2014

De Kerk van Petrus is trouw

Petrus, geïnspireerd door God, was de eerste die zijn geloof in de goddelijkheid van Jezus uitsprak. Daarom maakte Christus van hem het hoofd van zijn Kerk, zijn plaatsvervanger op aarde. De Kerk, die eerst het koninkrijk Gods gezocht heeft, werd bovendien de grote opvoedster van de vrijgekochte mensheid. Nu we de betekenis van ons lidmaatschap van de Kerk nog maar amper begrijpen, is het goed in herinnering te brengen op welke basisbeginselen de H. Petrus en zijn opvolgers haar gegrondvest hebben. 

In de gemeenschap van de drie goddelijke Personen

Ikzelf, zwak en ellendig schepsel, ik woon in de schoot van de Heilige Drie-eenheid. Ik mag, met de ogen van het geloof, God als mijn Vader zien; als mijn Broer, mijn Bruidegom en Verlosser; als mijn intieme Vriend, mijn «Verdediger», mijn Heiligmaker. Leven in de Drie-eenheid is baden in de oceaan van het Zijn, van de Wijsheid, van de goddelijke Liefde die deze volheid van de drie Personen is, die ons zijn geopenbaard en door de Kerk onderwezen.

Van een redelijk christen een heilige worden

Als men echt volledig christelijk is, is dat te danken aan een instorting van de H. Geest, waardoor de menselijke geest zijn eigen horizon overstijgt om uit te monden in de oneindige oceaan van het ontoegankelijk licht, dat de goddelijke Wijsheid zelf is. Maar niet iedereen laat zich leiden door de H. Geest. Er gaapt een afgrond tussen de brave christen die trouw blijft aan zijn vanzelfsprekendheden en de vurige christen die de dwaasheid van het Kruis omhelst.

De Goede Herder en zij die op hem lijken

Wat moeten we doen om Jezus, onze Goede Herder, te vinden? We zouden Hem niet werkelijk ontmoeten als wij geen leden van de H. Kerk waren, als we geen paus hadden die voor ons de Goede Herder vertegenwoordigt, als we geen bisschoppen hadden die de herders zijn van onze lokale Kerken, als ieder van ons gewoon zijn pastoor niet had, die zijn gewone en meest nabije herder is. Zonder al deze vertegenwoordigers zou Jezus Christus naar de verre horizon verdwijnen, in tijd en ruimte.

De gevoelens van Jezus op Palmzondag

De nederigheid van uw goddelijke ziel kwam tot uiting toen U Nazareth verliet om een begin te maken met de prediking van het Evangelie of toen U van de berg Tabor afdaalde met uw apostelen. Of op Palmzondag, die voor U eerder een triomf van de plattelandsbevolking was onder de minachtende blikken van de elite van Jeruzalem. Op deze keerpunten van uw lot koos U echt zelf uw weg, zonder innerlijke strijd. Het was de weg waarheen uw zacht en nederig hart U stuwde. Zo ging U met heel uw ziel mee in de wilsbeschikkingen van Uw Vader.

«Niemand zondigt wanneer hij God ziet»

Deze zondag is die van de Gedaanteverandering van de Heer. Waarom laat de Kerk ons van het relaas van de bekoring overgaan naar dat van de Gedaanteverandering? Omdat er een parallel is tussen deze twee scènes. De Transfiguratie van Jezus toont Hem stralend van licht aan zijn apostelen, die volkomen verrukt zijn. Deze gebeurtenis moeten we in verband brengen met de verleiding van de duivel in de woestijn. Het is een complementair voorbeeld dat ons een even schitterend dogma onthult.

Jezus en zijn leerlingen oog in oog met de verleidingen van Satan

Tijdens de Vasten wordt ons gevraagd Christus na te volgen. Gedurende veertig dagen leefde Hij zonder te eten, bood Hij zo het hoofd aan de duivel en aan de zwakheid van het vlees door zijn wil om trouw te blijven. Hij kwam als overwinnaar uit de strijd. Laten wij, zijn volgelingen die bekleed zijn met zijn kracht, tijdens de Veertigdagentijd proberen te vechten tegen onze zinnelijkheid, onze buitensporige verbeelding en onze hoogmoed.