conciliaire hervormde Kerk verwierpen als schismatiek en ketters » ; 2° « binnen het Lichaam van de Kerk [...] strijden tegen de schismatieke en ketterse tendensen, tegen de onaanvaardbare nieuwlichterijen die de goddelijke zuiverheid van de Kerk aantasten en het ware leven ervan verduisteren » (CRC nr. 240, januari 1967).
De tweede vergissing van Mgr. Lefebvre, die trouwens logisch voortvloeit uit de eerste, is afgezien te hebben van elke vorm van beroep op de paus. Iedereen die de wanorde en het bederf van de geloofscultus weigert, moet absoluut de hervorming – die toegelaten en bevolen wordt door een schijnbaar unanieme hiërarchie met aan het hoofd ervan de paus – bekampen zonder de Kerk te verlaten.... hoewel diezelfde Kerk hem uitdaagt tot rebellie en openlijk wenst dat hij met slaande deuren vertrekt. Het komt er op aan de Hervorming te weigeren terwijl men ondertussen in de Kerk blijft.
EEN BESLISSENDE KEUZE
Slaat Mgr. Viganò dezelfde weg in als Mgr. Lefebvre die hij zo bewondert ?
Hij lijkt een scherpzinnige analyse te maken van Vaticanum II. In een open brief gedateerd 21 september 2020 schrijft hij : « De wezenlijke valsheid bestaat er in de concilievaders er op bedrieglijke wijze toe gebracht te hebben om dubbelzinnige teksten goed te keuren, die ze niettemin als voldoende katholiek beschouwden, en vervolgens diezelfde dubbelzinnigheid te gebruiken om die documenten precies te laten zeggen wat de nieuwlichters beoogden. De conciliaire teksten kunnen vandaag niet in essentie gewijzigd worden om ze rechtzinniger of transparanter te maken : ze dienen verworpen te worden volgens een procedure die het opperste gezag van de Kerk te zijner tijd opportuun zal vinden. »
Maar wie is “ het opperste gezag van de Kerk ”? Vanzelfsprekend de paus, in verband met wie de prelaat toevoegt : « We moeten opmerken dat het hierboven beschreven mechanisme, ingeluid door Vaticanum II, een opleving, een versnelling en zelfs een nooit geziene veralgemening heeft gekend met Bergoglio [sic], die bewust zijn toevlucht neemt tot vage en geraffineerd geformuleerde uitdrukkingen die losstaan van het klassieke theologisch taalgebruik. Zijn bedoeling is precies om alles wat nog rest van de kerkelijke leer onderdeel na onderdeel te ontmantelen, in naam van de toepassing van het Concilie. Het is waar dat bij Bergoglio [re-sic] de ketterij en het afwijken van het Leergezag vanzelfsprekend zijn en bijna schaamteloos. Maar het is even waar dat de Verklaring van Abu Dhabi niet mogelijk zou geweest zijn zonder Lumen gentium. »
We kunnen dus besluiten dat Mgr. Viganò op het kruispunt van de wegen staat.
Ofwel volgt hij het voorbeeld van Mgr. Lefebvre. Dan heeft alles wat hij zegt, schrijft en publiceert op zijn blogs en andere internetsites geen andere draagwijdte dan zichzelf te verheffen tot rechter over de wettige paus, tegen hem een partij in het leven te roepen en zo het schisma van de stichter van de priesterbroederschap Sint-Pius X te bestendigen.
Ofwel stelt hij zich ten dienste van het algemeen belang van de Kerk. Dan moet hij niet alleen aan zijn lezers, maar aan de H. Vader zelf zijn verdenkingen van ketterij en de redenen voor zijn tegenstand tegen de Akten van het Concilie duidelijk maken. En als opvolger van de apostelen moet hij vervolgens de gemeenschap met de bisschop van Rome verbreken en tegen hem een aanklacht wegens ketterij, schisma en schandaal indienen, op een officiële, plechtige en openbare manier zodat iedereen op de hoogte is en al zeker de geestelijkheid van Rome. Zo zal hij de feilbare paus ertoe verplichten zijn onfeilbaar leergezag uit te oefenen in zijn eigen zaak zodat eindelijk definitief een oordeel geveld wordt tussen de ware godsdienst van de eredienst van God en zijn goddelijke Moeder en de religie van de cultus van de mens... en van de moedergodin Pachamama...
broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 108, november-december 2020