2018
Tijdens de Advent geeft de H. Johannes de Doper ons een voorbeeld dat we met onze beperkte mogelijkheden kunnen bewonderen en navolgen. Hij spoort ons aan om ons af te keren van de drukte van de wereld. Als we ons inzetten om God te beminnen met een minder verdeeld hart, zullen ook wij, zoals de Doper, een licht ontvangen dat ons verstand zal verlichten en ons hart zal raken. Het feest van 8 december nodigt ons uit om een nieuw liturgisch jaar te beginnen aan de voeten van de Allerheiligste Maagd, in de schittering van haar volmaaktheden en van haar onsterfelijke hemelse heerlijkheid. O Moeder van Barmhartigheid, onderricht ons in uw nederigheid, neem ons op in uw liefde opdat wij, opgetild door uw moederlijke armen, toegang zouden kunnen hebben tot de goddelijke glorie! Laten we tijdens deze Advent bidden opdat, door de macht van de Maagd Maria, de Vorst van deze wereld overwonnen zou worden en Christus zou heersen. Binnen de CRC hebben we alles om die toekomst te kunnen bereiken. We moeten het onweer doorstaan en werken aan de bekering van de volkeren. Bidden we het Onze Vader opdat Christus en de Maagd Maria zouden heersen over heel de mensheid. Het is duidelijk dat we in de tijd van de Antichrist beland zijn, in de tijd waarin de mens zich op onvoorstelbare wijze verheven heeft in zijn hoogmoed. En omdat hij zich tegen God heeft gekeerd, straft God hem door de hand van zijn eigen ongerechtigheden: catastrofes, rampspoed, oorlogen en revoluties. Maar het Hart van Jezus bereidt zijn overwinning voor! Jezus is aan het einde gekomen van zijn twistgesprekken. Hij is de Mensenzoon over wie gesproken is, Hij heeft geen andere Vader dan God aan wiens rechterzijde Hij zich zal neerzetten. Vandaag zien we hoe zijn woorden, die de kosmische catastrofes van het einde der tijden aankondigen, ons voeren naar een sublieme Wijsheid die niet van menselijke oorsprong is. Jezus heeft het einde bereikt van zijn twistgesprekken met de Schriftgeleerden, de Farizeeën en de hogepriesters. Vandaag zullen we zien hoe Hij, tot grote vreugde van het gewone volk, «de armen van Israël», de hypocrisie ontmaskert van die "elite" die zo misprijzend neerkijkt op de eenvoudige mensen. Hen die de Vader mij gegeven heeft, kan en wil ik niet gewoon in woorden beminnen, maar in geest en waarheid. Naar uw gelijkenis en door uw genade, o gekruisigde Jezus, zal ik hen liefhebben door me te heiligen met U en zoals U, in de waarheid van de dagelijkse opoffering en in het laatste uur door het kruis. Op deze 30ste zondag door het jaar laat de Kerk ons mediteren over een passage uit de Brief aan de Hebreeën. Het thema van deze brief is een lofrede over Christus als Hogepriester en over zijn kruisoffer als het volmaakte, nieuwe en eeuwige offer. Meer dan ooit tevoren is het drama van de Calvarieberg actueel in onze tijden van geloofsafval. Na de eerste aankondiging van het Lijden hebben wij gezien hoe Petrus zich tegen Jezus had verzet en hoopte op een puur tijdelijk geluk. Na de tweede aankondiging twistten de apostelen wie de grootste onder hen zou zijn. Nu, na de derde aankondiging van zijn Lijden en de vernederingen die Hij zal kennen, zien we dat de apostelen nog steeds niet genezen zijn van hun ambitie. Jezus gaat stapsgewijs voort met de morele vorming van zijn apostelen. Na gepredikt te hebben tegen de hoogmoed en de zucht naar macht, na de heiligheid van het monogaam huwelijk te hebben verheerlijkt en de mensen teruggebracht te hebben tot de zuiverheid van het oorspronkelijk plan van God, wil Jezus hen op hun hoede doen zijn voor