30 APRIL 2017
Het getuigenis van de leerlingen van Emmaüs
« Juist die dag waren er twee leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en zestig stadiën van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen.»
Men heeft de plaats Emmaüs nooit teruggevonden. Ongelovigen maken hiervan gebruik om te zeggen dat dit verhaal verzonnen is. Men ziet hen, deze twee mannen die Jeruzalem verlaten en die plots ingehaald worden door een vreemdeling. Het was de verrezen Jezus, “maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen”. Tweede opwerping: hoe komt het dat deze leerlingen die Jezus goed kenden Hem niet herkennen? Dit zal ook het geval zijn met de apostelen en Maria Magdalena. Sint-Jan zegt dat hun ogen gesloten waren, dat ze verhinderd waren Hem te herkennen. Dat is mysterieus.
« Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?” Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kleopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: “Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?