15 JUNI 2014
In de gemeenschap van de drie goddelijke Personen
ALLERHEILIGSTE Drie-eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, één God in drie Personen, ik aanbid uw oneindig bestaan, uw mysterieus wezen, uw levende, almachtige godheid vol wijsheid en liefde, in het onvatbare maar heerlijke intieme leven van uw drie Personen. Heilig, heilig, heilig is onze God, driemaal heilig...
Wij weten door onze Heer Jezus Christus dat driemaal heilig op mysterieuze wijze betekent dat Gij heilig zijt, Vader, Allerheiligste Vader, en dat Gij uw Zoon voortbrengt, het Woord, de goddelijke Wijsheid, het beeld van uw eigen wezen. Heilig is het Woord van God. Allerheiligste Woord, ik aanbid u, ik bewonder u, mijn niets-zijn staat mij voor ogen in tegenwoordigheid van uw oneindige heiligheid, grootheid en volmaaktheid. En ik weet verder nog dat uw H. Geest, uw zeer heilige Adem, uw immense en oneindige heilige Liefde voortkomt van U, Vader, van U, Zoon, en dat in uw omhelzing, uw eenheid, uw volmaakte gemeenschap van wezen, van gedachte, van liefde Hij er als het ware de heilige schittering van is. Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God van de hemelse machten...
Wat is dat allemaal ontoegankelijk, maar hoe verzadigt het tegelijkertijd mijn geest: ikzelf, zwak en ellendig schepsel, ik woon in de schoot van de Heilige Drie-eenheid. Ik mag, met de ogen van het geloof, God als mijn Vader zien; als mijn Broer, mijn Bruidegom en Verlosser; als mijn intieme Vriend, mijn «Verdediger», Aanspoorder en Heiligmaker. Leven in de Drie-eenheid is baden in de oceaan van het Zijn, van de Wijsheid, van de goddelijke Liefde die deze volheid van de drie Personen is, die ons zijn geopenbaard en door de Kerk onderwezen.
Het is omdat wij het bestaan van uw drie Personen kennen, het bestaan van uw intieme leven vol beweging, intelligentie en liefde, dat de hemel ons aantrekt. Wij aanbidden de Heilige Drie-eenheid, die overstroomt van weldaden en die de schepper is van de wereld en eerst en vooral van de H. Maagd Maria. En zo komt uit drie vier voort: de Maagd Maria, zo dicht bij elk van de drie goddelijke Personen dat je haar het middelpunt van de Heilige Drie-eenheid kan noemen. Zo zien we in haar Onbevlekt Hart ook de drie goddelijke Personen zetelen, wonen, verblijven. Het is de hemel die ons op die manier al wordt geopenbaard en die we vandaag vieren.
De hemel, dat is het Hart van Maria waarin de Heilige Drie-éénheid woont, door haar aanbeden, overwogen en bemind. Net zoals de hemel ook God is. De Maagd Maria, allerheiligst in haar lichaam, haar ziel en heel haar levende persoon, is het voorwerp van een drievoudige liefde en beschouwing vanwege de Vader, de Zoon en de H. Geest, die zich verblijden in hun gemeenschappelijk werk. En elk kent zich het Hart van Maria toe: de Vader, die haar beschouwt als zijn dochter; de Zoon, die haar beschouwt als zijn moeder, zuster en bruid; en de H. Geest, die haar beschouwt als zijn bezit, zijn tempel, zijn eigendom. Wat is dat mooi! En wat een genade, wat een onvergelijkelijk wonder is het dat ik, ellendig en zondig schepsel, door de stem van de Kerk deze mysteries mag kennen en me er dus eindeloos kan in verheugen!
Van onder de troon van God en van het Lam, zoals in de Openbaring staat, vloeit heel de vloed van de schepping trapsgewijs naar beneden, als levend water dat overstroomt. Het zijn alle hiërarchieën van de engelen en van de heiligen van de triomferende Kerk die ik vandaag mag beschouwen om mij erin te verheugen, maar ook om een relatie aan te gaan met zovele levende wezens, zovele personen die, zelf heel dicht bij God, er enkel aan denken om hun vreugde, hun kracht en hun heiligheid te laten overborrelen tot bij ons. Dat stelt mij erg gerust en maakt me blij: ik kijk niet alleen naar de gemeenschap van de heiligen in de hemel, maar ik word ook door hen bekeken. De liefde stijgt niet enkel op van mijn hart naar zoveel heiligen in de hemel, bekende en onbekende, maar daalt ook neer van deze schitterende zielen, deze brandende harten, deze gezichten vol blijdschap tot bij ons, tot bij mij, om ons te overladen met weldaden.
Ik wil niet alleen kijken naar hen en hen beminnen, maar ook op hen proberen te gelijken, hun deugden proberen te beoefenen. Als zij naar mij kijken en mij beminnen, delen ze mij de genaden van God mee en vormen ze mijn wezen om naar hun gelijkenis. Niet alleen wil ik op een dag binnengaan in hun heilige gemeenschap, maar zij bereiden mij in hun eigen gemeenschap een plaats voor bij Jezus Christus.
Als geestelijke ruiker neem ik het woord van de H. Teresia van Lisieux: « De hemel, dat is beminnen en bemind worden, en terug neerdalen op aarde om de Liefde te doen beminnen.» Ik verenig en omarm in dezelfde blik op de grote H. Teresia van het Kindje Jezus en het H. Aanschijn meteen ook alle andere heiligen.
H. Teresia, met heel je geestelijke wezen omarm jij de Vader, de Zoon, de H. Geest, op het Hart van Maria, omringd door heiligen en engelen. Je bemint en je wordt bemind, je voelt je bemind, jij die zo’n dorst had om bemind te worden. Tot slot verzadig je jezelf aan de stroom van de goddelijke Liefde en ben je het voorwerp van de goddelijke Liefde.Het goddelijk Aanschijn is in al zijn glorie naar jou toegekeerd. Je drinkt aan dit Gezicht het licht van de wijsheid en het vuur van de onuitblusbare liefde. Beminnen en bemind worden... En hoe dankbaar en ontroerd ben ik omdat jij ons hebt laten weten dat je jezelf zou afwenden van deze contemplatie en deze omarming, van deze goddelijke liefde, om terug naar ons toe te komen om ons de Liefde te doen beminnen. Om dit vuur in ons aan te steken, om onze zielen zo te verheffen, om ze al te verenigen en te doen deel uitmaken van het hemelse hof waar wij ieder onze plaats hebben.
Terugkeren op aarde: « Ik zal terug afdalen naar de aarde om de Liefde te doen beminnen»,om de mensen reeds in hun tranendal te doen deelnemen aan de soevereine liefde die hun opperste gelukzaligheid is. En ze zo trekken op het Hart van het Hart van de wereld, namelijk de H. Drie-eenheid in het hart van de Maagd Maria.
Ja, ik zal gedurende heel de dag terugdenken aan het woord van deze lieve heilige, onze lieve zuster, de H. Teresia: « In de hemel zal ik beminnen, bemind worden en terug afdalen naar de aarde om de Liefde te doen liefhebben.»
abbé Georges de Nantes
gebedsmoment van 1 november 1982