DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
MEI 2019
HET KRUITVAT: WANNEER VALLEN DE VS IRAN AAN?
DE LANGE ARM VAN TEHERAN
«Het Midden-Oosten kan op elk moment de hele wereld in vuur en vlam zetten – als paus Franciscus volhardt in zijn weigering om in te gaan op de verzoeken van de Maagd Maria die ons de vrede kunnen schenken.
«De Amerikaanse regering heeft goed en wel de oorlog aan Teheran verklaard door de Iraanse Revolutionaire Garde, een legermacht van zo’n 120.000 militairen die als de «behoeders van de Iraanse revolutie» gelden, op de lijst van buitenlandse terroristische organisaties te plaatsen.
«Maar Iran staat niet alleen. “Van Irak tot Syrië, Zuid-Libanon en de Gazastrook vermenigvuldigen zich de zones van rechtstreekse of onrechtstreekse confrontatie tussen de Amerikaans-Israëlische as en de zgn. as van het verzet die pro-Iraans is” (Georges Malbrunot in Le Figaro van 15 april 2019).
«In Irak hebben de VS nog meer dan vijfduizend militairen, verschanst in verschillende bases, terwijl Teheran in het land onder vele vormen invloed uitoefent. Speerpunt van die invloed zijn de Irakese milities die door Iran betaald worden. Sinds de Amerikaanse invasie van 2003, die Saddam Hoessein omverwierp, werden al ongeveer 600 G.I.’s omgebracht in aanvallen die Washington toeschrijft aan pro-Iraanse Irakezen. Die laatsten zijn beter getraind en beter gewapend dan in 2003, omdat zij ondertussen – aan Amerikaanse zijde! – gevochten hebben tegen de jihadisten van Islamitische Staat...
«De Irakese milities op de paylist van Teheran vormen een gemakkelijk inzetbare reserve tegen wat nog overblijft van de Amerikaanse aanwezigheid in Irak «om Iran in de gaten te houden» (Donald Trump).
«De Iraanse president Hassan Rohani van zijn kant heeft ermee gedreigd zijn nucleair programma opnieuw op te starten. Maar heeft Teheran er echt belang bij om uit het nucleair akkoord te stappen, zoals Trump vorig jaar deed? Dat is helemaal niet zeker. Iran zou dan immers de steun verliezen van zijn Europese bondgenoten, die het door hen ondertekende akkoord blijven verdedigen.
«Daarom kromt de islamitische Republiek de rug. De Amerikaanse sancties verstikken zijn economie. Het regime beschikt over reserves die toelaten het nog enkele jaren vol te houden. “Teheran gokt op een nederlaag van Trump in 2020. Maar wat als zijn mandaat vernieuwd wordt? Dat is een onbekend gegeven, een gegeven zwanger van gevaren. Tegenover een Amerikaanse president die 100 % anti-Iraans is, zal Teheran in de verleiding komen om een ultraconservatief van de harde lijn te kiezen, om de Grote Satan beter te kunnen weerstaan”« (broeder Bruno van Jezus-Maria, Conférence d’actualités van 5 mei 2019).
DE AFGEWEZEN OLIJFTAK
Een klein jaar geleden, op 22 juli 2018, reikte de Iraanse president Rohani de Verenigde Staten nog een halve olijftak aan: «Amerika zou moeten begrijpen dat vrede met Iran de moeder van alle vredesakkoorden zou zijn, terwijl oorlog met ons land de moeder van alle oorlogen zou vormen.»
De reactie van Donald Trump liet niet lang op zich wachten. De dag daarop al tweette hij: «Aan president Rohani: waag het nooit meer om bedreigingen te uiten aan het adres van de VS, anders zou Iran zich blootstellen aan gevolgen die nog maar heel weinig volkeren in de geschiedenis tot nog toe ondergaan hebben!»
Het tekent de grimmigheid van Washington tegenover Teheran. En toch...
«In werkelijkheid smeedt Trump zijn buitenlandse politiek enkel in functie van de winst die hij er kan uithalen voor zijn imago in het binnenland. Hij zegt dat hij geen oorlog met Iran wil. Maar hij weet ook dat een mini-Trafalgar ten koste van de Iraanse ayatollahs zijn electorale kansen flink zou vergroten. Hij is niet vergeten hoe de vlootexpeditie van Groot-Brittannië tegen Argentinië in verband met de Falklandeilanden, in 1982, het binnenlands gezag van premier Margaret Thatcher geweldig versterkte.
