25 FEBRUARI 2017
De Gedaanteverandering
van Jezus en ons dagelijks kruis
2 Zes dagen later
Waarom “zes dagen later”? Ik denk dat dit een verwijzing is naar de Exodus en naar de dubbele verschijning van Jahweh aan Mozes op de berg Sinaï. Tenzij het een chronologische verwijzing betreft. “Zes dagen later”, dat is geen volle week, maar de Transfiguratie gebeurt op de zevende dag. Een nieuwe schepping zal ontstaan: de ganse geschiedenis van de wereld, en de zevende dag zal die van de grote rust zijn, van de verschijning van het Koninkrijk Gods in al zijn macht. Dat is wat volgens mij deze zes dagen betekenen, maar misschien zijn ze zoals de H. Marcus ze bedoelt niet symbolisch. Het is een van de zeldzame keren waarbij we in het Evangelie van Marcus zo'n nauwkeurige datum aantreffen, dat verdient onze aandacht.
nam Jezus Petrus, Jacobus en Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij geheel alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: 3 zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen volder ter wereld maken kan.
Het is een stoffelijke vergelijking, het is die van een man uit het volk en ze wil wijzen op de stoffelijke aard van de gebeurtenis. Bij de verschijningen te Lourdes en Fatima ziet men hoe de kinderen soortgelijke vergelijkingen maken en omdat de vergelijking werkelijk ontleend is aan het dagelijks leven, voelt men dat ze een heel reële ervaring die ze hebben meegemaakt vergelijken met hun ervaring in het dagelijks leven. Op die wijze gaat men tewerk als men een werkelijk beleefde gebeurtenis verhaalt.
4 Elias verscheen hun samen met Mozes en zij onderhielden zich met Jezus.
Waarover? De H. Marcus zegt het ons niet. We blijven zitten met een raadsel dat Sint-Lucas later zal ophelderen, maar we spreken er nu niet over.
5 Petrus nam het woord en zei tot Jezus: «Rabbi, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elias.»
Dat «het is goed dat wij hier zijn» is in het algemeen slecht geïnterpreteerd geweest. Dat wil niet zeggen: «We hebben geluk hier te zijn. We gaan drie tenten optrekken om dit lang te laten duren!» Men hoort als het ware de baas van een kleine onderneming aan het woord die de gewoonte heeft te werken. Hij wil zeggen: «Rabbi, het komt goed uit dat Gij ons met U meegenomen hebt; we zullen drie tenten optrekken! We hebben daar verstand van!» Dat is wat in het Grieks bedoeld wordt.
6 Hij wist niet goed wat hij zei, want ze waren vervuld van angst.
Wat die angst in tegenwoordigheid van deze glorie betreft, verwijs ik naar het boek Exodus: het is de wolk van licht, het is God. Het is Jezus die zich openbaart als bron van licht, het is de goddelijke glorie die van Hem zelf uitstraalt, die doorheen zijn klederen gaat en die henzelf verlicht. Hij wordt niet verlicht door een uitwendige bron van licht, Hij zelf is de bron van het licht.
Een wolk kwam hen overschaduwen.
De exegeten beschouwen dit als het teken van de aanwezigheid van God de Vader, de God van het Oude Testament. Dat is juist, maar naar mijn mening moet iets anders verduidelijkt worden. « Die hen overschaduwde»: die wie overschaduwde? De apostelen. En wat men dus moet zien is Jezus in al zijn heerlijkheid en daar tegenover de apostelen. Jezus, Elias en Mozes zijn daadwerkelijk aanwezig op de berg Tabor; de apostelen staan aan hun voeten, ze durven niet kijken. Een wolk daalt neer over de apostelen en overschaduwt hen zoals de Maagd Maria overschaduwd werd door de H. Geest bij haar maagdelijke ontvangenis. Volgens mij gaat het hier om de verpersoonlijking van de H. Geest en is die lichtgevende wolk een ander symbool analoog aan dat van de duif bij het doopsel van Jezus. «En uit die wolk klonk een stem»: dat duidt op de stem van de Vader:
Uit die wolk klonk een stem: «DIT IS MIJN ZOON, DE WELBEMINDE, LUISTERT NAAR HEM.»
