DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
DECEMBER 2019
HET POOLS MIRAKEL
OP 19 november 2016 vond een bijzondere plechtigheid plaats in de kerk van de Goddelijke Barmhartigheid in Krakau, de oude Poolse koningsstad. In aanwezigheid van president Andrzej Duda erkenden de bisschoppen van Polen Christus officieel als koning van hun land. Deze akte van toewijding werd de dag daarop, de zondag waarop het feest van Christus Koning gevierd wordt, hernomen in alle Poolse kerken. De Poolse katholieken wijdden ook zichzelf toe, na een voorbereidende noveen.
De tekst van de toewijding luidde als volgt:
Christus, wij belijden dat wij uw heerschappij nodig hebben. Wij belijden dat Gij en Gij alleen heilige rechten over ons bezit die nooit zullen voorbij gaan. Daarom buigen wij nederig ons hoofd voor U, die Heerser van het heelal zijt, en wij erkennen uw koningschap over Polen en geheel onze natie, die leeft in het moederland of daarbuiten in de wijde wereld. Op de 1050ste verjaardag van haar doopsel erkent Polen hierbij plechtig de heerschappij van Jezus Christus.»
Een half jaar later, op 6 juni 2017, werd de honderdste verjaardag van de verschijningen in Fatima herdacht met een nieuwe plechtigheid: de Poolse bisschoppen wijdden toen in Zakopane, in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, de Kerk van Polen toe aan het Onbevlekt Hart van Maria. Opnieuw was daarbij het staatshoofd aanwezig, samen met eerste-minister Beata Szydło, leden van de regering en het parlement en plaatselijke gezagsdragers. Deze toewijding werd op 8 september, feest van de Geboorte van de Maagd Maria, overgedaan in elk bisdom, elke parochie en elk katholiek huisgezin. Ze was een aanvulling op de toewijding van de Poolse natie aan het Onbevlekt Hart die plaatsgreep op 8 september 1946 op de berg van Jasna Góra, het heiligdom van de Zwarte Madonna, in aanwezigheid van één miljoen bedevaarders.
Tijdens de hoogmis in Zakopane beloofden de bisschoppen samen met alle kerkgangers plechtig dat zij het huwelijk zouden verdedigen, de rechten van het ongeboren kind beschermen en strijden tegen het moreel verval. En men bad samen: «Door ons toe te wijden aan uw Onbevlekt Hart willen wij onszelf verenigen met u, Allerheiligste Maagd, door onszelf te schenken aan Christus, de enige Verlosser, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.»
EEN OVERDONDEREND PLEBISCIET
Onze-Lieve-Vrouw is niet ongevoelig gebleken voor dat dubbele eerbetoon aan haar Zoon en aan haarzelf. Precies op 13 oktober van dit jaar, de dag van het zonnewonder in Fatima, verrichtte zij opnieuw een mirakel!
In Polen bezorgden de wetgevende verkiezingen een klinkende overwinning aan Jarosław Kaczyński, de leider van de rechts-nationalistische, conservatieve en christelijke partij «Recht en Rechtvaardigheid» (Prawo i Sprawiedliwość). Alle media waren verplicht die complete triomf te erkennen: «De uitslag is zonneklaar: Recht en Rechtvaardigheid haalt ei zo na 50 procent en een comfortabele meerderheid van de 460 zetels in de Sejm (Kamer). Alle politieke records sneuvelen: nooit eerder sinds de val van het communisme haalde een partij een beter resultaat en nooit eerder was de opkomst zo hoog: 61 procent» (vrtnws, 14 oktober 2019).
De partij werd gesticht door Jarosław Kaczyński en zijn tweelingbroer Lech (die president was en omkwam toen een regeringsvliegtuig op 10 april 2010 bij Smolensk neerstortte). Ze had al in 2015 een absolute meerderheid in beide Kamers van het parlement veroverd en leidt sinds november van dat jaar de Poolse regering. Haar verpletterende overwinning is gebaseerd op een mobilisatie van alle leeftijdsklassen, met inbegrip van de jongeren, voor de verdediging van de “traditionele waarden” – waarbij de homoseksuele eisen uiteraard op de index gezet worden! Verder is de partij gekant tegen abortus en euthanasie, vindt ze dat het huwelijk gedefinieerd moet worden als een verbintenis tussen een man en een vrouw en is ze tegen de legalisering van softdrugs. Ze pleit voor harde straffen voor misdaden begaan tegen iemands lichamelijke integriteit en voor de herinvoering van de doodstraf.
De voorbije vier jaar heeft de regering waarvan Recht en Rechtvaardigheid de leiding heeft al verschillende concrete maatregelen genomen inzake gezin en arbeid.