«De Iraanse president dreigde de agressie van de VS te beantwoorden met de sluiting van de Straat van Hormuz, waarlangs 30 % van alle wereldwijd verhandelde aardolie passeert [per dag varen 14 volle supertankers door de Straat!]. Een internationale zee-engte sluiten is een oorlogsdaad. Maar als Rohani doet wat hij zegt, dan maakt de US Navy van de Iraanse zeemacht gehakt. Iedereen weet dat. De tirade van de Amerikaanse president was dus hoofdzakelijk voor binnenlands gebruik bedoeld» (broeder Bruno van Jezus-Maria, Conférence d’actualités van 30 september 2018).
DE OBSESSIE VAN ISRAËL
Wil dat zeggen dat de verbale krachtpatserijen van Washington aan het adres van Teheran per slot van rekening ongevaarlijk zijn? Jammer genoeg niet, want er is Israël...
Heel de Syrische oorlog lang heeft de joodse staat met lede ogen gezien hoe Iran, bondgenoot van Syrië en Rusland, vanaf de luchthaven van Damascus wapens leverde aan de Hezbollah, de sjiitische formatie die het zuiden van Libanon stevig in zijn greep heeft. Voor Israël vormt de Hezbollah een existentieel gevaar.
De «Partij van God» werd een belangrijke factor in het Midden-Oosten sinds de Israëlische invasie van Libanon in 1982 (operatie Vrede voor Galilea, gericht tegen de strijdkrachten van de PLO van Yasser Arafat). Bij die inval, die leidde tot de bezetting van een strook land in het zuiden van Libanon door het joodse leger, Tsahal, vielen veel slachtoffers zowel onder de Palestijnen in Libanon als onder de Libanese bevolking zelf. De Hezbollah voerde een guerrillacampagne tegen de Israëlische bezetting, met succes: in mei 2000 moest Tsahal zich terugtrekken.
Zes jaar later kwam het opnieuw tot een botsing tussen het Israëlisch leger en de Hezbollah, toen moslimstrijders een Israëlische grenspost aanvielen, drie joodse soldaten doodden en er twee gevangennamen. De Israëlisch-Libanese oorlog van 2006 die hiervan het gevolg was, eindigde met een staakt-het-vuren dat algemeen werd geïnterpreteerd als een overwinning voor de Hezbollah en in het bijzonder voor zijn leider, sjeik Hassan Nasrallah. Opnieuw had Israël de duimen moeten leggen voor de «Partij van God»...
Sindsdien heeft de joodse staat niet alleen de Hezbollah in het vizier, maar ook Iran, dat beschouwd wordt als broodheer en opdrachtgever van de beweging. Jeruzalem mobiliseert bijgevolg zijn eigen trouwe bondgenoot: Washington.
DESTABILISERING
De “haviken” in de Amerikaanse regering zijn even anti-Iraans als Israël zelf. Mike Pompeo, de minister van Buitenlandse Zaken, en John Bolton, de Nationaal Veiligheidsadviseur, laten geen gelegenheid voorbijgaan om Teheran in een kwaad daglicht te stellen. Maar het gaat verder dan dat. «Amerikanen en Israëli’s hebben een speciale cel opgericht die onrust moet stoken in Iran. Met welke bedoeling? De omverwerping van het regime» (broeder Bruno van Jezus-Maria, Conférence d’actualités van 30 september 2018).
In september 2018 werd het Iraanse consulaat in Basra, de grote metropool in het zuiden van Irak, door honderden “demonstranten” aangevallen en in brand gestoken.
Zij protesteerden hiermee, aldus de westerse media, tegen de Iraanse bemoeienis in de politiek van hun land. De brandstichting volgde op een bloedige week waarin verschillende doden vielen. Een “woordvoerder” van de betogers gaf aan dat «zij die Irak de afgelopen vijftien jaar geleid hebben in feite bondgenoten van Iran waren» en dat «het volk protesteerde tegen deze elite die in het zadel wordt gehouden door Teheran».
«Alles gebeurt alsof de VS er voorgoed van af gezien hebben om tot een diplomatieke regeling te komen met het regime van de ayatollahs, dat in 1979 aan de macht kwam in Teheran nadat de Sjah overgeworpen was, de trouwste bondgenoot van Washington in het Midden-Oosten» (broeder Bruno, ibid.).
Ook Europa speelt het spel van de as Washington-Jeruzalem mee, en meer bepaald Frankrijk dat zich onder Macron als een trouwe vazal van de VS gedraagt.
Op 30 juni 2018 organiseerde de Iraanse oppositie – de islamitisch-communistische Iraanse Volksmoedjahedien (MEK) – een grote meeting in een buitenwijk van Parijs. De aanwezige Amerikanen waren niet van de minsten: Rudy Giuliani (voormalig burgemeester van New York en juridisch adviseur van Trump), Newt Gingrich (oud-voorzitter van het Huis van Afgevaardigden) en generaal George Casey (voormalig stafchef van het Amerikaanse leger). Voor Frankrijk waren twee oud-ministers van Buitenlandse Zaken present: Bernard Kouchner en Philippe Douste-Blazy. Een dergelijke bijeenkomst kon uiteraard niet doorgaan zonder groen licht van de Franse geheime dienst en dus ook van het Elysée, wat in Teheran veel kwaad bloed zette.
