2014
Christus zal ons weldra de vrede brengen. Mochten welwillendheid, matiging, zachtheid, vriendelijkheid tegenover elkaar onze gemeenschap verblijden en verenigen. De Heer is nabij: alles is goed, alles is mooi. Onze redding is nabij! De Advent is een uitnodiging en een genade om mezelf te hernieuwen en mijn leven opnieuw te beginnen met U, Jezus. U biedt mijn vermoeide ziel de morgen van een nieuwe dag aan. Uw aanwezigheid straalt aan de horizon als een onoverwonnen zon die niet zal ondergaan, een eeuwige vreugde. Daarom voel ik mij vervuld van vreugdevolle moed, vastbesloten mezelf te verbeteren en te zuiveren om U goed te kunnen ontvangen. Petrus, geïnspireerd door God, was de eerste die zijn geloof in de goddelijkheid van Jezus uitsprak. Daarom maakte Christus van hem het hoofd van zijn Kerk, zijn plaatsvervanger op aarde. De Kerk, die eerst het koninkrijk Gods gezocht heeft, werd bovendien de grote opvoedster van de vrijgekochte mensheid. Nu we de betekenis van ons lidmaatschap van de Kerk nog maar amper begrijpen, is het goed in herinnering te brengen op welke basisbeginselen de H. Petrus en zijn opvolgers haar gegrondvest hebben. Ik neem letterlijk wat de H. Schrift ons zegt, wat de Traditie van de Kerk ons leert en ons altijd herhaald heeft, wat alle openbaringen en verschijningen sinds de Tenhemelopneming van Maria ons bewijzen. Ik zie niet in waarom men openbaringen en verschijningen zou verwerpen onder het voorwendsel dat het na de dood van de laatste apostel gedaan is, dat de Hemel het recht niet meer heeft tot de aarde te spreken. Wat Sint-Paulus in het visioen van Damascus heeft gezien is dat God een en al goedheid en barmhartigheid is. Hij vergeeft alle zonden die onze veroordeling verdienen; zijn liefde overstroomt de wereld. In de hoofdstukken 9 t/m 11 ontcijfert Paulus de geschiedenis van de mensheid in het licht van dit mysterie van erbarmen. Hij stelt meteen de hamvraag: wat met de redding van Israël? Het mysterie dat Paulus verkondigt, is de liefde van God zoals ze geopenbaard wordt in Jezus Christus. Het is de christelijke godsdienst. Het was nodig dat Paulus de openbaring van het algemeen mysterie van het heil ontving opdat wij zouden begrijpen wat Jezus gedaan heeft met de overspelige vrouw, de zondares, de tollenaar, de goede moordenaar. Hij redt de mensen ook nu nog zuiver uit barmhartigheid. God de Vader is begonnen ons zijn mysterie te openbaren in het Oude Testament. Jezus, de tweede persoon van de Heilige Drie-eenheid, openbaart ons vervolgens alles wat wij nog niet weten. Hij doet dat op een raadselachtige manier, in gelijkenissen. Wie zal ons dan de betekenis van deze parabels doen kennen? De H. Geest. Christus predikt ons de verdraagzaamheid en toch heeft de Kerk soms anders gehandeld. Dat toont ons dat het aan de Kerk is om de H. Schrift te interpreteren! Als wij het Evangelie in ons eentje lezen, zoals een protestant, dan weven wij een theorie die uitgaat van ons eigen geval en maken wij de wil van God ondergeschikt aan onze grillen. Laten wij zo niet handelen en liever de regels van de Kerk volgen. De Kerk wil ons vandaag de psychologie van Petrus, de eerste paus, doen begrijpen aan de hand van het Evangelie zelf. Alles wat er met hem is gebeurd, heeft een waarschuwend karakter. Als de evangelisten, die geïnspireerd zijn door de H. Geest, ons de opmerkingen, de woorden, de houding van Petrus hebben overgeleverd, is het omdat die een eeuwige betekenis hebben en een waarschuwing zijn voor alle pausen tot aan het einde van de wereld. De parabel van de zaaier die zijn zaad uitstrooit, is erg pakkend. Hij leert ons over de predestinatie, een dogma