29 OKTOBER 2017
De naastenliefde volgens
het onderricht van Abbé de Nantes
ONZE heilige katholieke godsdienst, en zij alleen, beschikt over alle rijkdommen en energie in overvloed om onze wereld in verval te redden. De banden die we hebben met onze medemensen op aarde zijn slechts leefbaar als we verbonden zijn met de hemelse wezens die ons hun genade geven. Ons gesprek moet zich in de Hemel voltrekken, zoals Sint-Paulus het aanbeveelt. Onze moraal is helemaal doordrongen van mystiek leven.
Laten we ons verstand, onze verbeelding, ons hart vullen met de liefde die we hebben voor de Vader, de Zoon, de H. Geest, de Maagd Maria en het Kindje Jezus, de heiligen. Onze intimiteit bevindt zich allereerst in de Hemel en onze liefde voor de Hemel heet devotie. Op grond van dit belangrijkste principe zijn we allen broeders door de allesomvattende, altijddurende goddelijke liefde, in één en hetzelfde offer van de twee doorstoken Harten van de gekruisigde Jezus en Maria.
De parabel van de barmhartige Samaritaan leert ons dat de gekruisigde Jezus onze meest nabije naaste is naar wie bij voorrang onze liefde moet uitgaan. We zijn allen broeders, maar het is in Christus die zijn Kruis draagt, in Maria die Hem volgt en door de Maagd Maria dat we onze liefde zullen kunnen beoefenen. Ons hart is zo vol van al die hemelse liefde die haar genade uitstort in onze ziel, dat deze genade alleen maar vraagt over te lopen. Omdat we zo bevoordeligd zijn, willen we absoluut dat licht, die warmte, deze liefde verspreiden onder onze verwanten, onze ouders, de door God beminde schepselen.
Het is het voorbeeld dat Jezus, ons uniek model, ons geeft in het Evangelie. Wanneer Jezus iemand ontmoet, wordt zijn goddelijke liefde menselijk. Laten we deze voorbeeldige liefde van Jezus in onze betrekkingen met de naaste nabootsen. Hoe doen we dat? Door van hem te houden zoals we van onszelf houden. Ik ben Gods metgezel in de weldaden die Hij uitdeelt aan hen die mij omringen. In deze gezegende toestand vinden we de onderlinge band terug tussen onze wederzijdse bewondering, onze wederzijdse liefde en onze wederzijdse edelmoedigheid.
We krijgen daarin het inzicht om onze taak als vader of zoon te beoefenen, onze liefde, onze genegenheid, onze broederlijke banden. Laten we deze samenvatten in deze drie leerstellingen of gedragsregels:
- Beminnen zoals onze Vader ons bemint en door de genade die van Hem komt. De goede God verleent ons alle noodzakelijke hulpmiddelen opdat we zouden handelen volgens zijn wil.
- Jezus beminnen, onze meest nabije naaste, en allen die ik van Hem krijg als zijn vrienden.
- Tenslotte Maria beminnen en in haar, door haar, alle "kinderen van Maria" die zich op aarde bevinden.
HOE DE LIEFDE VOOR GOD EN DE LIEFDEVOOR
DE NAASTE MET ELKAAR VERZOENEN?
Jezus zegt dat er geen twee geboden zijn, maar dat er slechts één is: « Gij zult de Heer uw God beminnen en uw naaste als uzelf, en dat is slechts één gebod.»
Als men God bemint met geheel zijn ziel, met geheel zijn hart, met al zijn krachten en met geheel zijn verstand, doet men zoals Hij: dan bemint men zijn naaste, vanzelfsprekend! De broederlijke liefde van de kinderen van God, van de kinderen van Maria, van de broeders en zusters van Jezus gaat als het ware vanzelf uit van deze goddelijke liefde, van deze geestelijke verwantschap die ons ertoe aanzet onze broeders en zusters te beminnen omwille van hun eigen banden met de goddelijke Personen en dus met onszelf die er helemaal door in beslag genomen zijn. Zo ziet men de ziekenhuiszusters de Mis bijwonen en te communie gaan om daarna snel naar hun zieken te gaan om de meest nederige zorgen te verstrekken met een totale zelfverloochening.
DE SECULARISERING VERNIETIGT DE NAASTENLIEFDE
Maar dit zo aanlokkelijk programma van naastenliefde is slechts mogelijk voor echte katholieken, helemaal in de ban en doordrongen van de liefde tot God. Overal echter waar het agnostisch, politiek en sociaal laïcisme een betonnen muur heeft opgetrokken tussen de Hemel en de aarde, daar heerst verschrikking en rampspoed. Men trekt zich helemaal niets meer aan van de goddelijke liefde van de Vader, van die van de H. Maagd Maria en van de heiligen. De menselijke tederheid kwijnt weg als er geen hemelse tederheid meer is. In een geseculariseerde maatschappij is het verboden te spreken over God, over goddelijke zaken, over de devoties die ons optillen en helpen om de beproevingen van het leven te doorstaan. De devotie verdwijnt van de aarde ten voordele van de verveling, de ondeugden, de geloofsafval, de wanhoop en tenslotte de zelfmoord.
LATEN WE DE "DEVOTIES", BRON VAN ELKE LIEFDE, HERSTELLEN
Om in te gaan tegen dit ongeluk moeten we onze liefde en devoties voor de dierbare hemelse wezens en de heiligen van het Paradijs vernieuwen.
Onze devoties zijn niets anders dan onze tedere, geheel zuivere en vurige liefdesbanden die we onderhouden met Jezus, Maria en Jozef; met alle heiligen van de Hemel in die zachte hemelse en bovennatuurlijke straling, met alle dierbare wezens die ons omringen.
Zo is onze intimiteit op de eerste plaats in de Hemel. En onze liefde voor de Hemel heiligt onze aardse gevoelens door ons te helpen om ze in God te beleven, zuiver, grootmoedig, in zelfvergetelheid en offer. Onze devoties bestaan er in dat ze opstijgen naar de Hemel om daar kracht te zoeken. Vervolgens zal ons gedrag de vrucht zijn van de grootmoedigheid van de goddelijke wezens die ons hun deugden meegeven.
Behouden we dat beeld van de gekruisigde Jezus die ons zijn Kruis aanreikt om ons beter te beminnen en van de H. Maagd Maria die Hem vergezelt tot op Kalvarië om ons als kinderen vanuit dat goddelijk leven ten leven te wekken. Het is de bron van elke echte naastenliefde die onmogelijk is zonder zelfvergetelheid, vergeving van de beschimpingen, zo belangrijk dat Jezus er in het Onze Vader de voorwaarde van maakt opdat wijzelf vergeving van God zouden bekomen.
abbé Georges de Nantes