2017
Laten we Jezus vragen ons te doen inzien op welk punt we niet beminnenswaardig zijn en laten we aan de Vader, de Zoon en de H. Geest, aan Jezus, Maria en Jozef de genade vragen om onszelf los te maken uit die gebreken zodat we aangenamer zijn voor de anderen. Op dat moment zullen we de vreugde kennen te zien hoe onze gezinnen en kloostergemeenschappen meer gelijken op de H. Familie. Het Kindje Jezus is de Zoon van God, maar het was zijn wil ons nodig te hebben. Hij roept dus de meest edelmoedigen onder ons op om zich over Hem méér te ontfermen dan over eender welke andere zaak. Het is een belangrijke oproep die niet zonder antwoord mag blijven in onze hedendaagse Kerk. Zij die Jezus bij zich opnemen of die in Gods huis blijven om helemaal in zijn dienst te staan, zullen zeker tot de zaligen van de Hemel behoren. Na met Hem de lasten gedeeld te hebben, zullen ze met Hem in de glorie delen. Ik zou zoals die grote heilige willen zijn die op aarde uw neef en uw voorloper was, hij van wie de houding en de woorden voor mij vandaag een openbaring zijn. Jezus, verwijder van mij elk dwaas en bedrieglijk gevoel, behoed mij voor elke valse liefde. Slechts U wil ik kennen en beminnen; ik wil slechts de gids zijn van de zielen die voorbijkomen en hun weg zoeken om hen naar U te voeren. Op deze tweede zondag van de Advent geeft de Kerk ons de passage van de Tweede Brief van de H. Petrus ter overweging. Het hoofd van de apostelen roept het einde van de huidige wereld op opdat we zouden waken in gebed en God welgevallig zouden zijn door een heilige levenswandel. Deze eerste zondag van de Advent is als een herbeginnen van het liturgisch jaar dat ons wordt aangeboden. En naarmate ons leven voortschrijdt, is het goed een krachtiger besluit te nemen. Het Evangelie van de H. Marcus spreekt ons over het einde der tijden dat plots zal aanbreken en hij spoort ons aan waakzaam te zijn. We zullen klaar zijn om de Meester te ontvangen als we nog in staat zijn te geloven in de boodschap van Fatima die zo met de voeten getreden wordt. Op dit feest van Christus Koning wil ik U, God, Vader, Zoon en H. Geest, verzekeren van mijn onderwerping. Ik kies twee punten van meditatie uit voor het ganse verloop van deze dag. Ten eerste uw koningschap over mijn persoon, mijn intellect, mijn wil en mijn hart. Ten tweede de uitbreiding van uw Rijk, want ik wil U erkennen als Koning van de wereld, Koning van naties en volkeren en toekomstig Rechter. In de eschatologische toespraken van het Evangelie kondigt Jezus de val van Jeruzalem aan, de val van de wereld, de grote geloofsafval, met volgende woorden (de zwartste uit het Evangelie): « Als de Mensenzoon terug zal komen, zal Hij dan nog het geloof vinden op aarde?» Van zijn kant brengt Sint-Paulus ons in zijn Eerste Brief aan de Thessalonicenzen een aanvullende openbaring. Hij is begaan met zijn moedige bekeerlingen die altijd maar willen weten wat morgen en overmorgen zal gebeuren. De parabel van de wijze en de dwaze maagden, die de Kerk ons vandaag ter overweging aanbiedt, is een voorafbeelding van de christelijke zielen die van generatie tot generatie op aarde moeten leven in de verwachting van hun ware Bruidegom, Jezus Christus. Waarom zijn er dwaze maagden? Wie zijn de wijze maagden en wie de dwaze? Hoe komen we te weten tot welke groep we behoren? Hoe komt het dat de wijze maagden niet bewogen werden door medelijden of liefde voor de dwaze maagden? Jezus, hoezeer zijt Gij miskend! Het portret dat men vandaag van U schetst, is ontgoochelend. Ze maken van U een dromer, een zwakkeling, een pacifist. Volgens wat die moderne interpretatoren zeggen, zijt Gij gevlucht voor de vijand, hebt Gij de strijd geweigerd, was het uw wens niemand last te bezorgen of tegen te spreken. Uit heel uw Evangelie