de materiële goederen van deze wereld: het geld vormt een hinderpaal voor zijn wil hen te redden. We zijn beland bij een moment van openheid over de eisen van het Koninkrijk: Jezus vraagt als kinderen te zijn, geen aanstoot te geven aan zijn naaste, altijd de deugd te bewaren – ook al gaat dit ten koste van het eigen oog, hand of voet. Zeer pijnlijke onthechtingen van de menselijke natuur zijn vereist om gered te worden, zoals in verband met de vraag zijn vrouw weg te sturen of te behouden. Jezus houdt zoveel van de kinderen, de arme mensen, de zielen van goede wil dat Hij het verschrikkelijk vindt hoe de ene mens de andere domineert om hem zijn redding moeilijk te maken en hem mee te sleuren in de eeuwige verwerping. Voor zo iemand zou het beter zijn hem onmiddellijk met een molensteen om de hals in zee te werpen. Beseffen we dat de woede van Jezus slechts de keerzijde is van zijn goddelijke Liefde. We hebben vorige zondag gezien hoe Jezus aan Petrus, die zijn geloof in Hem beleed, zijn kruisiging aankondigde en vervolgens aan zijn leerlingen vroeg steeds het Kruis in gedachte te hebben. Vandaag wil Hij de geest van een kind bijbrengen aan zijn apostelen die in een keurslijf zitten, die opgesloten zijn in de hoogmoed van de mens die denkt dat God voor hem slechts de verheffing kan willen. Heel het Evangelie ligt vervat in hoofdstuk 8 van Sint-Marcus. De grote openbaring wordt in gang gezet wanneer Petrus belijdt dat Jezus de Messias is. Het is de roeping van de christen te sterven om te leven, te sterven als martelaar en leerling van Jezus. Maar «wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het redden.» Op deze 23ste zondag door het jaar geeft de Kerk ons het verbazingwekkende mirakel van de genezing van een doofstomme ter overweging. Beelden we ons in wat er in het hart van deze gehandicapte omgaat! Maar letten we er tegelijkertijd op hoe Jezus, die het Rijk Gods aan de hele wereld aan het prediken is, vervuld is van medeleven en bekommernis. De Kerk biedt ons ter meditatie een uittreksel aan uit hoofdstuk 7 van het Evangelie van de H. Marcus. Hierin toont Jezus zich een zeer vurige verdediger van het volk tegen de valse gezagsdragers in Jeruzalem. De taak van Jezus in Galilea eindigt dus met een vreselijke botsing tussen Hem en de Farizeeën. We zullen zien hoe onze Goede Herder van de gelegenheid gebruik maakt om ons een zeer heldere kijk te geven op de tegenstelling tussen de twee godsdiensten: die van de Farizeeën en de zijne, die een voortzetting is van die van Mozes. We besluiten de meditatie over het Brood des levens. We zullen zien hoe deze overrompelende openbaring van Jezus over het sacrament van de Eucharistie dat ons het eeuwig leven schenkt, een openbaring die de Joden niet begrepen, past bij de grote waarheden over ons katholiek geloof waarvan we de trouwe getuigen willen zijn in onze tijd van geloofsafval. Het mysterie van de H. Eucharistie is het hoogtepunt van het mysterie van de Menswording. Jezus is gekomen als onze vriend en onze meester, om een antwoord te geven op onze verwachting naar een tastbare goddelijke aanwezigheid. Hij is op het Kruis verheven om de bloedige tekenen van ons heil te tonen en om zijn verscheurd lichaam, zijn vergoten bloed, te verrijken met de onbegrensde genade van onze verlossing. Op deze dag van het feest van de Tenhemelopneming van de Maagd Maria zou ik jullie uitleg willen geven over een waarheid die jammer genoeg miskend wordt door de christenen van onze tijd. Men mag niet geloven dat sinds de Verrijzenis van Jezus tot aan het einde van de