Kouchner: «We moeten af geraken van de ayatollahs in Iran en een echte democratie met het volk opbouwen. Wij ondersteunen jullie programma en staan aan jullie kant in naam van het Franse volk!» Douste-Blazy: «De situatie in Iran is aan het veranderen ten gunste van het volk, dat vrijheid en democratie wil!» Het “volk”... alsof de MEK het volk vertegenwoordigt!
De Iraanse Volksmoedjahedien heeft overigens nogal wat bochten moeten maken om in het kraam van zijn westerse bondgenoten te passen. Oorspronkelijk waren de islamitische communisten antizionistisch en anti-imperialistisch; ze werden door de VS en de EU als een terroristische organisatie beschouwd (en tot op vandaag ook door Teheran). Dat veranderde in 1993, toen Bill Clinton schriftelijk zijn steun aan de organisatie uitsprak. De MEK van zijn kant gaf blijk van het meest platte opportunisme door onvoorwaardelijk de kant van de VS te kiezen en zich zelfs te betitelen als een «bondgenoot van Israël» (cf. Eileen Barker, Revisionism and Diversification in New Religious Movements, 2016)! Plots werden ze dan ook geschrapt van de lijst met terroristische organisaties.
DE OPMAAK VAN EEN BELASTEND DOSSIER
Philip Giraldi, oud-officier van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst, leidt vandaag de Council for the National Interest (CNI), een stichting die denkwerk verricht in het kader van de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. Anders dan de meeste andere think tanks maakt de CNI echter een punt van zijn volstrekte onafhankelijkheid: geen banden met de overheid en evenmin banden met landen die druk uitoefenen op de Amerikaanse overheid – lees: Israël. Giraldi is namelijk uiterst kritisch voor de doorslaggevende invloed van de joodse staat op de oorlogspolitiek van Washington. Hij neemt geen blad voor de mond: «De vingerafdrukken van Israël staan overal op het interventionisme van Amerika en illustreren de joodse macht in de VS» (april 2018).
Giraldi publiceerde op 26 februari 2019 een interessant artikel op de website van Information Clearing House waarin hij een kat een kat noemt. We citeren er uitgebreid uit:
«De Midden-Oostenexperts zijn het er al lang over eens dat de VS en Israël een voorwendsel zoeken om Iran aan te vallen.
«Bepaalde organisaties in Washington, die allemaal nauw verbonden zijn met Israël en de joodse lobby in de VS, hebben als opdracht een dossier samen te stellen waardoor de oorlog tegen Iran gerechtvaardigd kan worden. Ze zoeken alle mogelijke voorwendsels: Iran zou vals spelen in verband met zijn nucleair programma, het zou langeafstandsraketten ontwikkelen waarvan de kernkoppen doelwitten in Europa en zelfs in de VS kunnen treffen... Ze hameren er op dat in Teheran een verdrukkend regime aan de macht is, een dictatuur die onderworpen moet worden aan “regime change” om het Iraanse volk te bevrijden en het democratie te schenken... En als kers op de taart beweren ze dat Iran in heel het Midden-Oosten oorlogen en bedreigingen tegen de VS voedt en ondersteunt.
«Men zou die beweringen op een redelijke manier kunnen weerleggen door te verwijzen naar de rigoureuze inspecties door het Internationaal Atoomagentschap, dat bevestigde dat Iran geen enkel programma voor kernbewapening heeft. Dat besluit wordt trouwens onderschreven door de Amerikaanse inlichtingendiensten in hun rapport Worldwide Threat Assessment.
«De haviken in Washington [...] zijn echter gefrustreerd door het ontbreken van een casus belli waarop zij hun oorlog kunnen baseren. Ongetwijfeld onder druk van [de Israëlische premier] Netanyahu hebben zij blijkbaar opnieuw leven geblazen in een oude geschiedenis, die een aanval op Iran zonder voorafgaandelijke oorlogsverklaring zou kunnen rechtvaardigen, zonder dat dit land een dreigend gevaar vormt waardoor een preemptive strike (verrassingsaanval) gewettigd wordt.
«Wat de nieuwe Iraanse politiek kan worden, werd onlangs beschreven in een artikel verschenen in The Washington Times: “Exclusive: Iran-al Qaeda alliance May Provide Legal Rationale for US military strikes”. De belangrijke argumenten in dit artikel zouden ernstig moeten genomen worden door iedereen die bezorgd is om wat er in de Perzische Golf kan gebeuren.
