15 AUGUSTUS 2014
De Tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw
SINDS meer dan 500 jaar gold het in de Rooms-katholieke Kerk als een recht, ja bijna een plicht, om zijn sermoen te beginnen met een Latijns citaat uit de Heilige Schrift; daarna vertaalde men dat en dan stond je sermoen op de rails en moest je alleen nog maar rijden. Dat had veel voordelen. Vooreerst behandelde je dan godsdienstige zaken, want priesters moesten hun publiek natuurlijk geen citaten van Ovidius of een andere heidense schrijver voorschotelen. Ze kozen een liturgische tekst en dus was men ook zeker dat zij niet alleen zouden spreken over een godsdienstig onderwerp, maar dat ze ook verplicht waren om de les van de liturgie te volgen. En zo ga ik dat ook vandaag doen: « Assumpta est Maria in caelum», «Maria is in de hemel opgenomen.»
Nu moet ik dit citaat becommentariëren en dat is eenvoudig: de Maagd Maria is in de hemel opgenomen met haar lichaam. De engelen wachten haar op en verheugen zich. Al lang wachtten zij op dit grote feest en dan plots wordt in heel de hemel aangekondigd dat de Heilige Maagd komende is, op wie zij zo lang hebben gewacht. Want de engelen hebben een duur; zij leven en de eeuwen gaan voorbij en de engelen blijven bestaan en vermenigvuldigen hun werken van lof aan God. En dan komt op een dag de Heilige Maagd onder hen wonen: « Gaudent angeli laudantes benedicunt Dominum», «De engelen verheugen zich en met vele lofzangen zegenen ze de Heer.» Wanneer zij haar zien, zijn ze buiten zichzelf van vreugde. Ze wenden zich tot God « benedicentes», Hem zegenend. Ze loven Hem, ze danken Hem voor dit buitengewoon wonder en voor deze vermeerdering van geluk van de hemelse vreugde die de heerlijke Maagd Maria, altijd Maagd, in de hemel binnenbrengt. Dat is wat deze tekst zegt. Nadat de priester dit schouwspel in de hemel geschilderd heeft, wordt hij uitgenodigd om verder te gaan en te zeggen: nu is Zij ook onze vreugde. De Maagd Maria, de Moeder van God, ons aller moeder is binnengegaan in de hemel, Zij woont er nu, Zij is er de Koningin. Onze vreugde is groot, maar zal nog groter zijn op de dag waarop wij Haar, de gelukzalige Maagd in de hemel, zullen vervoegen.
Voor mij is het eenvoudig: met dit mysterie hebben we eeuwen geleefd. En dus aarzel ik niet om in de voetsporen te blijven van de grote traditie van de predikers. Want nadat we zo diep, hartelijk en levendig mogelijk het mysterie dat ons is voorgesteld hebben uitgelegd, steekt de polemiek de kop op om elke verleiding tot dwaling uit de weg te ruimen. En deze polemiek zelf is de noodzakelijke aanvulling die de geest en het hart naar de waarheid terugvoeren. Hoe beter je begrijpt hoe vreselijk de dwaling is die door de Kerk veroordeeld, verworpen en bestreden wordt, hoe scherper je intelligentie de waarheid in al haar diepte en rijkdom ziet en hoe vuriger je hart ze opneemt.
Welke dwaling is het dan die de Heilige Maagd beledigt in haar Tenhemelopneming? Het is een belachelijke leegheid en een pedante dwaasheid die door alle modernistische theorieën verspreid wordt en volgens dewelke deze Tenhemelopneming geestelijk zou zijn maar niet lichamelijk. «Wij, geleerden, begrijpen dat het vlees, het lichaam niets is, dat er geen coëxistentie bestaat tussen tijd en eeuwigheid, tussen ruimte en geest, enz.» Zo vernietigen ze onze godsdienst want de Tenhemelopneming is wel een mystieke, mysterieuze ontmoeting, maar tegelijk een ontmoeting tussen de ruimte en de oneindigheid van God, tussen de tijd en de eeuwigheid. Maar dat gaat boven het petje van de moderne filosofen en theologen...