zou blijken dat het ons wil doen instemmen met de triomf van het onrecht en met het ondergaan van de dood... Als we ons vandaag ongerust maken, is dat omdat we het tijdperk binnengetreden zijn van de laatste strijd: Satan is losgelaten is om alle volkeren op aarde te verleiden, slechts een handvol christenen zal overblijven te midden van de algemene geloofsafval. Daarom doet het ons goed vandaag samen met de Kerk onszelf te versterken door verder te kijken dan onze horizonten, naar de Hemel, waar reeds het Koninkrijk van Christus is gevestigd en waar uiteindelijk voor altijd de Kerk zal triomferen, na het Laatste Oordeel. Onze heilige katholieke godsdienst, en hij alleen, beschikt over alle rijkdommen en energie in overvloed om onze wereld in verval te redden. De banden die we hebben met onze medemensen op aarde zijn slechts leefbaar als we verbonden zijn met de hemelse wezens die ons hun genade schenken. Onze CRC-moraal is helemaal doordrongen van mystiek leven. Enkele Farizeeën benaderen Jezus en vragen Hem, alsof ze van niets weten, of men aan de Romeinen belasting moet betalen. Het is een dodelijke valstrik, want als Jezus “neen” antwoordt, gaat Hij door voor een opstandeling en riskeert Hij gevangenis, ballingschap of de dood. Maar als Jezus zegt dat men belasting moet betalen, zal men zeggen dat hij een “collaborateur” is van de Romeinen en zal een groot deel van het joodse volk Hem als een verrader bestempelen. Gedurende heel mijn jeugd en een groot deel van mijn priesterleven heb ik me afgevraagd wat dat “ bruiloftskleed ” wel mocht zijn. Ik heb het niet gevonden. Soms zei ik dat het ging om het geloof, want zonder geloof kan men niet gered worden ; een andere keer zei ik dat het om de naastenliefde ging. Het is een zeer indringende vraag. En plots heb ik iets begrepen. Het Evangelie van deze zondag geeft antwoord op een kapitale vraag: wie heeft Jezus vermoord? In de historische werkelijkheid schuilt een mysterie: dat van het volk Gods, uitverkozen om de wegen van de Messias voor te bereiden en Hem te schenken aan de andere volkeren, maar dat, in plaats van boete te doen om zich waardig te tonen en door Hem gered te worden, Hem verworpen heeft. Laten we nagaan hoe dit mysterie van ongerechtigheid nog steeds actueel is. « Een man had twee zonen. Hij ging naar de eerste toe en zei: "Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard." “Goed vader", antwoordde deze, maar hij deed het niet. Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde. Deze antwoordde: "Neen, ik wil niet". Maar later kreeg hij spijt en ging toch. Wie van beide lijkt u de beste zoon?» We moeten deze parabel actualiseren. Wie van beide zonen zijn wij? Als we sinds de ochtend aan het werk zijn in de wijngaard, laat ons dan niet al de moeilijkheden die we gehad hebben in rekening brengen. Maar laten we veeleer vervuld zijn van vreugde en dankbaarheid wanneer we zien dat personen van wie we dachten dat ze verloren waren, zich plots openstellen voor de genade en samen met ons naar de Hemel gaan. Het Evangelie van de meedogenloze schuldeiser brengt ons een parabel die handelt over zo'n wezenlijk punt van ons moreel leven dat men kan zeggen dat het om het hoogtepunt van de evangelische naastenliefde gaat. We kunnen daar evenwel niet toe komen zonder te mediteren over de goedheid van Christus die ons vergeeft door de losprijs van zijn Bloed. De passage uit hoofdstuk 18 van het Evangelie van de H. Mattheüs wordt heel goed becommentarieerd door Sint-Augustinus. Ik wil jullie laten delen in de zeer rijke les van dit commentaar. Het dagelijks leven krioelt van voorbeelden die even zovele gelegenheden zijn om het onderricht van Christus, die ons aanspoort om te handelen met echte naastenliefde, in de praktijk te brengen. We