«Als voormalig CIA-agent [...] was ik vooral gechoqueerd door de gelijkenis tussen het artikel en de rapporten die tussen 2001 en 2003 gefabriceerd werden om de oorlog in Irak te rechtvaardigen. Hoofdgedachte is dat een oorlog tegen Iran wenselijk is voor de VS – en voor Israël in de coulissen – en dat er dus een goed excuus moet gevonden worden om die oorlog te starten. En de dreiging van terrorisme is altijd een goed argument om het Amerikaans publiek ervan te overtuigen dat er actie moet ondernomen worden.»
SAMENWERKING TUSSEN IRAN EN AL-QAEDA?
Giraldi vervolgt:
«Het artikel verklaart dat Iran al-Qaeda ondersteunt door de terroristische beweging financiële steun, wapens en schuilplaatsen in heel het Midden-Oosten te geven, zodat het zijn aanvallen kan ondernemen. Teheran doet dat ondanks de onderlinge ideologische verschillen, want er is een gemeenschappelijke vijand: de VS. Volgens The Washington Times en zijn bronnen is die samenwerking “uitgegroeid tot een wereldwijde bedreiging voor de veiligheid van een onaanvaardbaar niveau” en is het Witte Huis vastbesloten “om een wettelijke rechtvaardiging te vinden voor militaire aanvallen tegen Iran”...
«De krant legt uit dat “de wet vandaag een geldig motief kan verschaffen om het grondgebied van Iran [...] aan te vallen als president Trump beslist dat Teheran een onmiddellijke bedreiging voor de VS of Israël vormt en dat de economische sancties niet volstaan om die dreiging te beheersen”. Er wordt geen enkele moeite gedaan om uit te leggen waarin die “onmiddellijke bedreiging” voor de VS door een verzwakt Iran dan wel bestaat, maar de lezer merkt wel dat Israël zoals gewoonlijk betrokken partij is, dat het opnieuw zijn troefkaart van eeuwig slachtoffer uitspeelt en dat het zich “onveilig” voelt ondanks zijn nucleair arsenaal en zijn verpletterende militaire superioriteit in de regio – met dank aan het Amerikaanse Congres.
«Eigenaardig genoeg wordt de visie op Iran als “wereldwijd sponsor van het terrorisme” [...] niet gedeeld door de auteurs van het reeds vermelde Worldwide Threat Assessment: de inlichtingendiensten hebben er nooit over horen spreken. De visie van het Witte Huis kadert overigens niet met de laatste grote aanval toegeschreven aan al-Qaeda, gedateerd op 13 februari 2019, toen de Revolutionaire Garde in het zuidoosten van Irak werd aangevallen en 27 militairen omkwamen.»
Het ging om een militaire bus met leden van het elitecorps van de Iraanse republiek. Een zelfmoordterrorist liet zijn voertuig bomvol explosieven ontploffen op het moment dat de bus passeerde. Bij de aanslag, een van de dodelijkste van de laatste jaren in Iran, kwamen 27 soldaten om en werden er 13 gewond.
«De enige expert geciteerd door The Washington Times die ook wérkelijk een specialist is en die de originele documenten onderzocht heeft (en zich dus niet baseert op regeringsdocumenten) spreekt deze historie over samenwerking tussen Iran en al-Qaeda formeel tegen. “Nelly Lahoud, een voormalige analiste van het terrorisme aan de US Military Academy en tegenwoordig lid van de Foundation New America, was een van de eersten om de documenten te ontleden die buitgemaakt werden in de schuilplaats van Osama bin Laden in Abbottabad (Pakistan). In een rapport voor de Atlantische Raad, geschreven in de herfst van 2018, legt zij uit dat die documenten getuigen van een diep wantrouwen en een grote vijandigheid vanwege de leiders van al-Qaeda jegens het Iraanse regime, maar ook van hun besef dat een volledige breuk met Teheran niet wenselijk is.”
«Zij schrijft dat zij in geen enkel van de betreffende documenten, die dateren van juni 2004 tot enkele dagen voor de aanval op de schuilplaats, “elementen heeft aangetroffen die wijzen op een of andere vorm van samenwerking tussen al-Qaeda en Iran om terreuraanvallen uit te voeren”.
«Ook al houdt het verhaal met al-Qaeda dus geen steek, toch blijft het de bedoeling om Iran aan te vallen. Er staat veel op het spel en alles is toegelaten als het er om gaat aanwijzingen te produceren om een oorlog te rechtvaardigen. Iran en het terrorisme? Perfect. Laten we het er maar op wagen, want natuurlijk zal alles op rolletjes verlopen en zullen de mensen op straat onze tanks toejuichen. Met wat voor problemen zouden we kunnen geconfronteerd worden?»
redactie KCR