De kerstvreugde van de christen
WIJ hebben ons op het grote feest van Kerstmis voorbereid tijdens de vier weken van de Advent, die de immense verwachting van de mensheid symboliseren, zowel van heidenen als van Joden. De heidenen zuchtten en kreunden in een dichte duisternis. De Joden van hun kant hadden wel een beetje licht, warmte en kracht van de Wet ontvangen, maar wisten niet wat er ging komen en konden zich dus ook niet voorbereiden om hun Verlosser te ontvangen – tenminste de grote massa onder hen. Slechts een klein aantal joodse zielen, de armen van Jahweh, die in de juiste gesteltenis waren, haalden hun voordeel uit de genaden van het Oude Testament en konden zich zo voorbereiden op de komst van Jezus.
Het zijn zij die Hem in deze gezegende nacht verwelkomen. En de eerste van deze zielen is de Heilige Maagd, en zeer dicht bij haar, Sint-Jozef. Enkele arme herders komen dan schoorvoetend dichterbij. Na verloop van tijd worden zij gevolgd door de drie Wijzen. Langzaamaan zal een kleine beweging ontstaan en doorheen de eeuwen zal de menigte mensen die naar Christus komt toenemen. En wij zijn daarbij! Wij kennen de vreugde in deze gezegende nacht een groot licht te hebben gezien, zoals Isaïas voorspelde. Toch is het, nu net als toen, nog altijd nacht, want nog altijd regeert over de wereld de duisternis van het ongeloof, het materialisme, de opstandigheid van de mensen, de ballast van het lichaam, de onmacht van het hart en de geest.
Wij zagen dit licht, wij hoorden de stem van de engelen die aan de herders de boodschap verkondigden. Hun opvolgers zijn de pausen en de bisschoppen, de predikers van de goede leer, die van eeuw tot eeuw degenen die waakten en baden in de nacht van de wereld op de hoogte brachten van dit groot mysterie: een Verlosser is u geboren, het is de Koning van Israël, de Zoon van God. Een Redder! Een Koning! Een Zoon van God!
Wij worden het niet moe naar het kindje in de kribbe te kijken, omringd door de os en de ezel. De engelen e