hebben afgelopen zondag gezien hoe Jezus de H. Petrus aangesteld heeft tot hoofd van zijn Kerk. De paus is werkelijk de vertegenwoordiger van Jezus Christus op aarde. Dat was de sterke kant van de persoon van de H. Petrus. Maar in datzelfde hoofdstuk 16 van Mattheüs zien we ook zijn zwakke kant of zijn vernedering, wanneer hij weigert de zienswijze van zijn goddelijke Meester aan te nemen door slechts zijn eigen menselijke voorzichtigheid te willen horen. Alles wat de H. Petrus overkomen is in het Evangelie had een waarschuwende betekenis. Als de evangelisten, geïnspireerd door de H. Geest, ons de opmerkingen, woorden en reacties van Petrus hebben overgeleverd, dan is het juist opdat ze geldig zouden blijven als een eeuwig teken, opdat ze een les zouden blijven voor alle eeuwen en een waarschuwing voor alle pausen tot aan het einde van de wereld. Waarom heeft dit Evangelie me geraakt? Omdat we een voorspelling van Fatima aan het overwegen zijn die vreselijk is en die een muur optrekt tussen de katholieke gelovigen en het geheel van hen die afstevenen op de hel. Dat is absoluut nodig om de grens tussen de Kerk en de anti-Kerk terug te herstellen. Tussen Christus en Belial is geen communicatie mogelijk. In dit verhaal van de Kanaänitische vrouw zien we echter dat de grens niet hermetisch afgesloten is. Het Evangelie van de tot bedaren gebrachte storm is wonderlijk aangrijpend, zowel door zijn zeer menselijke eenvoud als door zijn goddelijke grootsheid. Het gaat om een onderricht dat nog altijd actueel is: Jezus toont ons wat we vandaag moeten doen wanneer we de vreselijke stormen van de Apocalyps het hoofd moeten bieden. Zich losmaken van de rest van het volk om het mystieke brood te ontvangen is een genade, een onderpand voor het eeuwig leven. Ook moeten we ons verheugen, bescheiden maar echt, te behoren tot dat kleine aantal dat het geloof bewaart terwijl iedereen het verliest. Waarom? Omdat dit ons het ware goed geeft, omdat Jezus een oneindig medelijden heeft te zien dat we gescheiden zijn van de menselijke goederen, erop bedacht om het geloof te behouden en helemaal open te staan voor zijn onderricht. De parabels die voor hen een licht moesten zijn, hebben de bewoners van Galilea verblind omdat hun ambities van louter stoffelijke aard waren. Jezus wilde hen verheffen tot een bovennatuurlijke visie, maar ze zijn Hem niet gevolgd. Het is dan dat Jezus de oevers van het meer van Tiberias verlaat terwijl Hij tegen die streek vreselijke vervloekingen uitspreekt. Op deze zondagen door het jaar laat de Kerk ons mediteren over de parabels waarmee Jezus zich, volgens de meest nauwkeurige chronologie, tot de Galileeërs richtte vanaf de herfst van 28 tot aan het einde van de winter van 29. Deze parabels zijn uiterst eenvoudig en ontroerend. Om het even wie, uit om het even welk land, wereldwijd, over alle eeuwen heen, kan ze begrijpen. Maar ze hebben ook een verschrikkelijke keerzijde. Op deze 15de zondag door het jaar geeft de Kerk ons de parabel van de zaaier ter overweging. Wat is een parabel? En waarom richt Jezus zich tot zijn toehoorders in de vorm van parabels? Laten we Jezus vragen om in ons hart het goede zaad te zaaien. En dragen we er zorg voor dat het honderdvoudig vrucht draagt, zodat we ooit tot de uitverkorenen gerekend mogen worden. Op deze 14de zondag door het jaar doet de Kerk ons mediteren over het gebed dat Jezus tot zijn hemelse Vader richt om Hem te bedanken zijn wijsheid geopenbaard te hebben, niet aan wijzen en geleerden, maar aan de allerkleinsten. Dat ontroerend gebed wordt gevolgd door een heel troostvolle belofte die ik voor jullie graag becommentarieer in het licht van de H. Augustinus, en die wonderwel aansluit bij het onderricht van de H. Teresia van het Kindje Jezus in haar Kleine