13 APRIL 2017
Jezus heeft ons nodig
WANNEER Jezus in doodsangst verkeert, voelen we hoe ontroering zich van ons meester maakt en door medelijden bewogen volgen we zijn Lijden. Het Lijden van Jezus is voor Hem een gelegenheid om ons de volmaaktheid van zijn broederlijke liefde te tonen en voor ons is het een gelegenheid om de onze te tonen.
We zouden gemakkelijk in de verleiding kunnen komen te denken dat God niet geïnteresseerd is in ons die niets zijn, die als aardwormen zijn, terwijl Hij oneindig is. We zouden ook gemakkelijk in de verleiding kunnen komen ons hart te laten verkillen door een soort van stoïcisme tegenover God die we hoog verheven zien, zo hoog dat Hij ons niet meer opmerkt en dat de mens zichzelf als alleen en in de steek gelaten ervaart.
Om deze verleiding de kop in te drukken heeft God zijn Zoon gezonden die zich tot onze dienaar, onze slaaf, onze vriend heeft gemaakt. God is ons verschenen in de gedaante van deze achtervolgde, geslagen, eenzame mens die bidt dat men Hem niet in de steek laat en die ons nodig heeft. Jezus vraagt in Getsemane: «Waakt en bidt met Mij.»
Welk hart zou aan deze oproep van Jezus kunnen weerstaan, zou zodanig verhard kunnen zijn dat het deze oproep niet beantwoordt?
Laat ons hart vol erkenning zijn voor Jezus die gewild heeft dat Hij ons nodig heeft. Ja, we kunnen Jezus steeds troosten, want Hij herleeft op Witte Donderdag, tijdens de Mis en voortdurend in het tabernakel.
Jezus lijkt hard geweest te zijn voor zijn apostelen: Hij heeft ze aangevoerd, gestuurd. Hij is zoveel groter dan hen. Maar ook was Hij vol tederheid, medeleven, vriendschap voor hen.
Op Witte Donderdag heeft Jezus afstand gedaan van de laatste roem van zijn Majesteit. Hij heeft de werkschort van de dienaar aangetrokken en heeft dan een liefdesmaal gehouden waarbij de apostelen zich op gelijke voet met Hem bevonden. Ze begrepen niet wat er gebeurde, maar Jezus was vol liefde voor hen omwille van de gevoelens die zijn Hart overstelpten. «Ik noem jullie mijn vrienden.» Het is de ultieme openbaring van zijn Hart, het Hart van de Zoon van God die mens geworden is alvorens de verschrikking van zijn Lijden te ondergaan.
Laten we zeer intense, zeer vurige gevoelens hebben voor Jezus die ons in zijn doodsstrijd meer dan ooit roept. Hij smeekt ons de enige schat te geven die in ons bezit is: ons medelijden, onze troost, ons hart, onze liefde. Hij heeft hieraan menselijkerwijze nood. Dat is wonderlijk! Maar deze gave die Hij ons vraagt te schenken is ook onze eeuwige zaligheid.
Het is heel mooi op Witte Donderdag zijn oproep te beantwoorden door Hem te volgen tot aan het Kruis. Door het medelijden en medeleven van ons hart zullen we de eeuwige liefde van Jezus verdienen.
Laten we aan het Hart van de lijdende Jezus die ons ter hulp roept tijdens zijn Lijden al de liefde van ons hart geven.
Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 15 april 1976