van ons geloof. Wij weten dat God absoluut almachtig is, dat Hij alles weet. Hij heeft ons tot leven geroepen door ons een ziel te geven, een intelligente ziel die bovendien de vrijheid heeft gekregen om al dan niet aan het goddelijke plan mee te werken. De eerste Jezus die wij ontmoeten is de Jezus die ons opnieuw het mysterie van de goddelijke barmhartigheid leert. God is onze Vader. Dat is mooi en prachtig, omdat de mensen sinds tweeduizend jaar in onzekerheid verkeerden over wie God in werkelijkheid is. Ze beseften niet meer dat ze Hem met een gul en teder hart mochten beminnen. Pater Charles de Foucauld is een gevoelsmens, maar zijn gevoelens gaan zo diep dat ze langzaamaan zijn hart overspoelen en zijn verstand verlichten. Zijn teder hart voert hem mee tot middenin het mysterie van de aanwezigheid van Jezus, zonder daarom af te wijken van de strikte waarheid van de Openbaring. Ikzelf, zwak en ellendig schepsel, ik woon in de schoot van de Heilige Drie-eenheid. Ik mag, met de ogen van het geloof, God als mijn Vader zien; als mijn Broer, mijn Bruidegom en Verlosser; als mijn intieme Vriend, mijn «Verdediger», mijn Heiligmaker. Leven in de Drie-eenheid is baden in de oceaan van het Zijn, van de Wijsheid, van de goddelijke Liefde die deze volheid van de drie Personen is, die ons zijn geopenbaard en door de Kerk onderwezen. De H. Geest bevindt zich, zoals in het Cenakel, in een goed gesloten Kerk. Maar in die goed gesloten Kerk, ingesteld door Jezus Christus, heerst niet de stagnatie van een dode en onbeweeglijke lucht: het is de adem van de grote stormwind van de H. Geest die alles beheerst. De Hemelvaart van Jezus is een mysterie. Jezus neemt in zijn unieke goddelijke Persoon zijn heilige mensheid mee. Zo geeft Hij aan de schepping voor het eerst haar hemels kleed. Christus is meer van de Hemel dan van de aarde. De krachten van hier beneden zijn overwonnen, de goddelijke krachten halen het moeiteloos. Vol vreugde aanbid ik U, Jezus. Als men echt volledig christelijk is, is dat te danken aan een instorting van de H. Geest, waardoor de menselijke geest zijn eigen horizon overstijgt om uit te monden in de oneindige oceaan van het ontoegankelijk licht, dat de goddelijke Wijsheid zelf is. Maar niet iedereen laat zich leiden door de H. Geest. Er gaapt een afgrond tussen de brave christen die trouw blijft aan zijn vanzelfsprekendheden en de vurige christen die de dwaasheid van het Kruis omhelst. Ik ben voorstander van een methode die van de esthetiek tot een mystiek leven leidt en die gebaseerd is op het beginsel dat geloof dieper doet zien. De overpeinzing van de schoonheid van de natuurlijke wezens, van de Bijbelse, evangelische, kerkelijke gebeurtenissen, is een teken, een expressie, een openbaring van haar eigen diepte, van haar eigen waarheid en goedheid. Wat moeten we doen om Jezus, onze Goede Herder, te vinden? We zouden Hem niet werkelijk ontmoeten als wij geen leden van de H. Kerk waren, als we geen paus hadden die voor ons de Goede Herder vertegenwoordigt, als we geen bisschoppen hadden die de herders zijn van onze lokale Kerken, als ieder van ons gewoon zijn pastoor niet had, die zijn gewone en meest nabije herder is. Zonder al deze vertegenwoordigers zou Jezus Christus naar de verre horizon verdwijnen, in tijd en ruimte. Jezus vindt zijn twee leerlingen van Emmaüs terug en schenkt hen het geloof, de hoop en de vreugde van Hem te herkennen. Het is de vreugde van de kinderen, van de gelovigen, van de leerlingen die wij zijn en die Jezus levend en wel weervinden. Hij is het die de natuur, de bomen, de bloemen in het voorjaar doet herleven, en Hij doet nog steeds de zielen herleven