Hoog tijd voor Vaticanum III !

De Sint-Willibrorduskerk in Zeilberg (Deurne, Nederland) is vandaag een fitnesscentrum.

OP zondag 3 oktober van dit jaar werd de Sint-Jan Evangelistkerk in het Antwerpse district Wilrijk onttrokken aan de katholieke eredienst en overgedragen aan de Koptisch-orthodoxe Kerk van België. De Kopten, die in Egypte nog altijd bijna 20 % van de bevolking uitmaken en er zwaar gediscrimineerd worden door de moslims, tellen in ons land enkele duizenden gelovigen, hoofdzakelijk uitgewekenen. Ze hadden al een vestigingsplaats in Leuven, in het voormalige klooster van de redemptoristen.

De Antwerpse bisschop Mgr. Johan Bonny, die bij de plechtige overdracht aanwezig was, noemt zichzelf « een tevreden bisschop ». Hij vindt dat « met deze keuze het kerkgebouw een passende herbestemming krijgt en voorbehouden blijft voor de eredienst van een christelijke geloofsovertuiging. »

Voor het gemak sluit Mgr. Bonny de ogen voor het feit dat de Koptisch-orthodoxen scheurmakers zijn die zich in 451 afgescheiden hebben van de Moederkerk. Zij verwierpen de tweenaturenleer gedefinieerd op het Concilie van Chalcedon (de menselijke en de goddelijke natuur in Christus zijn onvermengd én onscheidbaar), maar de diepere reden voor hun rebellie was het feit dat zij het opperste gezag van de Roomse paus niet wilden erkennen ; de patriarch van Alexandrië had kort voor de opening van het concilie paus Leo I de Grote geëxcommuniceerd !

In het kader van de conciliaire oecumene leven onze hedendaagse bisschoppen echter in uitstekende verstandhouding met de orthodoxen en is de gevonden oplossing voor de Wilrijkse kerk in hun ogen dus een uitstekende zaak. Maar wat met een kerkgebouw dat een moskee wordt, zoals in 1981 in Amsterdam gebeurde ? Daar werd de Sint-Ignatiuskerk gesloten voor de Rooms-katholieke eredienst en vervolgens aangekocht door de Islamitische Stichting Nederland, die er de Fatih-moskee van maakte en de kruisen op de torens verving door halve manen... Een te verdedigen voortzetting van het “ religieus gebruik ” van het kerkgebouw in kwestie ? Misschien ziet zelfs paus Franciscus er geen graten in, want in de geest van de interreligieuze ontmoetingen in Assisi pleit hij al langer voor frontvorming tussen de “ gelovigen ” van alle mogelijke gezindten. Maar of de moslims even verdraagzaam zijn als de moderne katholieken moet nog blijken !

Ondertussen zijn er voorbeelden genoeg van puur ongodsdienstige herbestemmingen van katholieke kerken. De Sint-Jozefkerk in Eeklo werd in 2017 een centrum voor buitenschoolse kinderopvang. De Paterskerk van Halle (Vlaams-Brabant) is in gebruik als ruimte voor een streetart-project « met aandacht voor de traditie van stilte en mystiek ». In de Mechelse kapel van de Arme Klaren nam een decoratie- en bloemenwinkel zijn intrek. De parochiekerk van Erembodegem is sinds enkele jaren een evenementenzaal voor oudejaarsfeesten, verkiezingscafés, bals enz. De Sint-Julianakapel in Rumbeke, parochiekerk tot 2013, gaat verder als eventlocatie « Het Sakrament », waar feestvierders in “ hemelse sferen ” vertoeven (want voor blasfemie deinst men niet terug). En de lijst is lang.

De provincie Antwerpen stelde een beleidsplan op voor de jaren 2020-2024. « Kerkplus » wil in nauwe samenwerking met gemeentebesturen, kerkraden en de bisschoppelijke overheid een toekomst uittekenen voor de 298 katholieke kerken die de provincie rijk is. Ongeveer een derde daarvan komt in aanmerking voor « neven- of herbestemming », een proces dat na uiterlijk vijf jaar moet afgerond zijn. Dat is nog niets in vergelijking met Nederland, waar kardinaal Eijk voorspelde dat « in het aartsbisdom Utrecht over tien jaar nog hooguit 15 van de 280 kerken in gebruik zullen zijn. CIO-K, de organisatie die namens de kerken in Nederland bij de overheid aan tafel zit, schatte in 2016 dat 30 tot 80 procent van de kerken zijn religieuze functie zal verliezen » (Trouw, 25 juni 2019).

Dat de nood hoog is, zal niemand verwonderen : alle alarmsignalen in de Kerk zijn al heel lang geleden afgegaan. Tussen 2016 en 2018 vond in het ooit zo katholieke Vlaanderen een spectaculaire daling plaats in het aantal missen (-16,79 %), kerkelijke huwelijken (-13,92 %) en doopsels (-11,83 %). Het is voor een steeds kleiner wordende geloofsgemeenschap financieel niet meer mogelijk om de vaak zeer grote kerkgebouwen, die nog amper voor het oorspronkelijke doel gebruikt worden, te onderhouden.

