5 NOVEMBER 2017

Het ware portret van Jezus

JEZUS, hoezeer zijt Gij miskend! Het portret dat men nu van U schetst, is ontgoochelend, ondanks de mooie evangelische verhalen waarvan velen het juiste begrip verloren hebben. Ze maken van U een dromer, een zwakkeling, een geweldloze. Volgens wat die moderne interpretatoren zeggen, zijt Gij gevlucht voor de vijand, hebt Gij de strijd geweigerd, was het uw wens niemand last te bezorgen of tegen te spreken, hebt Gij overwonnen zonder strijd. Uit gans uw Evangelie zou blijken dat het ons wil doen afzien van het kwade, ons wil leren in te stemmen met de triomf van het onrecht en met het ondergaan van de dood.

Maar de Jezus van wie we houden, de ware Jezus van het Evangelie en waarachtige Zoon van God, is niet zo. We wijzen deze misselijkmakende karikatuur af. Hem die de Apostelen en de Martelaren, de Belijders en de Maagden gevolgd zijn, de aanbeden Meester en Bruidegom, was een sterk, moedig man, een overwinnaar! Hij trok de massa’s aan en hield hen in zijn voetspoor omdat Hij op het voorhoofd reeds het lichtende teken van de overwinning droeg en omdat de hoop op het rijk dat Hij aankondigde niet bedrogen kon uitkomen.

Wie beweert dat Hij zwak en vreesachtig was, heeft Hem niet gezien toen hij rechtopstaand aan de boeg van de boot bevelen gaf aan zee en wind, en evenmin toen Hij de bezetenen koelbloedig en streng het hoofd bood door uit hen de duivel te verjagen met een soeverein gezag. Hij kan alles, Hij weet alles, Hij wil alles en niets zal hem tegenhouden alvorens Hij zijn volk naar de heerlijkheid gevoerd heeft en daar zelf plaats genomen heeft op zijn troon om er gekroond te worden. Sint-Jan heeft Hem gezien als een held die de overwinning tegemoet gaat.

Het is met deze macht en majesteit dat zijn blik op een dag verhardde en Hij zich naar Jeruzalem wendde. De apostelen volgden Hem vol verbazing en gegrepen door angst. Er bevinden zich daar Farizeeën die hem verwittigen: Pas op! Keer op je stappen terug! Herodes houdt je in de gaten en wil je laten sterven. Antwoord van Jezus: « Ga aan die vos zeggen dat...» Ach, Jezus! Hoe moedig zijt Gij! Dat korte, soevereine antwoord, terecht brutaal, rustig en krachtig is het voorwerp van onze bewondering en onze vreugde. Gij zijt eerbetoon, vertrouwen, overgave waardig! Gij zijt niet zo’n lafaard die terugdeinst en verdwijnt bij de eerste bedreiging.

Ongetwijfeld zult Gij, naarmate het gevaar groeit, handig laveren om te ontsnappen aan hen die U naar het leven staan. Soms zult Gij verdwijnen en elke avond van de laatste weken wordt Gij onthaald in Bethanië, ver van de spionnen die u in het oog houden; maar het is niet de vrees die U bezielt. Gij moet een zending volbrengen en pas sterven op het door de Vader vastgestelde Uur.

Elke morgen ziet men U in de Tempel, tegenover de grommende meute van uw tegenstanders, met wie Gij de confrontatie zoekt. Alleen trotseert Gij de Farizeeën, de prinsen, de schriftgeleerden; Gij, de zoon van de timmerman, staat als een atleet te midden van de leeuwen. Hun geschimp beantwoordt Gij hard, zonder afleidingsmanoeuvre, en hun haat wordt steeds groter. Gij liet u niet in verwarring brengen en evenmin zijt Gij achteruit gedeinsd. Wat een voorbeeld zijt Gij! En we zouden niet op een andere manier van U kunnen houden. Onschuldig als de duif, waart Gij toen listig als de slang.