wereld de heiligen in de hemel onbeweeglijk blijven, dat ze de aardse dingen vergeten zijn en zich in hun eeuwigheid genesteld hebben, versteend in de aanschouwing van een roerloze God. De woorden van de toespraak over het Brood des levens, waarvan we de meditatie verderzetten, openbaren ons dat Jezus het leven en het licht van de mensen is. Hij is het die door zijn persoon, zijn woorden, zijn onderricht ons de mogelijkheid geeft niet te sterven in de woestijn van de aarde, maar te verrijzen en onthaald te worden in de eeuwige tabernakels. De Kerk laat ons in deze augustusmaand mediteren over het 6de hoofdstuk van Sint-Jan, dat getrouw de woorden van Jezus weergeeft over het Brood des levens, aankondiging van het sacrament van de Eucharistie. Die toespraak te Kafarnaüm is absoluut beslissend, het is een essentieel element van het Evangelie. Laten we verheugd zijn tot het kleine getal te behoren dat het geloof bewaart, terwijl alle anderen het verliezen, want Jezus heeft een oneindig medelijden met ons. Laten we de moed hebben om te verkondigen waaruit de echte weg naar het eeuwig leven bestaat: de stad van de mensen verlaten en Jezus volgen om zijn geestelijk voedsel te ontvangen, onderpand voor het eeuwig leven. Ik ben vaak door medelijden bewogen voor sommigen van jullie die een heel zware last te dragen hebben. Ik ben bedroefd en terzelfdertijd bewonder ik in stilte dat dit de beschikking is van de Vader van alle goeds. Ik heb zin om jullie de uitnodiging van Jezus aan zijn apostelen te herhalen: «Komt nu eens zelf mee naar een rustige en eenzame plaats en rust daar wat uit.» Sinds het begin van het liturgisch jaar mediteren we over het Evangelie van de H. Marcus. Wat kunnen we besluiten uit de eerste hoofdstukken ervan? Dat het Jezus lastig valt zich te doen begrijpen, zich te doen kennen… Bekijken we nu wat Sint-Paulus ons zegt over de identiteit van Christus, die Hij hem zelf geopenbaard heeft op de weg naar Damascus. In een tijd als de onze, waarin tal van rechtvaardigen onder vervolging lijden in naam van de Gerechtigheid en de Waarheid, is het goed zich voor te stellen dat de armoede en de geringheid van de H. Familie reeds deel uitmaakten van de vervolgingen in de wereld hier beneden. Zij zullen noodzakelijkerwijze gevolgd worden door een honderdvoud aan vreugde, beloofd aan hen die alles opgegeven hebben om Jezus te volgen. De Kerk geeft ons vandaag het mirakel van de opwekking van het dochtertje van Jaïrus ter overweging. De H. Marcus vertelt ons deze scène in zijn Evangelie met een aangrijpend realisme. We zullen zien in welke mate dit verhaal een voorafbeelding is van de wederopstanding van de Kerk. Het verhaal over de gestilde storm dat de Kerk ons ter overweging aanbiedt op deze 12de zondag door het jaar is bijzonder stichtend. Het leert ons wat we vandaag moeten doen tijdens de stormen van de Apocalyps die we moeten trotseren. Daarom moeten we deze parabel, die tegelijkertijd een mirakel en een van de meest actuele onderrichtingen is, met grote belangstelling lezen. De Kerk biedt ons op deze 11de zondag door het jaar twee kleine parabels van Jezus ter overweging. De parabels bevatten een wonderlijk rijk onderricht en we zullen zien in welke mate zij het beeld oproepen van het geestelijk rijk dat Jezus instelt en van het mysterie van de toekomstige Kerk. We moeten ons geborgen voelen in het Hart van Jezus. Mocht Hij ons eeuwig troosten, bij elke gelegenheid; om te beginnen in ons privé-leven, onze kleine persoonlijke beproevingen, maar ook in de grote beproevingen van ons land en van de