God is natuurlijk overal; toch is Hij hier, in het tabernakel, met zijn Lichaam. Hij is hier en niet in een andere zaal, Hij is vandaag hier op een bepaalde manier, ook al is Hij eeuwig. En wanneer de Heilige Maagd Maria in de hemel binnengaat, is dat een gebeurtenis die op een bepaalde dag van de joodse kalender heeft plaatsgehad, die we ooit nog zullen ontdekken aan de hand van een of ander document. Zij is in de hemel binnengegaan en bij haar Zoon gekomen, die zelf van de aarde naar de hemel is opgevaren enkele jaren voordien, op een heel precieze dag.
De modernisten zeggen ons: «Vermits God eeuwig is, vaart de Zoon eeuwig naar de hemel op. Jezus heeft zichzelf gedematerialiseerd, Hij is uit de ruimte en de tijd getreden, Hij bestaat niet meer als mens enz.» Wel, van zo’n mensen hebben we de buik vol, want door naar die woordenkramerij te luisteren hebben de mensen hun geloof in de hemel verloren en genieten ze nog maar alleen van de goede dingen van de aarde. Zij liggen op het strand, ze vervelen zich stierlijk ondanks hun pleziertjes omdat er toch geen hemel meer is waar ze naartoe kunnen gaan. Deze modernistische theorie is de laatste ketterij van de geschiedenis, waardoor Satan over de hele wereld heerst en zelfs over de Kerk: hij heeft God van al zijn aanbidders beroofd, Christus van al zijn kloosterlingen en priesters en van al zijn gelovigen, en Onze-Lieve-Vrouw van alle devotie.
Zo komt het dat de besten naar Compostella stappen voor de ecologie of de folklore... Terwijl Fatima slechts even verder ligt, maar daar spreekt men niet meer over. Onze-Lieve-Vrouw is niet uit de hemel neergedaald in Compostella, maar in Fatima. De takken van de kurkeik bogen onder haar gewicht. Zij is gekomen in een mandorla, in een schitterend oog van hemels licht als een grote doorzichtige parel. Zij is uit het Oosten gekomen en de kinderen hebben gezien hoe zij zich verwijderde... Dus de hemel bestaat niet, of wat? Zij houden ons voor gekken, voor onwetenden die nooit over iets hebben nagedacht omdat wij geloven wat onze godsdienst ons sinds 2000 jaar leert? En daarom zou de katholieke polemiek haar besluit moeten trekken en dat zal ze op een dag doen met anathema’s en excommunicaties. Waarom? Opdat wij samen met de Heilige Maagd zouden kunnen zijn, het mysterie zouden begrijpen en ons op 15 augustus zouden verheugen omdat er ergens een hemel is en omdat Onze-Lieve-Vrouw er echt met ziel en lichaam in opgenomen is.
Ik zal nu letterlijk zeggen wat de Heilige Schrift ons leert, wat de Traditie van de Kerk ons leert en wat ze altijd heeft herhaald, wat de openbaringen ons bewijzen en alle verschijningen die plaats hebben gehad sinds de Tenhemelopneming van de Heilige Maagd. Ik zie niet in waarom we openbaringen en verschijningen zouden verwerpen onder het voorwendsel dat het sinds de dood van de laatste apostel gedaan is en dat de hemel geen recht meer zou hebben om tot de aarde te spreken! Als Onze-Lieve-Vrouw naar Fatima is gekomen, als zij haar voeten heeft gezet op de kurkeik, als de takken van de eik hebben geplooid onder haar gewicht, dan wil dat zeggen dat de Heilige Maagd in de ruimte en de tijd is gekomen – wat Joannes-Paulus II daar ook over mag zeggen. Ik geloof eerder de H. Maagd dan de paus. Als zij wou dat men zag dat haar lichaam een bepaald gewicht had en dat zij kon spreken – zij heeft in Lourdes ook tot Bernadette gesproken – dan betekent dit dat zij heel levend is.
