22 JANUARI 2017
De tederheid van het Hart van Jezus
DE meditatie over de passage van het Evangelie die de Kerk ons laat lezen op deze zondag van de tijd door het jaar is verrukkelijk. Ze doet ons het prille begin van het openbaar leven van Jezus ontdekken. We zien de zachtheid, de vriendelijkheid van Jezus te midden van de menigte die vol verrukking naar Hem luistert en geniet van talloze genezingen.
De H. Mattheüs begint met de vermelding van de aanhouding van Johannes de Doper door Herodes. Wanneer Jezus dit verneemt, is Hij niet bang. Hij bevindt zich aan de grens ; Hij moet slechts de Jordaan oversteken om te ontsnappen aan Herodes, van wie de macht ophoudt waar Transjordanië begint.
« Toen Hij hoorde dat Johannes overgeleverd was, nam Hij de wijk naar Galilea. Met voorbijgaan van Nazaret vestigde Hij zich in Kafarnaüm bij het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali, opdat vervuld zou worden wat bij monde van de profeet Jesaja gezegd is : “ Land van Zebulon en land van Naftali, aan de weg naar zee, aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen ! Het volk dat in duisternis zit, heeft een groot licht gezien, en over hen die in het land en in de schaduw van de dood zitten, over hen is een licht opgegaan. ” »
Deze profetie van Jesaja, die dateert van 600 jaar voor de geboorte van Christus, kondigt de Messias aan die zal komen. We horen Hem met emotie aankondigen in de kerstnacht.
« Vanaf toen begon Jezus te verkondigen. Hij zei : “ Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij. ” »
Jezus herhaalt hetzelfde als Johannes de Doper : “ Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij. ” Hij begint met hem eer te bewijzen door zijn boodschap letterlijk te hernemen.
« Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij twee broers – Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas – het net uitwerpen in het meer ; want het waren vissers... »
« Jezus sprak hen aan : “ Komt achter Mij aan, en Ik zal u tot vissers van mensen maken. ” »
Deze uiterst eenvoudige woorden zijn ook die van een Meester die weet wat Hij met hen gaat doen, hoewel Hij hen nauwelijks kent. En Hij weet dat zijn werk zal slagen.
« Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. »
We kunnen ons niet in twee delen voor God. Als men weggaat, gaat men werkelijk weg ! We hadden het nodig te zien hoe de eerste door Jezus gekozen leerlingen Hem ogenblikkelijk volgden. Zijn oproep is dus een volledig succes.
« Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes... »
Het is ontroerend te zien hoe Jezus van de eerste keer doel treft ! Hij is de Meester. Stel u Jezus in deze eenvoud voor, diep in de woestijn van Judea, optrekkend naar Kafarnaüm langs de oevers van de Jordaan. Deze man is Almachtig : Hij weet alles, kan alles. Hij kiest zijn mensen, zijn eerste leerlingen – Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes – met veel liefde.
« ... Ze waren in de boot met hun vader Zebedeüs hun netten aan het klaren. Hij riep hen. Meteen lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem. »
Bedenk dat deze boot de boot van Petrus is ! En hun vader was daar...
« Hij trok rond in heel Galilea, terwijl Hij in hun synagogen onderricht gaf, de Blijde Boodschap van het Koninkrijk verkondigde en elke ziekte en elke kwaal onder het volk genas. »
Jezus lijkt de tussenpersoon tussen God en de mensen. Hij is gekomen om de nieuwe wetgever te zijn, Hij is dus niet onderworpen aan de Wet. Als Hij zich onderwerpt aan het doopsel van Johannes de Doper dan gebeurt dit omdat deze nieuwe instelling het Evangelie aankondigt. Met een complete vrijheid komt hij naar hun synagogen om de Blijde Boodschap van het Koninkrijk te verkondigen. Hij weet dat Hij beantwoordt aan de verwachting van de Essenen en alle goed menende mensen van Galilea. Er is in Hem niet de minste schaduw van aarzeling of angst te bespeuren. Hij kondigt de Blijde Boodschap met vastberadenheid aan.
Jezus, die gisteren nog een onbekende was, heeft medelijden met elke ziekte, met elk zwak menselijk wezen, en Hij staat zeer snel bekend als degene die de zieken geneest, de krankzinnigen bevrijdt, de bezetenen, de lammen... En de menigte bezingt zijn glorie.
We moeten enthousiast zijn bij de gedachte aan dit gelukkig, wonderlijk begin van het openbaar leven van Jezus. Hij heeft zijn macht ontplooid, niet om een leger tegen de Romeinen op te richten, niet om in opstand te komen tegen de Farizeeën, maar om zich te ontfermen over de armen door ze allen te genezen, omdat Hij moest tonen dat Hij in staat was iedereen te genezen. Hoe wonderlijk is het te denken aan de verrukking van die grote mensenmassa’s die genoten van de lieftallige Aanwezigheid van onze goddelijke Verlosser !
Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit een retraite over
« Tendresse et dévotion divine, eucharistique et mariale »