2 FEBRUARI 2014
Het Licht van Christus
DE dag van Maria Lichtmis is de dag van het licht in vele opzichten. Vandaag neemt een zuster van onze orde het habijt aan. En elke keer dat een broeder of zuster het heilig habijt ontvangt of zijn/haar geloften uitspreekt, houdt hij/zij, volgens de liturgie van de Kerk, een kaars in de hand.
Het licht van de aangestoken kaarsen herinnert ons ook aan Lourdes, aan de eindeloze en indrukwekkende kaarsenprocessies die daar gehouden worden.
Maar als het vandaag de dag van de kaarsen en van het licht is, dan is dat eerst en vooral omdat de Kerk de opdracht van het Kind Jezus in de Tempel herdenkt; zij laat ons brandende kaarsen in de hand houden om deze gebeurtenis te vieren. Het is een mooi gebeuren, maar naast het feit dat het mooi is en ons hart verblijdt hebben deze liturgische tekens een diepe draagwijdte.
Wat betekent dan deze kaars die we vandaag hebben aangestoken?
« Lumen ad revelationem gentium et gloriam plebis tuæ Israël.» Dat zongen we toen we in de Mis de kaarsen aangereikt kregen, en ook nog zojuist onder de vespers. Deze gregoriaanse zang, die jullie zeer goed bekend is, klinkt vreugdevol. «Licht om de volkeren te verlichten en de glorie van uw volk Israël»: zo heeft de oude Simeon het Kind Jezus dat door zijn ouders in de Tempel werd opgedragen, ontvangen. En eeuw na eeuw heeft men deze aanroeping hernomen: Christus is ons licht.
Als wij de dag van Lichtmis kaarsen aansteken omwille van dat woord van Simeon en als men ook een grote kaars aansteekt tijdens de paaswake midden in de nacht, is dat omdat de kaars het symbool is van Christus, het Licht van de wereld. Christus is het licht van de wereld, dat is de waarheid. Ik ben niet zoals de bisschop van Orléans, die een paar dagen geleden op de radio verkondigde dat er in hem zones van ongeloof en zones van zoeken zijn. Nee, ik heb geen ongelovige zones, ik heb het geloof; ik heb geen zones van zoeken, ik heb gevonden.
Wat heb ik gevonden? Hoe meer ik de godsdienstwetenschappen en de geschiedenis van de godsdiensten bestudeerde, hoe meer ik heb begrepen dat de wereld was ondergedompeld in dichte duisternis en dat Christus het licht is dat, langzaam aan, de wereld heeft verlicht en dat, zoals Sint-Jan in zijn proloog zegt, blijft vechten tegen de duisternis. De duisternis probeert het licht uit te doven, maar slaagt daar niet in. Dat zal zo zijn tot aan het einde van de geschiedenis van de wereld, en het zal zo zijn voor de geschiedenis van onze eigen ziel: het is een strijd tussen het licht en de duisternis. Voor mij bestaat er geen twijfel, absoluut geen enkele twijfel, dat Jezus Christus het licht van de wereld is en dat Hij de glorie van het volk van Israël was.
Hij was de glorie van zijn volk, want historisch gezien groeide het volk van Israël van generatie tot generatie naar Christus toe. Het heeft zich ontwikkeld en is gegroeid zoals een prachtige boom om uiteindelijk deze schitterende bloem en deze heerlijke vrucht te dragen die Jezus Christus is. Omdat zij Hem niet hebben verwelkomd, volgde er een straf: de uiteendrijving (diaspora) van heel het volk. Helaas heeft het dit nog steeds niet begrepen.
Dus laten we met vreugde herhalen: Jezus is het licht van de wereld, Jezus is de glorie van Israël. Ook voor zuster Bernadette, die vandaag het habijt krijgt, is het een beetje haar opdracht in de Tempel. Ook voor haar, voor haar familie en vrienden, zal het een dag van licht blijven, zoals Lourdes voor de H. Bernadette het grote licht van haar leven was.
Maar ik voeg er onmiddellijk aan toe dat de oude Simeon twee profetieën deed op deze dag. Na te hebben voorspeld dat Jezus het licht van de wereld zou worden, zei hij ook tot Maria, zijn Moeder, dat Hij een teken van tegenspraak zou zijn: « Zie! Hij is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël, en tot een teken van tegenspraak; en een zwaard zal ook uw eigen ziel doorboren. Zo moeten de gedachten van velen worden ontsluierd» (Lc 2,33).
Het is dus met dit licht zoals op sommige ochtenden waarop de zon straalt en de natuur zo mooi is. Wij zeggen: het gaat een prachtige dag worden! En vervolgens, na een paar uur, verandert het licht en in de plaats van deze stralende klaarheid wordt het donker en onweerachtig. Na de blijde geheimen komen de droeve mysteries...
Het licht van Christus is een vreemd licht omdat het, in plaats van de duisternis te overheersen, beetje bij beetje de gevangene lijkt te worden van de duisternis. Dat zijn de droeve mysteries van Christus, die jullie kennen, en die ons bijna doen geloven dat het licht zijn belofte niet nakomt. Het is deze verduistering, deze vernedering, die de Joden Hem niet hebben vergeven. Zij volgden Jezus Christus zolang Hij wonderen deed, zolang Hij de mensen in dichte drommen rondom zich verzamelde. Zij volgden Jezus zolang zij geloofden dat Hij ongehinderd en zonder beproevingen zou slagen, dat Hij een licht zou worden dat de wereld zou doen ontvlammen en dat zij zouden delen in de triomf en de voordelen van de overwinning. Maar toen zij zagen dat dit licht niet zoals de andere was, dat het een stil licht was en dat donkerte en duisternis samenspanden om het klein te krijgen, verlieten zij Hem allemaal. Jezus Christus had reden om hen aan het begin van de Goede Week te zeggen: « Wandelt zolang gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet verrast; wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heengaat.»
