2013
Het was de grote roeping van de H. Maagd en van Sint-Jozef om op niet te evenaren wijze op het Kind Jezus hun stempel te drukken, zoals zij dat konden doen als afstammelingen van het ras van David, als kinderen van Israël en als rechtvaardigen uit het Oude Testament. En Jezus verlangde vurig naar deze opvoeding. Zoals zij het hebben gedaan voor het Kindje Jezus, zo kreeg de Kerk van Christus de taak om naar het beeld van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jozef hetzelfde te doen voor elk van ons. Laten we in de kersttijd de Heer beloven dat we geen lauwe mensen zullen zijn die een schat in handen hebben maar er niets mee doen, die een licht dragen in hun lemen vaas maar het niet openlijk durven tonen. Vooraleer de geboorte van het goddelijk Jezuskind te vieren wil de Kerk onze ogen richten op Sint-Jozef. Deze heilige was uiterst discreet, maar God zelf en de Maagd Maria hadden hem zo nodig! Laten wij zijn heilige loopbaan bestuderen, laten wij dieper binnendringen in zijn intimiteit om ons voordeel te kunnen doen met zijn liefde en met de schat aan verdiensten die hij gedurende zijn hele leven heeft vergaard. De heiligen in de gevangenis: het is de omgekeerde wereld. Toch moeten ook wij bereid zijn om voor ons geloof in een cel geworpen te worden. Het zou niet goed zijn dat de gevangenis, de beproeving, het lijden of de dood ons verrassen omdat wij niet paraat staan. Op 8 december vierden wij het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Allerheiligste Maagd Maria. We blikken terug op de roerige voorgeschiedenis van dit dogma, dat door de Z. Paus Pius IX in 1854 gedefinieerd werd. Gedurende de Advent willen wij er ons op toeleggen geen inspanning tot boete maar tot vervolmaking te doen. We willen gewoon iets extra's doen op het vlak van de gehoorzaamheid, de kuisheid en de armoede, in het spoor en met de hulp van de heiligen. Het voorbeeld dat de heiligen en vele generaties christenen ons geven staat lijnrecht tegenover de revolutionaire prediking waarin het Evangelie een instrument van sociale strijd wordt en inhoudelijk volledig uitgehold raakt. Elk jaar opnieuw stoten wij op dat mysterie: wanneer zal het einde van de wereld daar zijn? Veel mensen denken er helemaal niet meer aan. Maar de schok is heilzaam als je bedenkt dat er een dag zal komen waarop onze beschaving, die net zo opstandig is tegen Christus als het Jeruzalem van de eerste eeuw, en die net zo verdorven en hoogmoedig is als het heidense Rome van de vijfde eeuw, waarschijnlijk (en terecht) zal gestraft worden. Als Jezus zou terugkeren op aarde zou hij, net als tweeduizend jaar geleden, « sadduceeën » vinden die niet geloven in zijn Verrijzenis. De sadduceeën van onze tijd gaan bovendien prat op hun grote kennis: zij verbergen hun ongeloof achter de theorie van de zogenaamde « hermeneutiek »... Zijn wij oppervlakkige levensgenieters die de dood wegduwen uit ons gezichtsveld om uiteindelijk, zoals Pascal zegt, « achterover in de dood te vallen » ? Voor een christen mag de dood niets afschrikwekkends hebben. Het moet veeleer een opperste daad van liefde zijn, een offer waarin wij ons verenigen met onze Verlosser en zijn heilige Moeder. De psychologie van de farizeeër en de tollenaar is zo raak geschetst dat iedereen zich door deze parabel aangesproken voelt. Ik wil in alles zoals de tollenaar zijn, om God te behagen, vergiffenis te verkrijgen en de genade te verdienen. Om ons de noodzakelijke kracht te geven om stand te houden in de huidige tijden van geloofsafval heeft God ons de godsdienst van onze voorouders, de godsdienst van de negentiende eeuw, tot voorbeeld gegeven. Eens genas Jezus tien melaatsen, maar slechts één van hen kwam terug om zijn Redder te danken. De houding van deze man zou de fundamentele houding van alle schepselen moeten zijn. Om evenwel echt erkentelijk te zijn is de kennis van God noodzakelijk. De Openbaring onthult ons de volledige waarheid, en door het geloof treden wij binnen in het licht en zijn wij niet meer blind. Wij, gelovigen, hebben trouwens helemaal geen schrik van de wetenschap of van de menselijke rede! Ik wil niet zijn zoals de rijke vrek, ik wil liever sterven van honger, dorst en nederigheid, met honden die mijn zweren likken, omdat aan dit leven een einde komt, en wanneer dit leven vol beproevingen ophoudt, zal het voor altijd de Hemel zijn. Zoals pater de Foucauld moeten wij vanaf nu onze eigen dood onder ogen durven zien, om ons te onthechten van de wereld, het geld en onszelf en om ons leven te vullen met verdienstelijke werken. God heeft mij het eerst bemind; Zijn barmhartige liefde doet ons in het spoor van de Maagd Maria het Magnificat zingen om al het goede dat God in ons al gedaan heeft en nog doet. Iedereen moet door de smeltkroes van de beproeving om de glorie van de Hemel te bereiken. Wijzelf, maar ook onze naasten. Daarom mogen wij niet bang zijn hen de beproeving toe te wensen, samen met de genade ze goed te dragen. De hoogmoedige sluit zich op in een kooi zonder licht of warmte, volledig geïsoleerd van zijn broeders en van U, mijn God! En als hij niet uit deze kooi geraakt, is hij reddeloos verloren... « Doet uw best om binnen te gaan door de enge poort » (Lc 13, 22). Ooit zal ik sterven en voor Gods rechtbank verschijnen om mijn eeuwig vonnis te aanhoren. Bij die gedachte ben ik ontzet, en toch, op een mysterieuze manier, kijk ik er naar uit...Het mysterie van de Heilige Familie
De kerstvreugde van de christen
De ongelooflijke roeping van Sint-Jozef
Wanneer de heiligen in de gevangenis belanden
Geschiedenis van het dogma van Onbevlekte Ontvangenis
De Advent in het voetspoor van de heiligen
Het Evangelie van Christus-Koning, ten dienste van het algemeen welzijn
Over het einde van de wereld en het einde van ons leven
Het Mysterie van de Verrijzenis aangevallen en verdedigd
De christen tegenover de dood en het eeuwig leven
Ik wil ook op de bank van de tollenaars zitten
Opdat Christus het geloof op aarde zou terugvinden
Door het geloof worden wij gered
Wie niet gelooft is blind
De arme Lazarus en de rijke vrek
Christelijk of mondain ?
God is Barmhartigheid
Aan zijn naaste het Kruis toewensen
Om nederigheid te vragen
Het vurig verlangen naar het oordeel van God