13 AUGUSTUS 2017
De gestilde storm en de angst van Simon Petrus
DIT Evangelie van de tot bedaren gebrachte storm is wonderlijk aangrijpend, zowel door zijn zeer menselijke eenvoud als door zijn goddelijke grootsheid. Het is een nog steeds actueel onderricht dat Jezus ons geeft door ons te tonen wat we vandaag moeten doen wanneer we de vreselijkste stormen van de Apocalyps het hoofd moeten bieden. Herlezen we dit Evangelie dat tegelijkertijd een mirakel en een parabel is (Mattheüs 14, 22-33).
22 – « Onmiddellijk nadat Hij het volk in de woestijn te eten gegeven had, dwong Jezus zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden.»
Jezus verplicht zijn leerlingen aan boord van de boot te gaan en van wal te steken omdat, na de broodvermenigvuldiging in de woestenij, de menigte Hem Koning wil maken. Hij moet deze menigte kalmeren en op de eerste plaats de apostelen, die verrukt zijn bij de gedachte aan zijn rijk dat nabij is en die de menigte opzwepen.
23 – « Toen Hij het volk had weggezonden, ging Hij de berg op om in afzondering te bidden. De avond viel en Hij was daar alleen.»
Jezus beklimt geheel alleen de berg om te bidden tot zijn Vader. Na de messiaanse, aardse, stoffelijke, politieke, wereldse triomf geweigerd te hebben, beseft Jezus dat Hij de weg van Calvarie moet gaan, om er te sterven op het Kruis, zijn heilswerk op zijn eigen manier te voltooien, anders dan de manier waarop de apostelen dit wilden.
24 – « De boot was reeds midden op het meer en werd geteisterd door de golven, want zij hadden tegenwind.»
Wat vanaf nu gebeurt, is een allegorie van de geschiedenis van de hele Kerk. Heel de nacht werd de boot van de apostelen geteisterd door woeste golven. Dat verwijst naar de tweeduizend jaren die reeds voorbij zijn en gedurende dewelke de Kerk steeds gebukt ging onder lasten en beproevingen. Tot iemand die verbaasd vroeg hoe het komt dat de Kerk, na 2000 jaar, niet gezegevierd heeft op de vijandelijke krachten, antwoordde de H. Pius X dat het volgens Gods plan is dat de Kerk in deze wereld vervolgingen ondergaat om vervolgens in eeuwigheid beloond te worden.
25 – « In de vierde nachtwake kwam Hij te voet over het meer naar hen toe.»
De apostelen bevinden zich in volle storm en Jezus wandelt over het meer. Men moet goed beseffen dat een door storm bewogen zee als een omgeploegd veld is. Wie over een omgeploegde akker loopt, gaat vooruit met ongelijke tred volgens de voren die hij moet oversteken. Evenzo volgde Jezus de beweging van de golven en ging nu eens op- en dan weer neerwaarts.
26-28 – « Maar toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen van angst te schreeuwen. Maar Jezus zei onmiddellijk tot hen: “Weest gerust. Ik ben het. Vreest niet.” Hierop antwoordde Petrus: “Heer, als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen.”
« De H. Geest heeft Petrus die stoutmoedigheid ingegeven om aan te tonen dat hij de leider van de apostelen was, dat het hem toekwam zich als eerste te engageren.
29-30 – « Waarop Jezus sprak: “Kom!” Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang; hij begon te zinken en schreeuwde: “Heer, red mij!”
« De H. Petrus wandelt over dit soort vloeibare akker. Maar toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang. Jezus van zijn kant is sterk. Hij wandelt over het water en moedigt de apostelen aan, trekt ze tot zich.
De H. Petrus is bang geweest in volle uitvoering van zijn ambt. Voor de vervolging zijn verschillende pausen van angst bezweken. Onze Simon-Petrus is bang. Daarop begint hij te roepen: Heer, red mij!
Als de paus van vandaag zal roepen: «Heer, red mij!», zal hij ons allen samen met hem redden. Intussen doet hij ons vergaan door zijn gebrek aan vertrouwen en zijn lafheid tegenover de eisen van de wereld.
31–33 – « Terstond stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast, terwijl Hij tot hem zei: “Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?” Nadat zij in de boot gestapt waren, ging de wind liggen. De inzittenden wierpen zich voor Hem neer en zeiden: “Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God.!”
« We weten door Fatima dat, omdat de pausen niet doen wat God van hen vraagt – Rusland toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria en de eerherstellende devotie van de eerste zaterdagen verspreiden – de Kerk hierdoor een grote storm zal doormaken: «De paus zal veel te lijden hebben, naties zullen vernietigd worden, de goeden zullen gemarteld worden...»
Maar we weten ook dat op dat moment een uiteindelijk aan God gehoorzame paus Rusland zal toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria. Rusland zal zich bekeren en dan zal de ganse wereld een zekere tijd van vrede kennen. We zijn zeker van deze uiteindelijke overwinning omdat Onze-Lieve-Vrouw van Fatima zelf er ons onvoorwaardelijk van verzekerd heeft: « Uiteindelijk zal mijn Onbevlekt Hart zegevieren.»
De ganse wereld zal dusdanig verbaasd staan over dit mirakel dat zij zich voor Jezus Christus zal neerwerpen met de woorden: « Waarlijk, gij zijt de Zoon van God» en in een zelfde beweging zal de wereld zich ook voor de Maagd Maria neerwerpen en met drang verkondigen: « Ja, gij zijt werkelijk de Onbevlekte Ontvangenis, de Moeder van God en voor altijd en allen onze Moeder!»
Ziedaar hoe Jezus ons in een waar gebeurde parabel heel de geschiedenis openbaart. Dit toont ons dat de paus niet volmaakt is; hij is zeker van de bijstand van God, maar hij moet Hem nog gehoorzamen en zijn wil doen: daarin is hij vrij. Hij kan ook nog die man blijven tot wie Jezus nogmaals zal zeggen: « Man van weinig geloof, waarom hebt gij getwijfeld?»
Dat is de reden waarom we voor de paus moeten bidden, steeds moeten bidden voor zijn intenties. De H. Maagd Maria heeft aan de kinderen van Fatima gevraagd veel te bidden voor de H. Vader. Zuster Lucia heeft, in navolging van de kleine Jacinta, niet opgehouden dit te herhalen aan haar correspondenten. Wat onszelf betreft, als we getwijfeld hebben in onze moeilijkheden, onze beproevingen, dan is het moment daar om vertrouwen te hebben. Jezus zal ons bij de hand nemen om ons te redden.
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 6 juli 1993