Weg. Met ernstige woorden verwittigt Jezus zijn apostelen en leerlingen, zijn «kleine kudde», aan het einde van het tiende hoofdstuk van de H. Mattheüs, dat de Kerk ons laat overwegen op deze 13de zondag door het jaar. Jezus dringt krachtig en herhaaldelijk aan op het noodzakelijke, allereerste kenmerk van hen die zijn volgelingen willen zijn: «Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waardig.» Vandaag vieren we het feest van het H. Hart en het is goed dat de Kerk ons de diepte van Gods liefde voor ons onderricht. Het is een verlossende liefde en wat ik daarover te zeggen heb is des te belangrijker omdat het opzettelijk doodgezwegen en ontkend wordt door de Kerk van vandaag. Dat onderricht komt niet van mij, maar is vervat in de teksten van de liturgie van dit belangrijke feest. Op het feest van Sacramentsdag moet de Kerk via mijn mond een beroep doen op jullie verstand. Want het hart kan een God die het goed kent pas echt met liefde bezingen. Het volstaat niet te geloven in de reële Tegenwoordigheid van Jezus midden onder ons in het H. Sacrament van het altaar. Het is niet genoeg te geloven dat Jezus daar in het tabernakel is met zijn Lichaam en Bloed. Men moet ook begrijpen waarom Hij daar is, de betekenis vatten van deze zo buitengewone Tegenwoordigheid. God is drie Personen: de Vader, de Zoon en de H. Geest. Ze vormen een gemeenschap, een volmaakte liefdesband. De Vader, de Zoon en de H. Geest beminnen elkaar in de Hemel wederzijds met een onbegrensde liefde; die liefde bindt hen op onuitsprekelijke wijze aan elkaar, en alle drie vormen ze nog slechts Eén. En niet alleen betreft het een volmaakte Liefde, maar ook een eensgezindheid, dat wil zeggen eenzelfde volkomen wijsheid. Ze hebben slechts één gevoel, één Hart. Als we katholiek willen zijn en ten volle trouw aan de onderwijzende Kerk, dan zijn we vandaag vol vreugde. De liefde is in ons. Maar opgelet! Het voorwerp van deze liefde zal slechts Christus zijn en de gezondenen van Christus, zij die onze geestelijke vaders zijn in naam van Christus. Deze liefde heeft nog slechts Jezus Christus als voorwerp van aanbidding, trouw, dienstbaarheid, toewijding, gulhartigheid, geestdrift, vreugde en vrede. Op deze zesde zondag na Pasen laat de Kerk ons het veertiende hoofdstuk uit het Evangelie van Sint-Jan overwegen. Hierin belooft Jezus, alvorens ten Hemel te varen, aan zijn apostelen hen niet als wezen achter te laten, maar hen een andere verdediger te zenden : de Geest van Waarheid die hen zal helpen trouw te blijven aan zijn geboden. Wat kunnen wij zeggen over deze Geest van waarheid ? Hoe is de H. Geest werkzaam in onze zielen ? Op deze vijfde zondag na Pasen geeft de Kerk ons ter lezing de woorden van Jezus na het Laatste Avondmaal, zoals opgetekend door Sint-Jan. Het gaat over woorden vol angst uit de mond van Jezus, voorafgaand aan zijn Offer, zijn Lijden, maar ook om het onderricht dat Hij aan zijn apostelen gegeven heeft tijdens de laatste maaltijd die Hij met hen genomen heeft op de dag zelf van zijn Hemelvaart. Het Evangelie over de Goede Herder wordt in onze tijd werkelijk slecht behandeld. Men doet Jezus dingen zeggen die Hij niet gezegd heeft en men gaat voorbij aan wat het Evangelie ons wil leren. Jezus kondigt de Joden aan dat Hij zijn leven zal geven, niet enkel voor hen, maar voor alle volkeren. Dat is een grote nieuwigheid. De Joden wilden dat de Messias voor hen alleen zou zijn. Wanneer de Farizeeën zullen inzien dat Jezus aldus spreekt ten gunste van de heidenen, zullen ze verkiezen Hem te kruisigen in plaats van Hem te erkennen als Messias. Het Lijdensverhaal kennen we door de vier evangelisten, maar in het gebeuren van Emmaüs leren we hoe gewone mensen dat allemaal vernomen hebben. We ontdekken wat zich heeft afgespeeld in