En daarna is ze teruggekeerd naar de hemel. Dat zijn geen indrukken, zoals sommigen zeggen, die God in de hersenen en de optische zenuwen van de mensen schept. Ik neem de godsdienst letterlijk. Er zijn drie woorden die men ons van buiten deed leren op het seminarie om te slagen in het examen, drie woorden die bevestigen dat Jezus echt aanwezig is in de Eucharistie: vere, waarachtig; realiter, werkelijk; substantialiter, wezenlijk. Jezus is in de Eucharistie:
- waarachtig, dat is tegen Calvijn;
- werkelijk, dat is tegen Zwingli;
- wezenlijk, dat is tegen Luther.
Hij is daar waarachtig, Hij is daar werkelijk, Hij is daar wezenlijk. Zo beweer ik ook dat de H. Maagd waarachtig in de hemel is opgenomen, werkelijk in de hemel is opgenomen, wezenlijk in haar ziel en haar lichaam net zoals je haar zag toen ze leefde. Ik zeg nu bij elk mysterie vere, realiter, substantialiter: dat is echt het gepaste wachtwoord tegen de hypocriete woordenkramerij van de modernisten. Zij zeggen bv. over de Hemelvaart: «Ja, het is waar, maar het is een beeld om iets te zeggen, de apostelen hebben dat uitgevonden om ons te laten begrijpen dat... » enz. Nee! De Hemelvaart is een historische gebeurtenis, die waar óf vals is; ze is waar, vere. Realiter: is het werkelijkheid of is het symbolisch? Voor [de Franse bisschop] Mgr. Thomas is het een symbool om te laten zien dat de H. Maagd zich is gaan verliezen in God! Alsof wij hindoes waren! Nu zij vernietigd is in God, is het gedaan met de H. Maagd, laten we erover zwijgen! Neen, wij zijn westerlingen, de aarde is echt, het is een enorme maar begrensde plaats, en net zoals er een aarde bestaat die geschapen is, die wij bewonen, is er een hemel die gevuld is met engelen die God omringen, en er zijn menselijke wezens die er zijn met hun ziel, er zijn Jezus en Maria die er zijn naartoe gegaan met hun lichaam.
Toen Jezus naar de hemel ging heeft Hij het als eerste gezegd tot jubelende vreugde van zijn apostelen die ervan getuigd hebben. Jezus heeft dat gedaan om ons een geloofswaarheid te leren: ergens is er een plaats waar Hij ging binnengaan om de heerlijkheid van zijn Vader te ontvangen en vanwaar Hij zou terugkomen aan het einde van de tijden om ons te oordelen. Dus de hemel bestaat! Wij zijn niet gek als we geloven zoals Jezus toen Hij de ogen naar de hemel ophief en zei: «Onze Vader die in de hemelen zijt». Hij keek omhoog naar de hemel waar zijn Vader is en waar Hij vurig verlangde heen te gaan.
En er is een aarde, maar de aarde is niet alles en plots wordt onze mensengeschiedenis minder belangrijk – want er is een gebeurtenis die de grenzen van onze geschiedenis doet uiteenspatten, alle eeuwen waarmee onze geschiedenisboeken volgestouwd zijn, en deze gebeurtenis is dat Jezus uit deze aarde is heengegaan om zijn geschiedenis verder te leven in de hemel, en waar de H. Maagd Hem is gaan vervoegen.
En daarom zullen wij vandaag eenvoudig bidden en zingen: « O Maagd zo rein zo schoon, eens zie ik u hierboven», dit eenvoudig lied dat zo ver verwijderd staat van alle theologische uitleg, dit lied dat ons hart ontroert, dat de H. Bernadette deed huilen. Ja, wij zullen haar op een dag zien in ons eeuwig Vaderland, maar vanaf nu kunnen wij ons al verheugen omdat zij bij Jezus is. De Moeder en de Zoon hebben elkaar weergevonden, dank U, mijn God! Met de engelen zegenen en loven wij hun grootheid en we kunnen niet anders dan de afstraling daarvan ook op ons te voelen: hun grote liefde zuigt onszelf ook naar de hemel.
abbé Georges de Nantes
uit het sermoen van 15 augustus 1989