door de genade van de sacramenten. Het volstond voor Sint-Jan het lege graf te zien en de afzonderlijk opgerolde Lijkwade om in de Verrijzenis van Jezus te geloven. Zo had ook de H. Thomas moeten doen. Jezus verzekert de ontelbare gelovigen tot het einde van de tijden: we moeten niet kunnen zien om te geloven. Op de dag van Pasen heeft het christelijk hart zijn nieuw verbond met God gesloten. Voortaan is Hij het niet meer die ons mensenleven komt delen. Nu zijn wij het die door zijn verschijningen naar zijn hemelse woonplaats worden getrokken, in de schoot van de Vader, om er onzichtbaar te genieten van zijn goddelijke vriendschap. De nederigheid van uw goddelijke ziel kwam tot uiting toen U Nazareth verliet om een begin te maken met de prediking van het Evangelie of toen U van de berg Tabor afdaalde met uw apostelen. Of op Palmzondag, die voor U eerder een triomf van de plattelandsbevolking was onder de minachtende blikken van de elite van Jeruzalem. Op deze keerpunten van uw lot koos U echt zelf uw weg, zonder innerlijke strijd. Het was de weg waarheen uw zacht en nederig hart U stuwde. Zo ging U met heel uw ziel mee in de wilsbeschikkingen van Uw Vader. De liefde van Jezus! Uw liefde voor het hele universum, uw liefde voor iedereen, o Jezus, belet U niet om elk van ons bij onze naam lief te hebben. U houdt van wat klein, bescheiden en verloren is en U verafschuwt de hoogmoedigen, de zelfverzekerden, degenen die beweren rechtvaardig te zijn en die U niet nodig hebben om helder te zien en juist te handelen. Wat een dwaling! En dus hield U terecht van de familie van Lazarus, Martha en Maria. Jezus is ontstemd en zelfs woedend om de hardheid van de Farizeeën. Hij probeert het hen nog te laten inzien. Ongelukkigen! Als jullie zoals deze blindgeborene zouden zijn, zoals deze tollenaar of deze publieke vrouwen, dan zouden jullie geen zonden hebben. Waarom niet? Omdat jullie jezelf er al lang van zouden beschuldigd hebben en ze al lang zouden vergeven zijn. Maar nu jullie zeggen: «Wij zien, blijft uw zonde!» Onze Heer Jezus spreekt met een stoutmoedigheid die onwaarschijnlijk zou zijn als het de waarheid niet was. Hij stelt zich in de plaats van God, Hij toont eerst zichzelf, het is door naar Hem te kijken dat wij de Vader zien, het is door Hem heen dat wij God zien. Hij is om zo te zeggen de eerste, althans voor zover wij weten, het is door Hem dat we naar de Vader gaan en Hij openbaart de Vader aan wie Hij wil. Deze zondag is die van de Gedaanteverandering van de Heer. Waarom laat de Kerk ons van het relaas van de bekoring overgaan naar dat van de Gedaanteverandering? Omdat er een parallel is tussen deze twee scènes. De Transfiguratie van Jezus toont Hem stralend van licht aan zijn apostelen, die volkomen verrukt zijn. Deze gebeurtenis moeten we in verband brengen met de verleiding van de duivel in de woestijn. Het is een complementair voorbeeld dat ons een even schitterend dogma onthult. Tijdens de Vasten wordt ons gevraagd Christus na te volgen. Gedurende veertig dagen leefde Hij zonder te eten, bood Hij zo het hoofd aan de duivel en aan de zwakheid van het vlees door zijn wil om trouw te blijven. Hij kwam als overwinnaar uit de strijd. Laten wij, zijn volgelingen die bekleed zijn met zijn kracht, tijdens de Veertigdagentijd proberen te vechten tegen onze zinnelijkheid, onze buitensporige verbeelding en onze hoogmoed. De Kerk, die zo goed is aangepast aan haar bovennatuurlijke missie, bevindt zich in een gewelddadige toestand wanneer men haar meesleurt in de zoektocht naar hersenschimmen van een mensheid die wanhopig gehecht is aan het aardse. Als men niet oppast, offert men de Kerk