het bewustzijn van twee personen die heel eenvoudige leerlingen van Jezus waren. Wat hebben ze van Hem begrepen? Gedurende het openbaar leven van Jezus hebben mensen Hem gezien of horen spreken, maar hun ervaring is zeer beperkt. Nu is de tijd als het ware gestopt en maken ze de balans op. Sint-Jan heeft het Hart van Jezus horen kloppen om ons de geheimen ervan te kunnen meedelen. Wat dan te zeggen van Thomas, die het door wonden getekend maar verrezen Lichaam met zijn vingers aangeraakt heeft! Zijn uitroep kent aan Jezus een titel toe die nog nooit iemand Hem tevoren gegeven had: de uiting van een volledig geloof in de goddelijke natuur van Jezus, maar ook van een liefde die nooit meer zal doven in het hart van « hen die geloven zonder gezien te hebben». Wij katholieken weten dat de gebeurtenis van de Verrijzenis een wetenschappelijk feit is, een bewezen feit dat volstond om aan de apostelen het geloof te schenken nog voor Jezus hen verscheen. Het gebeuren is vandaag wetenschappelijk bewezen door de H. Lijkwade, die men kan analyseren en fotograferen. De Verrijzenis van Jezus is een historisch feit, een wetenschappelijke waarheid. Jezus werd in het graf gelegd nadat Hij gekruisigd was en zijn Hart doorboord. Hij is dus werkelijk gestorven en toch is Hij levend uit het graf gekomen. Op deze droevige dag van Goede Vrijdag is het belangrijk ons te realiseren dat het onmogelijk is te geloven in Jezus, Zoon van God, onze Verlosser, zonder ons diep te verbinden met zijn lijden. Vermits Hij geleden heeft en gestorven is voor ons, is het heel belangrijk dat we tot in het kleinste detail begaan zijn met zijn lijden en dood en dat we ons, door de gebeurtenis zelf, overstelpt voelen door een immens medelijden met deze Onschuldige die lijdt in onze plaats, met dit goddelijk wezen dat op aarde gekomen is om ons te redden door vreselijk lijden. p Witte Donderdag heeft Jezus afstand gedaan van de laatste glorie van zijn Majesteit. Hij heeft het werkschort van de dienaar aangetrokken en heeft vervolgens met zijn apostelen een liefdesmaal gehouden. Jezus was vol liefde voor hen omwille van de gevoelens die zijn Hart overstelpten. «Ik noem jullie mijn vrienden.» Het is de ultieme openbaring van zijn Hart, het Hart van de Zoon van God die mens geworden is alvorens de verschrikking van zijn Lijden te ondergaan. O Allerheiligste Hart van Jezus en Maria, op deze Palmzondag, aan de vooravond van de Goede Week, willen wij eer brengen aan de droeve mysteries van onze rozenkrans. We stellen ons daarbij open voor uw almachtige genade opdat we zouden delen in de gevoelens van uw zeer uniek Hart, dat zozeer heeft willen lijden voor onze redding. Op deze vijfde zondag van de Vasten geeft de Kerk ons de opwekking van Lazarus ter overweging. Sint-Jan getuigt van de kennis die Jezus heeft over de toekomst van de mensen na hun dood. Jezus van Nazareth, de Zoon van God, is op aarde gekomen om ons te redden. Hij is de enige mens die weet wat er na de dood is. In geen enkele godsdienst bestaat er iets gelijkaardigs. Jezus spreekt uit ervaring over het toekomstig leven waarvan Hij een volmaakte kennis bezit. Sinds onze kindertijd hebben we zo vaak Jezus mogen ontmoeten in het sacrament van zijn vergeving… Hij heeft ons zoveel keren genezen van onze verblinding en van zoveel andere ongeregeldheden… Denken we daaraan en laten we in de intimiteit van de communie voor Jezus dezelfde warme gevoelens koesteren als de blindgeborene van het Evangelie gehad heeft voor zijn Redder. De episode van de Samaritaanse vrouw is een prachtige bladzijde uit het Evangelie. We worden er tegelijkertijd door gecharmeerd en door onderricht. De Samaritanen, die symbool staan voor alle heidenen, verkondigen dat Jezus « de Redder van de wereld » is. In de Samaritaanse