Daarom is dit licht vandaag ontroerend, zowel het licht van Jezus Christus als het licht van de kaars van onze zuster hier vanochtend, en het licht van Lourdes voor de H. Bernadette. Het is ontroerend omdat er op dit licht een strijd volgt en een dichte duisternis. Van 's middags tot drie uur heerste er op Golgotha een dichte duisternis.
Zuster, wij voelen goed aan dat, zelfs als deze dag van je kleding een dag van licht is, daarna dagen van schaduw zullen komen. Dat is de wet van het Evangelie. En misschien zullen je valse vrienden zich op dat moment verbazen en er aanstoot aan nemen. Misschien zullen ze jou zeggen dat dit niet de beloften van je kleding waren. De belofte van je kleding was als een schitterende lentemorgen, het leek dat je een gelukkig leven tegemoet ging. Maar nee, naar het beeld van Christus, van de Kerk, van de H. Bernadette van Lourdes, van elk christelijk leven, kondigt het ochtendlicht niet noodzakelijk licht op de middag aan. Maar het geeft wel kracht en zekerheid om doorheen de samenzwering van de duisternis en het uur van de beproeving te geraken.
Je vrienden, je ouders en wijzelf, wij zijn voldoende op de hoogte van de zaken van het christelijk leven om vandaag geen illusies te koesteren. Wij bidden voor jou. Wij weten immers dat je leven geen eenvoudig leven zal zijn, want het is een leven met Christus en dat betekent dat we na de vreugdevolle mysteries resoluut moeten binnenstappen in de droeve mysteries, nederig gesteund op Jezus en op zijn toewijding aan de Maagd Maria. Maar tenslotte is dit alleen maar een doortocht. De droeve mysteries komen tot een einde en dan volgen de glorierijke mysteries.
Uiteindelijk zal dit licht, dat tijdelijk gedempt is en schijnbaar overwonnen wordt door de duisternis, weer opflakkeren zoals de paaskaars tijdens de paaswake. Na de dood van Christus kwam zijn Verrijzenis. Na de vernederingen, de nederlagen, de ziekten, het lijden en de dood van de H. Bernadette in Nevers kwam haar transfiguratie, haar apotheose in Rome tijdens haar heiligverklaring. En zij is nog niet klaar met goed te doen, omdat, zoals de Apocalyps zegt, zij als opnieuw verrezen is en zij onder ons leeft omwille van haar deugden en haar voorbeeld.
Wijzelf, wij geloven in het licht, en wij geloven er nog in temidden van de dichtste duisternis. Zelfs als de Kerk in een nog groter, duidelijker, vreselijker verval zou wegzinken dan dat waarin ze vandaag al gevallen is, zouden wij het geloof in het licht bewaren. Jullie zien dat dit licht, als we er heel diep voor openstaan, een heel andere betekenis krijgt dan de betekenis die het heeft voor kinderen die blij zijn het licht te zien schitteren. Hoe kwetsbaar ook, dit licht bezit in zichzelf een onoverwinnelijke kracht. Het is een licht dat uiteindelijk de wereld zal doen ontbranden. Daarom moeten wij, zoals de H. Teresia van het Kind Jezus zegt, volhouden om in de diepste duisternis toch te blijven geloven in het licht. Wij weten in wie we geloofd hebben. Welke moeilijkheden er ook zijn, wij hebben de beloften van het eeuwig leven, en ooit zal het licht zonder einde stralen. Dan zullen er geen tranen en geen lijden meer zijn: «Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen» (Ap 21, 4). Alles zal goed zijn, er zal geen scheiding en tweedracht meer zijn. Wij zullen allemaal als uitverkorenen zijn in de zaligheid van de Hemel. Dat zijn de glorierijke mysteries.
Ik hoop dat na de trieste en pijnlijke uren die de Kerk beleeft er een vernieuwing op aarde zal plaatshebben, dat het Koninkrijk van God op aarde zal komen, dat het licht van Christus werkelijk de miljarden mensen die de planeet bevolken zal doen ontvlammen en dat van de ene pool van de wereld tot de andere de naam van Jezus zal weerklinken, dat zijn heerlijkheid overal zal worden erkend. Daarin geloof ik! Ik wil het geloven, ik verhoop het van God. Dus weten we dat onze verwachtingen, zelfs op aarde, op een dag zullen worden gezegend en dat, in ieder geval in de Hemel, wij voor eeuwig gelukkig zullen zijn. Daarom is het mooi om zijn leven te engageren, niet zoals een kind, maar op rijpe leeftijd, in de wetenschap dat er vreugdevolle mysteries zijn geweest – zij zijn voorbij; dat we afstevenen op de droeve mysteries, als we er al niet middenin zitten; en dat tenslotte de glorierijke mysteries zullen volgen voor ons, voor al diegenen die we beminnen, voor al degenen die de goede God in zijn Hemel zal willen opnemen. Laten we bidden dat het er velen mogen zijn!
abbé Georges de Nantes
sermoen tijdens de vespers van Lichtmis 1975