Jullie herinneren zich de woorden bij het Doopsel: «Dit is mijn welbeminde Zoon in wie ik al mijn behagen heb gesteld». Maar nu zijn de woorden veranderd en doen ze ons vermoeden waarover Jezus sprak met Mozes en Elias. We bevinden ons in de context van die vreselijke aankondiging van het Lijden van Christus. En de H. Petrus heeft zich hiertegen verzet en Jezus moest hem het zwijgen opleggen. Er wordt echter niet gezegd dat de H. Petrus tot betere gedachten is gekomen.
Na zes dagen staan ze nog steeds versteld. Ze hebben het nog steeds niet begrepen. En nu praat Jezus met Mozes en Elias. Waarover praten ze? Het is evident dat Jezus met Mozes en Elias spreekt over zijn zending; dat wil zeggen dat Hij herhaalt wat Hij aan de apostelen zei, en Mozes en Elias gaan akkoord. En dus gaat dit gesprek over de belangrijke zaak die aanstootgevend is voor Petrus en de apostelen, maar God zegt: « Dit is mijn welbeminde Zoon, luistert naar Hem.» Het «luistert naar Hem» is dus de stem van God die de stem van de profeten van het Oude Testament bevestigt en de drie toekomstige zuilen van de Kerk dwingt toe te geven dat Jezus gevangenis en dood moet ondergaan om daarna te verrijzen.
Dierbaren, men kan geenszins met zo weinig woorden het lot van de wereld beslechten en het grote mysterie van het Evangelie openbaren.
8 Toen ze rondkeken, zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus.
Alleen met hen! Breng dat « Jezus alleen met hen» in verband met de woorden die het bevel zijn van God in deze ongeziene theofanie: «Luistert naar Hem!» Welnu, daar is Hij dan alleen. Hij kan enkel maar herhalen wat Hij hen gezegd heeft. Nu rest hen nog maar één ding te doen: Hem volgen. Het is het Woord van God, het is het woord van Mozes, de grote wetgever van Israël, het is het woord van de grote profeet Elias. Wat willen jullie nog meer? Jullie moeten Hem alleen nog maar volgen! Maar omdat Jezus zich geopenbaard heeft in de Hem eigen heerlijkheid, in die heerlijkheid van de goddelijke wolk, en begeleid door de stem van zijn Vader, toont Hij tegelijkertijd aan zijn apostelen zijn goddelijkheid, zijn door niemand te evenaren heerlijkheid. En zo geeft hen dit moed en ze beseffen nu dat, wat er ook zal gebeuren, inbegrepen de mislukkingen tot aan zijn dood, Jezus zal verrijzen, terug zal opstaan, zich zal oprichten en zal binnengaan in de heerlijkheid. En dus zal hun honger naar glorie en overwinning te gepasten tijde verzadigd worden.
9 Onder het afdalen van de berg verbood Jezus hun aan iemand te vertellen wat ze gezien hadden, voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan.
We merken dus dat de profetische voorspellingen van Jezus volkomen duidelijk zijn. Nu gaat alles zich voltrekken zoals Jezus het heel expliciet heeft onderricht. En dus zegt Hij hen: « Houd dit voor u, mocht het u versterken! Maar blijf trouw en als ik opgestaan zal zijn uit de doden, dan kunt gij het aan de anderen vertellen.»
10 Zij hielden het inderdaad voor zich, al vroegen zij zich onder elkaar af, wat dat "opstaan uit de doden" mocht betekenen.
Wat dat «opstaan uit de doden» betreft, dat begrijpen ze niet. Men zegt het ons daar en het zal ten overvloede herhaald worden. Maar wat ze gezien hebben, houden ze voor zich en vertellen ze niet door.
Heel dit tafereel bevat heel wat lessen om ons te helpen onze Vasten verder te zetten. Als we moedig in het voetspoor van Christus willen lopen, moet men Hem aanzien in zijn heerlijkheid om moed te krijgen, te beseffen welk geluk ons is voorbereid. Maar men ook luisteren naar Jezus Christus als Hij ons vraagt Hem dagelijks te volgen door ons kruis te dragen en door onze eigen dood, door ons met zijn Offer te verbinden om het eeuwig leven binnen te gaan.
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit het commentaar op het Evangelie van Sint-Marcus