Ondernemen onze bisschoppen dan niets om het tij te keren ? Neen : voor hen is het proces blijkbaar onomkeerbaar. Het is hun diepste overtuiging dat het katholiek geloof, op een enkele tijdelijke opflakkering hier of daar na, in West-Europa geen toekomst meer heeft en nog enkel zal voortbestaan binnen kleine gebedsgroepen van « geëngageerde leken » – al kan men zich afvragen hoe katholiek die groupuscules nog zullen zijn. En dus komt het er op aan de “ begrafenis ” van het katholicisme goed voor te bereiden en aan “ stervensbegeleiding ” te doen. « Onze bisschoppen munten uit in het vak van begrafenisondernemer », zei abbé de Nantes twintig jaar geleden al.

De hoofdoorzaak voor dat fatalisme ligt in de blinde aanhankelijkheid van onze geestelijke overheid aan het Tweede Vaticaans Concilie, dat ongeluksconcilie dat met zijn valse principes de Kerk vergiftigd heeft en van elke hoopvolle toekomst beroofd. Men weet het, maar men sluit ogen, oren en mond : het Concilie is onaanraakbaar en wee de prelaat of gewone priester die het zou wagen er openlijk kritiek op te formuleren. En dus volhardt iedereen in de boosheid, onze H. Vader paus Franciscus op kop, en takelt de Kerk verder af. Wie in de illusie leeft dat het in Oost-Europa allemaal geweldig goed gaat, moet dit maar eens lezen : « Het aantal priesterroepingen in Polen is in 2020 met bijna een vijfde gedaald. Dit jaar hebben zich “ slechts ” 242 kandidaten bij de seminaries van de bisdommen aangemeld. De afgelopen acht jaar daalde het aantal met 47 procent » (Kerknet, 17 oktober 2021).

VATICANUM III VOORBEREIDEN

Al in 1971 verklaarde kardinaal Suenens, aartsbisschop van Mechelen-Brussel en doodgraver van de Kerk in België, dat het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) in feite « voorbijgestreefd » was en dat er een nieuw concilie nodig was omdat « de historische en culturele context van de wereld » alweer veranderd was ! Want het achternalopen van de wereld is, zoals men weet, het Leitmotiv van alle modernisten en progressisten.

Abbé de Nantes nam de handschoen op en publiceerde in de zomer van hetzelfde jaar een begeesterend artikel onder de titel Préparer Vatican  III.

« Kardinaal Suenens heeft gelijk, maar misschien niet in de zin die hij bedoelt : er is een nieuw concilie nodig, er zal noodzakelijkerwijs een nieuw concilie zijn ! Wij moeten ons er van onze kant op voorbereiden. Wij willen Vaticanum III om de confrontatie aan te gaan met Suenens en heel zijn sinistere kliek, wij willen hen forceren om hun diepste gedachten en hun werkelijke drijfveren openbaar te maken. Op die manier zal de kerkelijke hiërarchie gedwongen worden om klaarheid te scheppen over de dubbelzinnigheden van Vaticanum II. Het is absoluut nodig dat de Kerk zich op een onfeilbare en definitieve wijze uitspreekt. Het is een kwestie van geloof, van eer, van leven of dood.

« Waarom een concilie ? Waarom niet gewoon een andere paus die de geestelijkheid hervormt en het apostolische gezag herstelt ? Ons antwoord vloeit voort uit de logica en de geschiedenis : wat door een oecumenisch concilie afgebroken werd, kan enkel hersteld worden door een nieuw oecumenisch concilie. Heel de geschiedenis van de Kerk getuigt ervan : de grote dwalingen, de grote wanordelijkheden tijdens de eeuwen van ketterij en decadentie werden nooit opgelost door individuele pausen, hoe energiek zij ook waren, maar door concilies waarop de bisschoppen van heel de wereld zich samen met de paus en onder zijn impuls engageerden voor het grote labeur van het broodnodige herstel in Christus.

« Toen het Concilie van Trente in 1552 stilgelegd werd, verkoos de ondernemende kardinaal Caraffa als Paulus IV geheel alleen het dringende werk van de Contrareformatie door te voeren ; maar wat hij ondernam, was te zeer getekend door zijn persoonlijkheid om heel de Kerk werkelijk in beweging te krijgen. Pius IV, die minder krachtdadig was, maar wel wijzer, riep het concilie opnieuw samen en bracht het in 1562-1563 tot een goed einde : het korps van bisschoppen voelde er zich even verantwoordelijk voor als de Opperherder en bracht de leer en de wetten van het concilie in de praktijk. Op die manier kreeg de Kerk, van de H. Pius V tot paus Pius XII, vierhonderd jaar vrede, grootsheid en universele uitstraling » (CRC nr. 46, juli 1971, pp. 1-2).

Het “ pastorale ” concilie Vaticanum II, dat op een slinkse manier de godsdienst van altijd door een nieuwe religie verving, heeft de Kerk op haar sterfbed gebracht. Het is de hoogste tijd voor Vaticanum III, een dogmatisch concilie dat niet zal terugdeinzen voor onfeilbare uitspraken op basis van zowel aloude waarheden als nieuwe inzichten die wél in de lijn van de Traditie liggen. Alleen zo zal de Kerk een veelbelovende wedergeboorte beleven !

redactie KCR
Hij is verrezen ! nr. 114, november-december 2021