4 DECEMBER 2016

Johannes de Doper, de Voorloper

Johannes de Doper

HET evangelie van deze tweede zondag van de Advent voert de H. Johannes de Doper op. Weten wij eigenlijk wie de Doper is ? Jezus heeft gezegd dat hij « de grootste der Profeten » was. Hij wordt ook de Voorloper genoemd, want het is zijn roeping geweest de komst van de Messias aan te kondigen en het joodse volk voor te bereiden om Hem te ontvangen. De zending van de Doper is uniek in de wereldgeschiedenis en in geen enkele andere godsdienst te vinden.

Noteren we vooreerst dat deze profeet niet gezonden wordt door de priesters, hoewel hij lid is van een priesterlijke familie. Hij behoort aan God en aan God alleen : hij wordt afzonderlijk opgevoed en hij kondigt Christus aan. Hij kondigt Hem aan omdat God, de H. Geest die van hem bezit genomen heeft, hem gezegd heeft de komst van de Messias aan te kondigen. Hij treedt helemaal in de rol die Elias was toegekend. Hij zal zeggen dat hij niet Elias is, wat juist is als individu, fysisch, maar hij speelt wel de rol die hem volgens de joodse traditie was toegekend. Hij heeft van God te horen gekregen dat hij de Messias zou herkennen aan een teken : de plotse komst, de uitstorting van de Geest onder de gedaante van een duif over diegene die de Messias zou zijn. Hij kent Hem dus niet.

Toch kondigt hij het Evangelie, de Blijde Boodschap aan, zegt de H. Mattheüs, omdat zij nabij is. « Het rijk der Hemelen is nabij. » Hij kondigt het aan en bereidt het voor volgens zijn eigen inzichten.

De H. Johannes de Doper behoort tot de beste joodse traditie : hij verwacht geen wereldse Messias. Zoals de psalmisten, zoals de armen van Jahweh, kondigt hij een Messias aan die zal komen voor de verlossing, de kwijtschelding van de zonden. Het Evangelie van Sint-Marcus (1, 4) zegt het zeer duidelijk in één zin die alles samenvat : « Johannes de Doper was in de woestijn en verkondigde een doopsel van bekering tot vergeving van zonden. »

Het Koninkrijk Gods is nabij, men moet zijn leven veranderen om kwijtschelding van zonden te bekomen. De Messias die komt heeft dus een bovennatuurlijke, een geestelijke rol. Johannes de Doper is de heraut, hij kondigt Hem die moet komen aan.

Dit is zeer belangrijk en daarom heeft Johannes het op zich genomen om dit teken – ik durf niet spreken van een sacrament, dat is het niet – deze ritus van het doopsel met water, in te stellen. Door af te dalen in het water, door ondergedompeld te worden in het water van de Jordaan, maakte men zich ontvankelijk om de kwijtschelding van zonden te ontvangen. Dit doopsel met water is een krachtdadig teken van het engagement tot innerlijke bekering, een teken waardoor men zich openstelt voor de vergeving van de zonden door de Messias die zal komen. Dit doopsel met water is de voorafbeelding van het doopsel in de Geest en het vuur, dat het doopsel van de Messias zal zijn.

Ander aspect van de prediking van Johannes de Doper : hij maakt een heel goed onderscheid tussen het goede volk enerzijds en de Farizeeën en Sadduceeën anderzijds. Hij volgt reeds de lijn van Jezus, of Jezus zal zijn lijn volgen : aan het goede volk dat komt toegelopen en zelfs aan de soldaten die raad vragen, geeft Johannes de Doper goede raad, zeer prozaïsch, vol moraal. Hij zegt niet meer dan de boeken der Wijsheid. Het is een goede geestelijke vader die aan iedereen morele, deugdzame gedragslijnen geeft, zondermeer. Hierin blijft hij erg achter in vergelijking met wat Jezus zal doen. Wat de Farizeeën en Sadduceeën betreft, zal hij hen hun hypocrisie verwijten met de kracht en het geweld eigen aan alle profeten.

Jezus, dat zullen we later zien, zal verwijzen naar Johannes de Doper, wat de Farizeeën en Sadduceeën, die reeds door hem veroordeeld waren, erg zal vervelen. Over hen roept Johannes de Doper uit : « Addergebroed, wie heeft u voorgespiegeld dat gij de komende toorn kunt ontlopen ? Breng liever vrucht voort waaruit bekering blijkt. En denk maar niet dat gij van uzelf kunt zeggen : “ Wij hebben Abraham als vader. ” Want ik zeg u dat God van deze stenen kinderen kan maken voor Abraham » (Mt 3, 7-9).

Deze aansporing vuurt ten zeerste aan tot een echte bekering. Voor hen gebruikt Johannes de Doper het beeld van de hakbijl die reeds aan de wortels van de boom ligt om alles wat geen goede vruchten voortbrengt weg te hakken.

In dezelfde mate waarin Johannes de Doper aan het brave volk een goede en liefdevolle Messias aankondigt, verkondigt hij aan de elite van Jeruzalem, waarmee hij op gelijke voet kan praten vermits hij zoon van een priester is en meer nog, een door allen erkende profeet, een Messias die hen zal komen oordelen. Het is mooi te zien hoe Johannes zich Christus voorstelde : « De wan heeft Hij al in zijn hand, en Hij zal zijn dorsvloer opruimen ; zijn graan zal Hij verzamelen in zijn schuur, maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur » (Mt 3, 12). Het onblusbaar vuur is de hel !

Dan zien we heel het volk van Juda en alle volkeren uit de aangrenzende streken die hun huis verlaten, zegt ons Johannes de Doper. Het leek een sabbatjaar te zijn, een jaar van rust voor de aarde ; de mensen hadden minder werk te doen. Men stroomde dat jaar toe, dit moet in het jaar 25 n. Chr. geweest zijn. Dat jaar kwamen de mensen van overal toegestroomd en lieten zich dopen. Johannes de Doper had een beweging op gang gebracht. Dat is niet verwonderlijk omdat het toenmalige joodse volk de Messias verwachtte : iets heel bijzonders ! Het volk vroeg zich af of Johannes de Doper niet de Messias was.

Wat de Doper betreft, deze beantwoordde zo goed aan het traditioneel profiel van een profeet dat niemand hieraan twijfelde. Toen de Farizeeërs hem kwamen vragen of hij Christus, Elias of een profeet was, dan gebeurde dit omdat heel het volk zich afvroeg of hij degene was die Israël moest redden. En Johannes antwoordde steeds van niet, dat hij gewoonweg de paden kwam effenen voor iemand die reeds midden onder hen was, maar die ze niet kenden.

Ziedaar hoe Jezus zich de weg heeft laten bereiden op een manier die ons banaal lijkt maar die bijzonder verwonderlijk is en zijns gelijke niet kent in andere godsdiensten of filosofische tradities.

Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit een retraite over het Evangelie