Om te beginnen streefde ze naar de verhoging van het geboortecijfer, onder meer door de toekenning van een premie van 500 zloty (ongeveer 120 euro) voor elk tweede en daaropvolgende kind. Verder verhoogde zij de salarissen van de ambtenaren en verlaagde de pensioenleeftijd (tot 65 jaar voor mannen en 60 voor vrouwen). Brussel kan er natuurlijk niet mee lachen, maar de goede cijfers van de Poolse economie – die buiten de eurozone gebleven is – hebben Jarosław Kaczyński toegelaten om nieuwe maatregelen in dezelfde lijn te beloven, zoals de uitbreiding van de gezinsbonus en de substantiële verhoging van het minimumloon.
De regering kwam de belofte van 2015 na om 3 miljoen goedkope woningen te bouwen om jonge koppels te helpen een gezin te stichten. Er werd een wet op de verlenging van het ouderschapsverlof goedgekeurd. In 2017 volgde een wet die de opening van winkels op zondag verbood, met de bedoeling dat de werkende mensen meer tijd zouden kunnen besteden aan hun gezin.
Tenslotte werd de openbare dienstverlening drastisch verbeterd: verwaarloosde spoorlijnen gingen terug open, een net van interstedelijk busvervoer zag het licht en er kwamen een heleboel politiecommissariaten bij. De voorzitter van een regionale Kamer van koophandel vertrouwde onlangs aan een delegatie van Franse bedrijfsleiders toe dat het probleem met Recht en Rechtvaardigheid is... dat de partij haar beloften houdt.
Eigenlijk gaat dit om de revanche van de “kleinen”, die zo misprezen en vernederd werden door de “elite”. Die “elite” oefende na de val van het communisme vijfentwintig jaar de macht uit, tussen 1989 en 2015. Zij legde op een genadeloze manier de mondialisering en de Europese integratie op aan de Poolse arbeiders en landbouwers – en spijtig dan maar voor «de verliezers die zich niet kunnen aanpassen».
TEGEN HET LIBERALISME VAN BRUSSEL
«Zelfs al stelt de partij Recht en Rechtvaardigheid nooit de Europese Unie in vraag, toch betekenen de Poolse verkiezingen van 13 oktober een geweldige kaakslag voor Brussel», schrijft Pierre Lévy in RT (14 oktober 2019). «Deze verkiezingen waren de belangrijkste sinds 1989, want ze zouden niet alleen bepalen wie de volgende vier jaar het land zou besturen, maar ook welk model Polen op de lange termijn zou volgen. Het ging over ofwel een “westerse, liberale democratie” die beantwoordt aan het profiel dat de EU propageert, ofwel een systeem gebaseerd op een sterk gezag (sommigen gebruiken de term “autoritair”), op een goed uitgebouwde verzorgingsstaat en op waarden ter verdediging van gezin en natie.»
Lévy onderstreept dat «de leiders van “Prawo i Sprawiedliwość” er zich kunnen in verheugen dat hun partij niet enkel alle concurrentie weggevaagd heeft in haar traditioneel bastion – Oost-Polen, dat armer, landelijker en traditioneler is – maar ook in de regio’s in het westen en het noorden, die vaak omschreven worden als het rijke en moderne Polen. Het liberale Burgerplatform gaat de PiS slechts vooraf in vier grote steden, waaronder Warschau, en moet zelfs de duimen leggen in de gebieden aan de Duitse grens, waar het Platform altijd sterk gestaan heeft.»
Met de electorale steun van de Kerk – en van Radio Maria! – heeft Jarosław Kaczyński, de informele maar onbetwiste leider van de ploeg die aan de macht is, dus opnieuw een monsterscore behaald. De duur van zijn politiek leven is alvast langer dan die van Lech Walesa, het legendarisch boegbeeld van de strijd tegen het communisme, die er door de stichter van Recht en Rechtvaardigheid niet onterecht van beschuldigd werd een communistisch agent geweest te zijn. Vandaag wordt Kaczyński niet alleen door de Kerk gesteund, maar ook door talrijke syndicaten, waaronder Solidarnosc...
Hij kan zich dus volop geruggesteund voelen in zijn ambitie om Polen ten gronde om te vormen en een “morele revolutie” tot stand te brengen, tot grote ontgoocheling van de liberalen van het «Burgerplatform» (Platforma Obywatelska) en de intelligentsia die meestal aan hun kant staan. Prototype van die stroming is natuurlijk Donald Tusk, voormalig Pools premier en tot 30 november van dit jaar voorzitter van de Europese Raad, die zweert bij alles wat liberaal en westers is en die geen gelegenheid laat voorbijgaan om de christelijke Poolse regering stokken in de wielen te steken. Maar ook hij kan niet om de vaststelling heen dat het “westers liberalisme” in Polen niet aan de bak komt!