De godsdienstige maskers en de hypocriete voorwendsels moesten eraan geloven. Nogmaals was dit een daad van naastenliefde die U hen bewees, de laatste: als de mens geworden Waarheid bood U zich aan hen aan en wilde U hen overtuigen van hun leugens en hoogmoed. En als ze U het zwijgen wilden opleggen en van U wilden af zijn, dwong U hen U ter dood te veroordelen en hun haat bewust te doen groeien tot het begaan van die misdaad. Dan maakt U zichzelf God; wat U niet geopenbaard hebt door de minzame toespraken in Galilea, dat schreeuwt U uit tegenover de meute die U haat. Reeds hebben allen stenen verzameld om U te stenigen, maar met de verhevenheid van de Onkwetsbare kijkt U hen aan met uw onweerstaanbare blik. Duidelijker dan ooit tevoren bent U de vleesgeworden Waarheid en Rechtvaardigheid van God. Geen arm wordt omhoog gestoken, geen enkel hoofd richt zich op om U uit te dagen, totdat U hen tenslotte achter U laat. U heeft ons niet geleerd om lafaards te zijn, neen!

En overwonnen bent U ook nooit geweest. Ik zie soldaten massaal de hof van Olijven omsingelen, gewapend met stokken en zwaarden. Als ze uiteindelijk durven naderen komt U hen tegemoet, U verschijnt in een lichtstraal: « Wat zoekt gij? – Jezus van Nazareth – Dat ben Ik.» Dan deinzen ze terug, verhaalt ons Sint-Jan, en vallen ter aarde. Niemand zou ook maar de hand kunnen uitsteken Maar tenslotte is het gebeurd, het Uur is gekomen. U keek er met vurig verlangen naar uit, het beeld ervan vervulde U een ogenblik tevoren met afschuw en menselijke angst. U levert u over, U gaat de kelk tot de bodem leegdrinken. Wie wordt er nochtans overwonnen in deze confrontatie? Ik zie hoe uw vijanden gedwongen worden U te doen sterven om een einde te maken aan de toeloop van het volk naar U en de dreiging om U morgen tot koning te maken. Ik zie hoe zij U bij nacht zoeken en U in allerijl allerlei onwettigheden aanwrijven. Door vrees bevangen zijn ze nog minder verzekerd sinds ze U in handen hebben. En in al dat tumult van die dodelijke uren blijft U onaangedaan.

U gaat voort als het lam dat men naar de slachtbank leidt, maar geen spoor in U van angst, verzet, haat en U laat uw volgelingen niet in de steek op het moment waarop iedereen U verlaten heeft. Het is veeleer een liturgie die U beleeft, een offer dat U opdraagt als priester en als slachtoffer tegelijk en waarvan deze mensen slechts het onwetend instrument zijn. Zo bent U in de ellende en op het Kruis steeds die man die verder stapt, met een onoverwinnelijke en zekere tred, onvermoeibaar, krachtig, naar zijn overwinning toe en naar de start van zijn Rijk.

Aan hen die het niet zullen begrijpen, aan hen die dit lijden zullen interpreteren als een duidelijk teken van een verpletterende nederlaag, heeft Jezus nochtans het teken van zijn verrijzenis gegeven! Want deze sterke, deze moedige, deze zegevierende man, die in staat was te sterven wanneer Hij het wou en zoals Hij het wou, heeft niet langer dan zesendertig uur een schijnbare nederlaag ondergaan en weldra schitterde Hij in glorie. Zij die gedacht hadden hem te overwinnen, zij die in zijn voorbeeld een gemakkelijke les van pacifisme en overgave wilden vinden, al die kleine mensen, gevangenen van hun vleselijke passies, zijn als de soldaten geweest die het graf bewaakten: weggeblazen door de machtige adem van Pasen. En vanaf dan gaat Jezus van overwinning naar overwinning tot aan de voleinding der tijden.

abbé Georges de Nantes
april 1962