Kerk. We mogen ons niet meer laten overdonderen zoals de heidenen die zonder hoop leven, maar moeten onze sterkte vinden in het H. Hart van Jezus. Sinds 2000 jaar houdt de Kerk stand door de Mis. De Kerk heeft heel die tijd geleefd van de Eucharistie en heeft heiligheid voortgebracht, een prachtige beschaving, schitterende kunstwerken, deugden, naastenliefde. Als we de Eucharistie ontvangen, zijn we zeker dat we met geheel ons wezen Jezus ontvangen. Het is een bezoek van Jezus aan onze arme zielen met zijn verrezen, verheerlijkt lichaam in de Hostie. Ik wil vandaag uw H. Drie-eenheid, bron van elke liefde, elke onbaatzuchtigheid, elke gemeenschap aanbidden. Neen, U bent geen eenzame God die zich tevreden stelt met zichzelf te beminnen en niets buiten Hem. U bent niet die abstracte God die de menselijke rede fabriceert en die de mensen ofwel slechts een naamloze angst inboezemt, ofwel de hoogmoed om op Hem te willen gelijken door een totale onafhankelijkheid. Hoe goed is het om op dit feest van Pinksteren, waarop we de vruchten van uw Lijden, van uw Verrijzenis en van uw Hemelvaart plukken, o Jezus, hoe goed is het, hoe waar is het, hoe schoon is het om te werken aan Uw rijk op aarde door de kracht van de Heilige Geest in de Rooms-katholieke Kerk! Ik heb er nood aan te geloven dat Jezus in de Hemel is met de Maagd Maria en met alle dierbaren die ik gekend heb en die heilig gestorven zijn. Al die mensen leven daarboven en wij gaan hen vervoegen. Als iemand daarover twijfels heeft, dan moet hij beseffen dat die twijfels van de duivel komen en ons naar de hel kunnen voeren. Laten we dus trouw zijn aan wat de Kerk ons steeds onderricht heeft. Vandaag vraagt de Kerk ons te mediteren over het gebod van Jezus vlak voor zijn Hemelvaart: «Hebt elkaar lief zoals Ik u heb liefgehad.» In een tijd waarin de naastenliefde bij een groot aantal mensen verkild is, is het goed terug te komen op het traditioneel onderricht van de Kerk over de naastenliefde. Abbé de Nantes, als trouwe leerling van Sint-Jan van het Kruis, leert ons de kenmerken van een ware, bovennatuurlijke naastenliefde en ontmaskert het romantisme dat er de vergiftigde karikatuur van is. Op de 5de zondag na Pasen laat de Kerk ons mediteren over de parabel van de wijnstok, die van een onuitputtelijke rijkdom is. Jezus had de onbuigzame Farizeeën er al mee bedreigd dat ze afgesneden zouden worden van het Koninkrijk Gods. In deze parabel van de wijnstok wil Hij aan zijn leerlingen de vaste zekerheid geven dat ze door hun trouw reeds het eeuwig leven zijn binnengetreden. We moeten meer dan ooit bidden voor goede herders. We moeten beseffen dat we bemind worden door de Zoon van God, die niet alleen gekomen is om ons te redden op het Kruis, maar ook om ons dag na dag te leiden tot aan de voleinding der tijden. Laten we gehoorzaam en trouw zijn, laten we goede leerlingen zijn en dan zullen we mét Hem het eeuwig leven binnengaan. We leven in een tijd waarin het lastig is om als goede christenen te leven. We hebben heel wat beproevingen te doorstaan, zowel materiële als morele. Maar als we trouw blijven aan Jezus dan zullen we vooruit gaan terwijl we ons kruis dragen en zal onze hoop op een glorievolle verrijzenis des te groter zijn. Mijn God, ik stel mij in uw tegenwoordigheid door me uw Heilig Gelaat voor de geest te roepen met gevoelens van aanbidding, geloof, eerbied en liefde, maar ook met dankbaarheid en vreugde. Het is onmogelijk dat zo'n groot mirakel, zo'n groot mysterie aan onze tijd gegeven zou zijn zonder dat dit beantwoordt aan grootse plannen van