Congo
België en zijn kolonie
Het koloniale verleden van ons land wordt tegenwoordig ongenadig neergesabeld. Niet alleen wordt Leopold II, de stichter van de Congostaat, letterlijk van zijn voetstuk gehaald, maar ook alles wat de Belgen op materieel en spiritueel vlak in Congo realiseerden wordt verdacht gemaakt, geminacht en bespot. Werden er fouten gemaakt ? Ongetwijfeld. Het is echter een grove onrechtvaardigheid om het beschavend werk van België zo ongegeneerd van de tafel te vegen. Kent men dan het verschrikkelijk wedervaren van de Congolezen sinds de onafhankelijkheid niet ?
Congo vóór de Belgen: een volk in de schaduw van de dood
In zijn boeiende studie over Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe, patrones van Mexico, onderstreept broeder Bruno hoezeer wij nog altijd beïnvloed worden door de theorie van de «goede wilde», le bon sauvage van Jean-Jacques Rousseau. Vooringenomen wetenschappers met een afkeer van het christendom willen ons doen geloven dat de prechristelijke beschavingen van de Azteken, de Kelten of de Germanen van grote waarde waren...
Het grote project van Leopold II
Het is al langer ingeburgerd om enkel in uiterst negatieve bewoordingen te spreken over onze tweede koning en zijn Congostaat. Men schildert hem af als een «sinistere massamoordenaar». Vraag is of al die verontwaardiging gerechtvaardigd is. In dit artikel proberen we een genuanceerd beeld te schetsen, op basis van ernstig historisch onderzoek en met respect voor de tijdscontext waarin hij moet gesitueerd worden.
Congo-Vrijstaat, droom of nachtmerrie?
Al te gemakkelijk stelt men het tegenwoordig voor alsof de Congostaat van Leopold II een vrijhaven voor de grootst mogelijke willekeur was, een land zonder God of gebod. Dat klopt niet. De vorst wou niet weten van een pseudostaat, integendeel: hij legde de nadruk op « de minutieuze uitvoering van onze orders voor de ontwikkeling van de welvaart en de beschaving in de Vrijstaat, waarvan wij een modelstaat willen en moeten maken.» En wat dan met het "rood rubber"?
BELGIË EN ZIJN KOLONIE
Missie en staat.
Het is kenmerkend voor onze geseculariseerde maatschappij dat het epos van de kerstening van Congo, opgestart onder Leopold II en verdergezet door Belgisch-Congo, simpelweg doodgezwegen wordt. Als katholiek tijdschrift willen wij daar wél aandacht aan besteden. We zullen zien dat de missionering van Congo in het begin niet van een leien dakje liep. Het was vaak een kwestie van proberen en mislukken, van vallen en opstaan.
Een jonge kolonie langs alle kanten belaagd
Het voornaamste streven van België met betrekking tot zijn kolonie was om afstand te nemen van de politiek van Leopold II die in het buitenland zoveel weerstand opgeroepen had. Alles in Congo moest humaner, moderner worden. Op die manier hoopte ons land in peis en vree zijn beschavingswerk te kunnen realiseren. Dat was echter een gevaarlijke illusie: de grote mogendheden lagen op de loer om zich van de rijkdommen van Congo meester te maken.
Het Congolees mirakel
De kolonie Belgisch-Congo heeft slechts iets meer dan een halve eeuw bestaan: van 1908 tot 1960. In die korte tijdsspanne maakten onze landgenoten van Congo de meest geïndustrialiseerde kolonie van Afrika, waar de zwarte loontrekkenden tot de best betaalde van het hele continent behoorden. Het liep niet allemaal van een leien dakje - de impact van beide Wereldoorlogen was erg groot - maar wij hebben geen enkele reden om ons te schamen voor wat we presteerden, integendeel!
België en zijn kolonie
« Engelen van zelfopoffering »
Na de Eerste Wereldoorlog bruiste Belgisch-Congo van activiteiten, niet alleen op sociaaleconomisch vlak, maar ook op godsdienstig gebied. Reeds gevestigde congregaties zowel als nieuwkomers ontplooiden al hun talenten en energie om de evangelisatie van de kolonie in een hogere versnelling te brengen. We willen dat illustreren door het schitterend werk te beschrijven verricht door de Zusters van Liefde van Jezus en Maria.
België en zijn kolonie
De Tweede Wereldoorlog en het Tienjarenplan
Nog maar pas had Belgisch-Congo in de jaren 1920 en 1930 een enorme ontwikkeling doorgemaakt of een nieuwe oorlog dreigde alles teniet te doen. De kolonie zette zich schrap en bleef in Belgische handen door zich volledig ten dienste te stellen van de Geallieerden, maar betaalde daar een aanzienlijke prijs voor. Een Tienjarenplan moest daarom vanaf 1949 soelaas bieden.
België en zijn kolonie
Moord met voorbedachten rade
Op het moment van de onafhankelijkheid, in 1960, was Belgisch-Congo op weg om de meest geïndustrialiseerde en op sociaal gebied de meest vooruitstrevende kolonie van Afrika te worden. En plots kwam er aan alles een bruusk einde. Overal leest men vandaag dat de dekolonisatie nu eenmaal «onvermijdelijk» was en dat de breuk met het moederland voortvloeide uit «de gang van de geschiedenis». Niets is echter minder waar.