10 DECEMBER 2017
De dag van de Heer is nabij
OP deze tweede zondag van de Advent geeft de Kerk ons de passage van de Tweede Brief van Sint-Petrus ter overweging. Deze evoceert het einde van de huidige wereld opdat we zouden waken in gebed en God welgevallig zouden zijn door een heilig gedrag.
« Een ding echter, vrienden, mag u niet ontgaan: voor de Heer is een dag als duizend jaren en duizend jaren als een dag.»
We zijn beland bij het tweede millennium! Aha! En daarna? Duizend jaar is voor God een dag en het oordeel van God zal komen als God het zal willen en de redding van de mensen ook.
« De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u.»
Ziedaar de barmhartigheid van God die ons sinds 2000 jaar wordt aangekondigd. Maar men moet wel erkennen dat het geduld van God bij de goddelozen nieuwe redenen uitlokt om te twijfelen aan zijn bestaan en hun spotternijen, beledigingen en onzuiverheden te vermenigvuldigen...
« Want Hij aanvaardt niet dat enkelen verloren zouden gaan, maar Hij wil dat allen de tijd hebben om zich te bekeren.»
Dat is wat me afgelopen nacht nog heeft doen zuchten. Zullen onze kinderen in de scholen nog verder gedegradeerd, bezoedeld moeten worden in de gelaïciseerde scholen van onze huidige samenleving? Heer, kom ons te hulp opdat onze kinderen niet op die manier ten onder gaan! Geduld! Zoals de vader van zuster Lucia zei: God is geduldig, Hij put zich uit in geduld.
« Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Dan zullen de hemelen dreunend vergaan en de elementen door vuur worden verteerd; de aarde met de mensen die ze bevat zullen door vuur verteerd worden.»
Niemand ziet het, maar we maken een opeenvolging van straffen door God van de verdorven wereld mee, zoals aids bijvoorbeeld. Aids is een straf van God, weloverwogen, op maat van de mens opdat de mensen zouden beseffen dat God weet wat hun daden zijn, opdat men niet meer opnieuw begint met Hem op dezelfde manier te bespotten omdat Hij dat niet zal dulden. Het is een intelligente straf, zoals men dat nu zegt over raketten. Een gestuurde raket gaat zijn slachtoffer zoeken te midden van de anderen. En wat doet de meerderheid van onze bisschoppen en de paus met hen? Ze durven zeggen: zeg vooral niet dat aids een straf van God is. In het algemeen straft God niet.
En nochtans maken we zoveel straffen mee! Vandaag een aardbeving, een andere dag een cycloon, overstromingen en altijd in vreselijke omstandigheden. Erkennen we dat dit het geheim van God is. God beveelt en we hebben niets te zeggen. Het ongeluk is dat niet één enkele bisschop of priester zal durven zeggen: «Broeders, laat ons bidden opdat de goede God, die met leedwezen al onze vreselijke handelingen aanziet, zijn straffen doet ophouden en de aarde terug tot rust doet komen.» Geen enkele! We leven te midden van goddelozen. Dat is al te duidelijk en hoeden we ons ervoor mee te doen met die goddeloosheid.
« Wanneer alles zo vergaat, hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid, welke eerbied moet gij betonen voor God!»
Deze mooie aansporing is voor ons en dat moet ons goed doen, ons aanmoedigen om geen oppervlakkige christenen te zijn, maar integrale christenen, overtuigd van het volle en volledige geloof waarvan heel ons leven moet doordrongen zijn en dat niet zomaar een onderdeel van ons wezen mag zijn, wat ons zou toelaten nog voor een deel heidens te zijn.
« Gij die met zoveel ongeduld de komst van de dag van God verwacht.»
Dat is de boodschap van de H. Maagd. Men kan de komst van de dag van God verhaasten door zijn vurig gebed.
« De dag van God waarop de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen wegsmelten in de vuurgloed.»
Volgens mij is de val van de zon te Fatima het voorstel geweest dat God gedaan heeft opdat men zich zou bekeren, de voorafspiegeling van wat de echte val van de zon zou zijn. Geven we er ons rekenschap van dat als de zon wat lager gevallen was, de aarde zou weggebrand zijn.
« Want wat wij verwachten volgens de belofte van de Heer is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen.»
Gelukkig is er deze zin! Plots merken we op dat we gelijk hebben de hoop te bewaren. Ze ligt helemaal in lijn met het berouw waardoor men zijn fouten erkent en met het geduld waarmee men de straffen doorstaat en nog meer door het bijtreden van de wil van God, zoals Onze-Lieve-Vrouw van Fatima dat gewild heeft. De vervulling van de plicht van staat, de trouw aan de kloosterregel.
We hopen dat op aarde dat begin van het Koninkrijk van God zal verschijnen, ingehuldigd door de Onbevlekte Ontvangenis en dat is nabij. Waarom is dat heel nabij? Omdat er data zijn die ons spreken over de bekering van Rusland en de pacificatie van de wereld door deze bekering die door Onze-Lieve-Vrouw van Fatima is beloofd. Dat kan niet meer veraf zijn. Dus een beetje moed en hernemen we onze krachten. En herinneren we ons dat hoe tragischer de tijden zijn, des te meer men moet leven van hart tot Hart met God de Vader, die de Meester is over alles, samen met Jezus, onze liefdevolle Verlosser, met de H. Maagd Maria, onze universele Middelares, met de heiligen die onze hemelse behoeders zijn.
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 4 oktober 1999