op aan de bouw van de toren van Babel. Laten wij mediteren over de nieuwe wet van het Koninkrijk om ons leven in overeenstemming te brengen met de voorschriften van Christus, zodat wij onder de uitverkorenen worden geteld. Zorgen wij ervoor dat we niet, onder invloed van onze eigen dwaasheid of onze eigen begeerten, verzaken aan dit Koninkrijk dat Hij kwam aankondigen en dat op aarde wordt gerealiseerd met het oog op het eeuwig leven. Gedurende dertig jaar beoefende Jezus de joodse godsdienst op een onberispelijke manier. Hij zal tot zijn vijanden kunnen zeggen: «Wie van u overtuigt Mij van zonde?» (Jo 8.46), waarmee Hij natuurlijk bedoelt: zonde tegen de Wet van Mozes. Dat wil zeggen dat Jezus erkent dat die wet goed, heilzaam en heilig is. Maar hoe beleefde Hij deze godsdienst met zijn veelvuldige interpretaties? En hoe wil Hij dat men deze godsdienst beleeft? Over U spreken, vergeven in uw Naam en de berouwvolle zondaars met U verzoenen! Het Heilig Misoffer opdragen: mijn woorden alleen volstaan om de hostie en de wijn te veranderen in uw Wezen zelf, levend, aanwezig en uitgedeeld als voedsel en drank aan al mijn broeders! Jezus is het Licht van de wereld, dat wij vieren op het feest van Lichtmis. Het licht van de blijde mysteries is aangrijpend, want het zal gevolgd worden door de duisternis van de droeve mysteries - in afwachting van het eeuwig licht van de glorierijke mysteries. De profeten van het Oude Testament droomden van een Rechter die de goddelozen zou uitroeien en aan de rechtvaardigen een eindeloos geluk zou schenken. Ze konden zich niet de goedheid van het Hart van God voorstellen zoals die verscheen in de Heer Jezus, toen Hij de menigten van Galilea in verrukking bracht. Joannes de Doper was een man met een heldhaftige wil om zo in de eenzaamheid van de woestijn te kunnen leven, terwijl hij de stralende genade van het Evangelie nog niet had leren kennen. Hij geeft ons ook een indrukwekkend voorbeeld van hoe wij onszelf moeten wegcijferen: «Ik moet kleiner en Hij moet groter worden.» De H. Geest koos ervoor om bij het doopsel van Jezus de vorm van een duif aan te nemen, omdat Hij dacht aan de duif uit het Hooglied en diegene die daardoor gepersonifieerd wordt: de Allerheiligste Maagd Maria.Vrede en vreugdevolle hoop, gisteren zowel als vandaag
Meditatie voor de Adventstijd
De Kerk van Petrus is trouw
De Tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw
De Brief aan de Romeinen (hoofdstukken 9 t/m 11)
De Brief aan de Romeinen (hoofdstukken 1 t/m 8)
De H. Geest en de verborgen betekenis van de parabels
Evangelische tolerantie
De paus volgens het Evangelie
De gelijkenis van de zaaier en de predestinatie
Volgens het welbehagen van het goddelijk Verbond
Op het Hart van Jezus
In de gemeenschap van de drie goddelijke Personen
De Heilige Geest, de ongeschapen ziel van de Kerk
Meditatie over de Hemelvaart van de Heer
Van een redelijk christen een heilige worden
Wie gelooft, ziet dieper
De Goede Herder en zij die op hem lijken
Paasvreugde
Het is niet nodig te zien om te geloven
Het geluk Hem terug te vinden
De gevoelens van Jezus op Palmzondag
De opstanding van Lazarus gisteren en vandaag
De ontrouw volgens het Evangelie
Het Hart van Jezus weet alles
«Niemand zondigt wanneer hij God ziet»
Jezus en zijn leerlingen oog in oog met de verleidingen van Satan
De katholieke Kerk en de valse profeten
Van de joodse naar de christelijke wet
De vervulling van de wet door de «Koning der koningen»
De priester, «licht van de wereld» en «zout van de aarde»
Het Licht van Christus
De Blijde Boodschap van de goddelijke barmhartigheid
Sint-Jan de Doper
De Maagd Maria, duif van de H. Geest