3 JUNI 2018

Elke communie is een bezoek
van Jezus aan mijn ziel

WAT was de bedoeling van het Hart van Jezus en van zijn Heilige Moeder, vermits ze slechts één geheel vormen, met ons zijn Lichaam en Bloed te eten en te drinken te geven? De bedoeling was ons eenvoudigweg van dezelfde vreugde te laten genieten als die welke zij gekend hebben tijdens hun dagelijks leven te Nazareth. Vanuit het geloof weten we dat we door de Communie het lichaam van Jezus reëel, substantieel eten en dat dit goddelijk Vlees ons lichaam evenals als ons hart tot leven brengt. De H. Communie versterkt ons en geeft ons leven een toemaat van geluk. Dat is de Eucharistie.

Het is te nemen of te laten. Jezus heeft gezegd: « Wie mijn Vlees eten en mijn bloed drinken, zullen het eeuwig leven hebben en Ik zal hen doen verrijzen op de laatste dag Hij heeft gewaarschuwd dat wie niet gelooft, zijn Lichaam niet eet en zijn Bloed niet drinkt in zich geen leven zal dragen. En als die personen verrijzen, zal het zijn om naar de hel te gaan. Vandaar het belang van dat grote mysterie. In het verloop van het plan van God geloof ik dat de ultieme etappe niet het feest van Pasen is noch dat van de Hemelvaart, omdat Jezus aan het einde der tijden zal terugkeren op de wolken van de Hemel om levenden en doden te oordelen.

Het wonder, de rijkdom, de schat is de Mis. Sinds 2000 jaar houdt de Kerk stand door de Mis. De Kerk heeft heel die tijd geleefd van de Eucharistie en heeft heiligheid voortgebracht, een prachtige beschaving, schitterende kunstwerken, deugden, naastenliefde.

Als we de Eucharistie ontvangen, zijn we zeker dat we met geheel ons wezen Jezus ontvangen. Het is een bezoek van Jezus aan onze arme zielen met zijn verrezen, verheerlijkt lichaam in de Hostie. Dat moet onze leidraad zijn bij het begrijpen van zijn bedoeling.

Kleinburgerlijke opwerping: we hebben dat niet nodig. Opwerping van de Griekse filosofen: tot wat dient het lichaam? Waarom dat Lichaam en dat Bloed? Als Jezus ons enkel zijn Geest zond, zou ons dat niet storen.

Integendeel: het is net subliem! Want het gaat precies in de richting van de menselijke liefde sinds de oorsprong van de mensheid. Als men van elkaar houdt en men elkaar kan omarmen na bijvoorbeeld vier of vijf jaar gevangenschap, dan weet men dat de lichamelijke tegenwoordigheid iets schitterends is.

Jezus was mens zoals wij, Hij hield van ons. Hij heeft tot de H. Maagd Maria, onze Moeder in de Hemel die reeds van alles op de hoogte was, gezegd: we moeten hen gaan terugzien. Zó moet men de godsdienst begrijpen, concreet. Hij heeft dit sacrament ingesteld. Hij keert terug in zijn mensheid, zodanig dat als we de Eucharistie ontvangen en ons dankgebed uitspreken, we weten dat Jezus van Nazareth daar is, in ons hart. Het is het geloof dat ons dit zegt, maar Hij heeft het bewezen door zijn mirakels. Jezus is daar met zijn liefde, zijn zuiverheid, de oprechtheid van zijn blik, de schittering van zijn gelaat die iedereen trof die tot Hem naderde. Hij is daar, in mij, en Hij wil dat ik vol van zijn aanwezigheid ben.

Als ik denk aan zijn Kostbaar Bloed, herinner ik me dat Jezus dat schone bloed op zijn Kruis voor mij vergoten heeft en dat wie dit Bloed drinkt leven in zich draagt. Ik denk dat ik gewassen word door dat Bloed dat me aangeboden wordt om me dronken te maken en ik begin gegrepen te worden door liefde voor Jezus.

En ik ben zeker dat, wanneer ik Jezus in de Eucharistie ontvang, de Maagd Maria samen met Hem komt, omwille van het geluk bij Hem te zijn, maar ook omdat beiden in mij belangstelling stellen.

Ziedaar hoe men opnieuw een beschaving zal opbouwen, hoe we zullen ontsnappen aan aids en de andere duivelse ziekten die de mensheid teisteren. Men zal inzien dat we gemaakt zijn voor God die zich aan ons aanbiedt met al zijn liefde. Deze liefde stelt ons in staat, ik zeg niet om ons heldhaftige daden te laten doen, maar eenvoudigweg gelukkig te zijn te kunnen bidden, zijn genade te ontvangen.

Deze tegenwoordigheid van Jezus is in staat ons afstand te doen nemen van de vreselijke hartstochten die de mensheid teisteren. Ziedaar een immens heilsplan dat heel eenvoudig is. Verdorven mensen keren het de rug toe. Gewaarschuwd door al het kwaad dat hen hier op aarde overkomt, omdat ze zich niet hebben willen bekeren, zullen deze ongelukkigen naar de hel gaan... Hoe ellendig! Ik kan niet onverschillig blijven voor die schipbreuk die te wijten is aan enkele misdadigers die de mensheid langs de wegen van Satan voeren. Maar laten wij tenminste Jezus Christus en de Maagd Maria troosten door hen te bedanken omdat ze het Allerheiligste Sacrament hebben uitgevonden.

abbé Georges de Nantes
homilie van 2 juli 1995