barmhartige liefde voor de wereld. We moeten goed beseffen dat we, door onze doopbeloften te vernieuwen, een buitengewoon belangrijke daad stellen waardoor we het eeuwig leven zullen waard zijn, want hij die gelooft en gedoopt is, zal gered worden, terwijl hij die niet gelooft of niet meer gelooft, zal veroordeeld worden. We zetten op dit ogenblik ons eeuwig leven op het spel. O Woord, o Christus, wat zijt Gij schoon, wat zijt Gij groot! Neen, Gij zijt geen lafaard en evenmin een zachtzinnige dromer. Gij zijt niet een van die demagogen, verleiders van het volk en hovelingen van de gevestigde Macht. Gij behoort niet tot het ras van de oplichters. Integendeel, Gij hebt al uw vijanden getrotseerd. O mijn Jezus, aanwezig in dit heilig tabernakel, wij willen een uur bij U verblijven, zoals Gij gevraagd hebt, op het moment dat de Kerk uw doodsstrijd herdenkt in de Hof van Olijven. Laten we ons in voorbereiding op de Goede Week hechten aan Jezus. Hij is de Weg, de Waarheid, het Leven, ons uniek model. We moeten Hem van nabij volgen en in de liturgie de marteling van het Kruis en zijn doodsstrijd mee beleven: zo kunnen we op een dag, als God het ons vraagt, binnentreden in de ware en lichamelijke navolging van zijn Lijden om zo met Hem te zijn in de Verrijzenis. Als wij geen boete doen, dat wil zeggen als we ons niet bekeren, dan zullen we allen vergaan. Als we niet opkijken naar de gekruisigde Jezus, als we ons laten vangen door de bekoringen van de wereld, zullen we allen vergaan. De grote apostasie betekent dat de hel haar muil openspert om massa’s mensen op te slokken. Als we zeggen dat God toch zo goed is en iedereen redt, misleiden we onszelf. Wanneer Jezus optrekt naar Jeruzalem zal hij geconfronteerd worden met een verbond van Farizeeën en Sadduceeën, die als gemeenschappelijk kenmerk de liefde voor het geld hebben en de leugen, de hypocrisie, om het volk van Israël te overheersen en het in hun macht te houden. Zij zullen met Jezus een strijd op leven en dood beginnen. Heel dit tafereel bevat veel lessen om ons te helpen onze Vasten verder te zetten. Als we moedig in het voetspoor van Christus willen lopen, moeten we Hem beschouwen in zijn heerlijkheid om te beseffen welk geluk ons is voorbereid. Maar we moeten ook luisteren naar Hem als Hij ons vraagt Hem dagelijks te volgen door ons kruis te dragen. Het begin van de prediking van Jezus in Galilea houdt voor ons een duidelijke waarschuwing in. Op deze eerste zondag van de Vasten mag men niet zeggen: ik ga luisteren naar wat Jezus zegt en ik zal me op weg begeven als Jezus beantwoordt aan mijn verwachtingen. Ikzelf moet om te beginnen veranderen, ik ben het die me moet bekeren door berouw te hebben over mijn zonden en ze te biechten. Op deze zesde zondag door het jaar laat de Kerk ons nadenken over een uittreksel uit het Evangelie van de H. Marcus, dat ons Jezus leert kennen en ons het medeleven toont van zijn goddelijk Hart met de menselijke ellende, uitgebeeld door een melaatse. Vandaag moeten we ons doordrongen weten van nederigheid. Laten we aanvaarden zondaars te zijn; erkennen we dat door te beseffen dat de twee geofferde duifjes in de vuurpoel aan het opbranden zijn voor ons. De H. Maagd Maria en Jezus die naar dit schouwspel kijken, aanvaarden hun offer voor onze Verlossing. Om die reden ontsteken we terecht kaarsen, want het is onze zaligheid die vandaag begint. Op deze derde zondag door het jaar laat de Kerk ons mediteren over een korte passage uit het Evangelie van de H. Marcus die gaat over de Eerste evangelisatie door Jezus. We zouden