Dat betekent niet dat de vijand zich zomaar gewonnen geeft. Kenmerkend is de oprichting van een nieuwe ultra-liberale partij in februari van dit jaar: «Lente» (Wiosna). Haar stichter? Robert Biedrón, oud-burgemeester van Slupsk, zelfverklaard atheïst en een openlijke homo die ijvert voor de LGBT-rechten en gendergelijkheid. Kaczyński reageerde daarop met de verklaring dat LGBT-rechten buitenlandse import zijn die een gevaar vormt voor de Poolse natie. «We hebben te maken met een rechtstreekse aanslag op het gezin en op kinderen: de seksualisering van kinderen, de hele homobeweging, de genderideologie. Het is allemaal geïmporteerd, maar het bedreigt vandaag onze identiteit, onze natie, de toekomst en dus ook de Poolse staat» (25 april 2019). Hij wil niet weten van manifestaties als de Gay Pride, die hij aan de kaak stelt als «rondtrekkend theater met als enige bedoeling te provoceren».
ECONOMISCHE SUCCESSEN
Begin december 2019 kwamen vijfduizend politieke en economische leidinggevenden uit heel Centraal- en Oost-Europa bijeen in het zuidoosten van Polen, in het kuuroord Krynica-Zdrój, voor de 29ste editie van het Economisch Forum. Alle blikken waren daarbij gericht op de Poolse premier Mateusz Morawiecki, die Beata Szydło twee jaar geleden opvolgde aan het hoofd van de regering en die door de organisatoren van het evenement uitgeroepen was tot «man van het jaar».
De voormalige bankier, die met overtuiging toetrad tot de partij van Kaczyński, verklaarde in zijn toespraak: «Wij kunnen hopen dat wij over 14 jaar op het niveau van Spanje of Frankrijk staan wat het bruto binnenlands product per inwoner betreft. Wij komen steeds dichter bij de G20, want wij bekleden vandaag de 22ste plaats. Weldra zullen we Taiwan voorbijsteken.»
Geen enkele aanwezige die twijfelde aan de woorden van Morawiecki, want de prestaties van de Poolse economie zijn verbazend goed. Vincent Falcoz, hoofd van de regionale economische dienst, gaf toelichting: «In 2004 bedroeg het inkomen per inwoner niet meer dan 40 % van het Europees gemiddelde. Vandaag zitten we op 70 %. De vijftien voorbije jaren was Polen het enige land van de Europese Unie dat geen recessie heeft gekend, ook niet na de crisis van 2008. Integendeel, de economische groei in Polen heeft zich gehandhaafd op een zeer hoog niveau, tot 5 % in 2018.»
Daarmee geeft Polen de rest van Europa het nakijken. «De Europese Commissie verwachtte voor 2019 een lichte terugval tot 4,4 %. Maar dat niveau is nog altijd een van de hoogste in Europa, waar de groei niet hoger uitkomt dan gemiddeld 1,5 % voor de Unie en nauwelijks 1 % voor de 19 landen van de Eurozone» (La Croix, 6 oktober 2019).
Daar bovenop komen een historisch lage werkloosheidsgraad (3,8 % tegenover 6,3 % voor de EU) en een staatsschuld die zich stabiliseert rond 1,6 % van het BIP. Die resultaten maken van Polen een van de voormalige Oostbloklanden die het best geslaagd zijn in hun economische overgang naar de markteconomie en de Westerse standaarden benaderen.
De kwestie van de immigratie heeft in de campagne voor de parlementsverkiezingen van oktober 2019 slechts weinig meegeteld en met reden: de economie van het land wordt veeleer gekenmerkt door het probleem van de emigratie. De voorbije twee decennia zijn er miljoenen werkkrachten weggetrokken, onder wie zeer veel jongeren. Omdat het Polen economisch zo voor de wind gaat, heeft het land bijna twee miljoen Oekraïners moeten aantrekken om de uittocht van de eigen bevolking te compenseren.
Meteen is ook de anti-Russische obsessie van de officiële Poolse diplomatie fel afgezwakt. Dat geldt zelfs voor de oppositie in het parlement, die in haar rangen veel volksvertegenwoordigers telt die minder agressief staan tegenover Moskou. De landbouwers lijden trouwens onder de sancties die de Europese Unie aan Rusland heeft opgelegd omwille van de annexatie van de Krim.
Zijn we hier getuige van een kanteling in de bondgenootschappen? Ja! Juist zoals Viktor Orbán, de Hongaarse minister-president, werkt ook Jarosław Kaczyński aan de restauratie van een christelijk Europa waarin de naties hun soevereiniteit kunnen terugvinden!
broeder Bruno van Jezus-Maria
& redactie KCR