vrouw leren we van het onvolmaakte tot het volmaakte geloof te komen, dat het woord van Jezus aanvaardt en zijn goddelijk mysterie overweegt. Als we moedig in het voetspoor van Christus willen stappen, moeten we hem aanschouwen in zijn glorie om te beseffen welk geluk voor ons is weggelegd. Maar ook moeten we Jezus Christus tot ons horen zeggen : volg Mij elke dag door je kruis op te nemen en vereenzelvig je door je dood met mijn Offer om het eeuwig leven binnen te gaan. Op de eerste zondag van de Vasten doet de Kerk ons mediteren over de bekoring van Jezus in de woestijn. De duivel zal proberen om Hem aan het begin van zijn openbaar leven te verleiden, en daarna zal hij zich verwijderen en Hem voor een tijd gerust laten. In zijn doodsstrijd zal Jezus opnieuw bekoord worden en wel om zijn taak op te geven, af te zien van de redding van de mensheid. De bekoring van de Heer is het model van de beproevingen die de Kerk zal doormaken vanaf haar stichting op Pinksterdag tot aan de terugkeer van Christus. De gebeurtenissen die we meemaken, zijn lastig, maar Jezus zegt ons : « Vrees niet, doe zoals de vogels in de Hemel, de leliën op het veld, beoefen de deugden van uw natuur en God bekommert zich om de rest. » Wat ons eeuwig heil betreft, is het heel goed mogelijk dat de huidige geloofsafval nog erger wordt dan hij al is, en toch hebben we geen reden om te wanhopen : we zullen in de bovennatuurlijke middelen die de Kerk ons aanreikt altijd vinden wat voor ons noodzakelijk is, want over de rest ontfermt God zich. Het is een miskende waarheid : we zijn allen geroepen tot de volmaaktheid van de liefde vanaf dit leven op aarde. Men moet die ultieme vooruitgang, de enige die ons ten volle tot zonen van God kan maken, niet uitstellen tot het moment van de dood of tot de tijd van het vagevuur. Onze roeping bestaat er in reeds op aarde een dusdanige heiligheid te bereiken dat deze ons in rechte lijn doet overgaan van hier beneden naar de hemelse zaligheid in de schoot van God. Gedurende de voorbije zondagen hebben we gezien hoezeer Jezus bezorgd was om de armen en zieken te verlichten, de bezetenen te bevrijden, de zonden te vergeven, de mensen gelukkig te maken door hun ellendig lot te verbeteren. Maar dat alles is niet de grond van het Evangelie. Jezus is ons een andere boodschap komen brengen die de absolute nieuwigheid van het Evangelie vormt : deze van de Zaligsprekingen. Als er één apostel is van wie we in detail alle omzwervingen kennen, dan is het wel Sint-Paulus. Als er onder de kerken die hij gesticht heeft één is die gelijkt op die welke we vandaag ten prooi zien aan hoogmoed en immoraliteit, dan is het wel de Kerk van Korinthe. Laten we bekijken hoe de apostel van Christus zich in zeer mœilijke omstandigheden « licht van de wereld » en « zout van de aarde » getoond heeft. Jezus heeft medelijden met ons in ons lijden, maar toch verheugt Hij zich ook om verheven en mysterievolle redenen : « Zalig de armen, zalig zij die wenen, zalig zij de vervolging lijden vanwege de gerechtigheid... » Elk woord van de zaligsprekingen roept een wereld van lijden op en tegelijk een volmaakt geluk. Als Christus moest lijden om in zijn Glorie binnen te gaan, geloof dan dat het goed voor ons is te ervaren wat het betekent te lijden om samen met Hem binnen te gaan in het mysterie van de Liefde. We moeten enthousiast zijn bij de gedachte aan dit gelukkig, wonderlijk begin van het openbaar leven van Jezus. Hij heeft zijn macht ontplooid, niet om een leger tegen de Romeinen op de been te brengen, niet om in opstand te komen tegen de Farizeeën, maar om zich te ontfermen over de armen door ze allen te genezen, omdat Hij moest tonen dat Hij in staat was iedereen te genezen. Johannes de Doper, de Voorganger die zo groot geweest