kunnen zeggen dat we de blijde mysteries van het herderlijk ambt van de goddelijke Meester in Galilea meemaken. Het spreekt voor zich dat, wanneer men een schitterende relatie van leerling tot meester kan beleven, men gemakkelijker vooruitgaat in de deugd en het geloof. Zalig zijn wij als we een meester hebben, een man van God, een man van de Kerk van wie we houden om ons leiding te geven in het leven: alles zal ons aangenamer en eenvoudiger lijken. In de Bijbel is de duif een zeer poëtisch symbool van zachtheid, zuiverheid, vrede, maar ook van vurige liefde. Laten we stilstaan bij de intieme gelijkenis tussen de Duif van de H. Geest op de dag van het doopsel van Jezus en de H. Maagd Maria. Laten we ons verheugen! De Epifanie van weleer, de openbaring van Christus aan de Drie Wijzen, is een voorafbeelding van de komende Epifanie, dat wil zeggen de openbaring in glorie en macht van onze Koning en onze Koningin, van Jezus en Maria, aan alle volkeren, in een nabije toekomst die de afsluiting zal zijn van onze geschiedenis.De volmaakte vreugde van de H. Johannes de Doper
De Maagd Maria: Onbevlekt en een en al barmhartigheid
Meditatie over het onze Vader
«Ik zal heersen ondanks mijn vijanden»
De voorspelling van Jezus over het einde der tijden
Jezus predikt tot het volk van Jeruzalem
Zie dit Hart dat zoveel van de mensen heeft gehouden
Onze opoffering verenigen met het Offer van Jezus
De vraag van de zonen van Zebedeüs
De rijke jongeling
De onverbreekbaarheid van het huwelijk
De liefde van het Hart van Jezus
De vorming van de apostelen naar de geest van een kind
De geloofsbelijdenis van Petrus te Caesarea en de aankondiging van het Kruis
Het Hart van de medelijdende Jezus
Controverse over de overlevering van de voorvaderen
De drie gouden nagels
Jezus, mens geworden Zoon van God en Eucharistie
In de Hemel spreken de heiligen en de Maagd Maria voor ons ten beste
De toespraak over het Brood des levens (II)
De uiteenzetting over het Brood des levens (I)
De les die men moet trekken uit de broodvermenigvuldiging
De beproevingen en het lijden: bewijzen van trouw en liefde
Wie is toch Jezus van Nazareth? Het antwoord van Sint-Paulus
Het leven van de Heilige Familie in Nazareth
De opwekking van het dochtertje van Jaïrus, voorafbeelding van de wederopstanding van de Kerk
Het mirakel van de gestilde storm is voor ons een parabel voor onze apocalyptische tijden
De aankondiging van het rijk Gods in parabels
Hoe moeten wij het H. Hart van Jezus beschouwen?
Elke communie is een bezoek van Jezus aan mijn ziel
Onze roeping tot de liefde
Onze Falanx van de Onbevlekte heeft de H. Geest nodig
Jezus is ten Hemel opgevaren met zijn Lichaam
Zuiverheid en fijngevoeligheid van de ware naastenliefde
De parabel van de wijnstok
De drie functies van de Goede Herder
De ware boodschap van de Verrezen Jezus aan zijn leerlingen en apostelen
Het Evangelie van het H. Aanschijn
De hernieuwing van onze doopbeloften tegen het modernisme
Jezus, held van de waarheid, allerzuiverste slachtoffer van Golgotha
Trouw zijn aan Jezus in zijn doodsstrijd om voor eeuwig met Hem te zijn in de Hemel
Jezus, ons uniek model
De aanschouwing van de gekruisigde Jezus
Jezus en de handlangers van de duivel
De Gedaanteverandering van Jezus en ons dagelijks kruis
De beproeving van Jezus in de woestijn
Genezing en zuivering van een melaatse
Het offer van de twee duifjes
De blijde mysteries van het rijk van Jezus in Galilea
De vreugde van leerling te zijn
De Heilige Duif: «ik hou van u, Maria!»
Het feest van driekoningen kondigt de komende triomf van Christus-Koning aan