is, cijfert zich uit eigen beweging weg en stemt ermee in dat de mensen minder talrijk naar hem komen. En de mensen maken zich beetje bij beetje van hem los, laten hem in eenzaamheid achter om Jezus te volgen. De Doper is niettemin gelukkig, omdat hij weet dat het Evangelie gaat beginnen. De maatschappij van morgen zal een wonder zijn, honderdduizend keer mooier dan die van weleer. Dat is het wat God wil voor zijn Zoon en voor zijn H. Moeder : die uitbarsting van deugdzaamheid, van volmaaktheid, van beschaving, van schoonheid in elk opzicht. Ziedaar wat God wil voor zijn Zoon en waartoe we geroepen zijn, ieder in zijn eigen levensstaat. Dat is het hoopvol onderricht dat het feest van de Openbaring ons brengt. Vandaag, meer dan ooit tevoren, is het Onbevlekt Hart van Maria onze Ark van redding, onze Ark van Noah, onze toevlucht in de wereldwijde zondvloed van de geloofsafval. Al wie niet de devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria heeft, zal verdrinken en vergaan. Zij is de verplichte, universele Middelares, buiten wie er geen verbinding bestaat tussen Hemel en Aarde.De Heilige Familie: onze vreugde, onze kracht, ons model
De sublieme roeping van de voortdurende aanwezigheid
De H. Johannes de doper, ons bewonderenswaardig model
De dag van de Heer is nabij
Onze Advent beleven in gezelschap van de Onbevlekte Ontvangenis en van de H. Johannes de Doper
Belijdenis van trouw aan Christus Koning
Het begin van het einde
Leven in de vurige verwachting van de terugkomst van Christus
Het ware portret van Jezus
De Hemel is heel dichtbij ons
De naastenliefde volgens het onderricht van Abbé de Nantes
Politieke en godsdienstige wijsheid van Christus
De parabel van het bruiloftskleed
Moordzuchtige wijnbouwers, gisteren en vandaag
Verheug u ten dienste van Jezus te staan!
De parabel van de arbeiders van het laatste uur een uitnodiging om de goedheid van God na te volgen
Men moet zijn naaste vergeven…
Zijn naaste vermanen voor diens welzijn en hem vergeven
De vernedering van de H. Petrus
De waarschuwende betekenis van de roeping van de H. Petrus
Het Evangelie van de Kanaänitische vrouw en de Maagd van Fatima
De gestilde storm en de angst van Simon Petrus
De les die men moet trekken uit de vermenigvuldiging van de broden
De mislukking van de prediking van Jezus in Galilea
Jezus spreekt tot ons in parabels
De parabel van de zaaier
Afdalen en zichzelf vernederen is de enige manier om tot aanschouwing van God te komen
Het Evangelie is een kruis, maar samen met Jezus!
Het H. Hart van Jezus: een Hart verwond door liefde voor ons
Het Eucharistisch Hart van Jezus, tastbaar bewijs van Gods liefde voor ons
«Wees barmhartig zoals uw hemelse Vader barmhartig is»
Pinksteren: de H. Geest ter versterking van de Kerk
Hoe stort de H. Geest zijn gaven uit in onze ziel ?
Jezus, onze weg naar de Hemel
Jezus alleen is onze ware en goede herder
Het getuigenis van de leerlingen van Emmaüs
De verschijning van de verrezen Jezus aan zijn apostelen
De Verrijzenis is een historisch feit
Jezus heeft voor ons betaald
Jezus heeft ons nodig
De smarten van de H. Maagd Maria tijdens de passie van Jezus
Jezus is Meester over leven en dood
De genezing van de blindgeborene, openbaring van het Hart van Jezus
De Samaritaanse vrouw of het geloof van de nederigen
Jezus van gedaante veranderd
De bekoring van Jezus in de woestijn
« Zoek eerst het koninkrijk gods... »
Twee raadgevingen om volmaakt te worden
Een moraal van volmaaktheid
Sint-Paulus, licht van de wereld, zout van de aarde
De Zaligsprekingen, een uitnodiging tot de liefde
De tederheid van het Hart van Jezus
Het getuigenis van de H. Johannes de Doper
De Redder en bevrijder van de wereld
Het Onbevlekt Hart van Maria is onze toevlucht in de wereldwijde zondvloed van de oprukkende geloofsafval